De brochure gaat in op de veilige interactie tussen watersporters en veerponten, en is een gezamenlijke productie van LVP en VDJS . Het LVP wees al eerder op het belang van een veilige oversteek van veerponten. Het LVP richt zich echter op de verenbranche en niet op de pleziervaart en zocht daarom contact met VDJS.

Na de overhandiging van de brochure, refereerde Ellen Verolme aan de Leidraad Kleine Veren die het LVP vorig jaar heeft ontwikkeld, mede naar aanleiding van het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de aanvaring met het veerpontje Keereweer.

De brochure geeft pleziervaart uitleg over de verschillende soorten veerponten in Nederland en tips hoe die te passeren. ‘Als watersporter moet u om te beginnen weten dat een klein schip voorrang moet verlenen aan een vertrekkende, kerende of overstekende veerpont’, lezen we onder het kopje ‘Zo passeert u een veerpont’:

‘Zodra u in de buurt komt, moet u weten wat voor pont het is: vrijvarend of niet-vrijvarend? En: kabelpont of gierpont? Als een kabelpont aan de oversteek begint, komt de kabel of ketting strak te staan. U moet vaart minderen en wachten tot de pont de andere oever bereikt. Bij een gierpont moet u goed opletten aan welke zijde u gaat passeren. Zolang de slagbomen openstaan, zal de pont niet vertrekken en kunt u voorlangs passeren. Sluitende of gesloten slagbomen zijn een signaal dat de pont zal vertrekken. Met het lichten van de klep, maakt een veerpont ook een soort duikbeweging. Daaraan is ook te zien dat de pont in beweging komt en gaat vertrekken. Dan kunt u beter wachten en vervolgens achterlangs passeren. Doet u dat niet, dan komt u in de fuik van de gierpont en de ankerbootjes terecht. Dat kan een vervelende situatie opleveren, zeker als u stroomafwaarts vaart.’ (PN)

De brochure ‘Veilig langs een veerpont’ is gratis te downloaden via de websites van het LVP (www.landelijkverenplatform.nl) en VDJS (www.varendoejesamen.nl).