Ondanks verplichting

Reders laten matrozen nog steeds containers sjorren

Ondanks afspraken daarover laten reders van containerschepen matrozen nog steeds containers sjorren aan boord. Hiervoor moet speciaal geschoold havenpersoneel worden ingeschakeld. Maar in de praktijk zetten de rederijen vaak hun eigen bemanning in voor het levensgevaarlijke sjorwerk, zeggen de vakbonden.

Inspecteur van de ILT checkt de lashings
Inspecteur van de ILT checkt de lashings. Foto Ilt

De bonden, waaronder de internationale transportvakbond ITF en de Nederlandse FNV, wijzen de reders al jaren op de verplichting. Maar omdat het voor reders goedkoper is die klus door matrozen te laten doen (die zijn toch al betaald) probeert menig reder onder die verplichting uit te komen. Daarbij speelt mee dat het losmaken van de lashings (sjorstangen) soms al kan worden gedaan voordat het schip voor de wal ligt – wat tijd bespaart.

Belfast

De bonden zetten zich niet zonder reden in voor de inzet van speciaal daarvoor opgeleide sjorders van de wal. Het gaat om gevaarlijk werk. Op de lashings staan zware krachten en degenen die ze los moeten maken of vastzetten moeten op hoogte werken. De matrozen die van zee komen hebben er vaak al lange diensten opzitten en beginnen zo vermoeid aan het gevaarlijke karwei. Dat heeft al vaker tot dodelijke ongelukken geleid. Zo kwam in februari dit jaar een matroos om het leven aan boord van de containerfeeder BG Ruby, die pendelt tussen Rotterdam en Belfast. Hij viel overboord toen hij tijdens het laden de twee onderste lagen containers aan het zeevasten was.

Afdwingbaar

In 2018 werden over deze kwestie afspraken gemaakt in de Non-Seafarers’ Work Clause, die in 2022 door de rechter verbindend werd verklaard. Toch blijft de verplichting moeilijk afdwingbaar, ondervindt de ITF. Tegenover de NOS zegt vakbondsman Gijs Mol dat dagelijks op zo’n 15 tot 20 schepen sjorders nodig zijn. Namens de ITF voert hij inspecties uit in de Rotterdamse haven. ‘Mijn inschatting is, dat bij gemiddeld 11 daarvan geen sjorders worden ingehuurd’, zegt Mol tegen de omroep.

Portcall

Het probleem is, dat het in veel van de gevallen gaat om buitenlandse rederijen die moeilijk te dwingen zijn. Voor Nederlandse bedrijven ligt dat anders. Die zijn wél op hun verplichtingen aan te spreken. In september konden de bonden een succesje vieren. Na een aangespannen kort geding kwamen de bonden en Spirit Shipping uit Sneek een regeling overeen voor de containerfeeder Nordica (1036 teu). De rederij zegde toe bij elke portcall sjorders van ILS/Matrans te zullen inhuren.

Gerepareerd

In een schriftelijke overeenkomst die op de rechtbank werd opgesteld, werd alleen een uitzondering gemaakt voor het geval dat veiligheidsvoorzieningen aan boord van het schip stuk zouden zijn. Dan mogen de bemanningsleden alsnog het sjorwerk doen, maar alleen daar waar de voorzieningen stuk zijn. Bovendien moet de kapitein zich ervoor inspannen dat de zaak gerepareerd wordt.

Nederlandse vlag

Dat deze afspraak kon worden gemaakt was voor een deel te danken aan het feit dat het om een schip onder Nederlandse vlag ging. Voor buitenlandse schepen ligt het moeilijker. De vakbonden proberen daar een mouw aan te passen, maar makkelijk is dat niet. Tegenover de NOS zegt Mol: ‘Het ziet ernaar uit dat we elk schip apart moeten aanklagen.’

Reders laten matrozen nog steeds containers sjorren | Schuttevaer.nl
Ondanks verplichting

Reders laten matrozen nog steeds containers sjorren

Ondanks afspraken daarover laten reders van containerschepen matrozen nog steeds containers sjorren aan boord. Hiervoor moet speciaal geschoold havenpersoneel worden ingeschakeld. Maar in de praktijk zetten de rederijen vaak hun eigen bemanning in voor het levensgevaarlijke sjorwerk, zeggen de vakbonden.

Inspecteur van de ILT checkt de lashings
Inspecteur van de ILT checkt de lashings. Foto Ilt

De bonden, waaronder de internationale transportvakbond ITF en de Nederlandse FNV, wijzen de reders al jaren op de verplichting. Maar omdat het voor reders goedkoper is die klus door matrozen te laten doen (die zijn toch al betaald) probeert menig reder onder die verplichting uit te komen. Daarbij speelt mee dat het losmaken van de lashings (sjorstangen) soms al kan worden gedaan voordat het schip voor de wal ligt – wat tijd bespaart.

Belfast

De bonden zetten zich niet zonder reden in voor de inzet van speciaal daarvoor opgeleide sjorders van de wal. Het gaat om gevaarlijk werk. Op de lashings staan zware krachten en degenen die ze los moeten maken of vastzetten moeten op hoogte werken. De matrozen die van zee komen hebben er vaak al lange diensten opzitten en beginnen zo vermoeid aan het gevaarlijke karwei. Dat heeft al vaker tot dodelijke ongelukken geleid. Zo kwam in februari dit jaar een matroos om het leven aan boord van de containerfeeder BG Ruby, die pendelt tussen Rotterdam en Belfast. Hij viel overboord toen hij tijdens het laden de twee onderste lagen containers aan het zeevasten was.

Afdwingbaar

In 2018 werden over deze kwestie afspraken gemaakt in de Non-Seafarers’ Work Clause, die in 2022 door de rechter verbindend werd verklaard. Toch blijft de verplichting moeilijk afdwingbaar, ondervindt de ITF. Tegenover de NOS zegt vakbondsman Gijs Mol dat dagelijks op zo’n 15 tot 20 schepen sjorders nodig zijn. Namens de ITF voert hij inspecties uit in de Rotterdamse haven. ‘Mijn inschatting is, dat bij gemiddeld 11 daarvan geen sjorders worden ingehuurd’, zegt Mol tegen de omroep.

Portcall

Het probleem is, dat het in veel van de gevallen gaat om buitenlandse rederijen die moeilijk te dwingen zijn. Voor Nederlandse bedrijven ligt dat anders. Die zijn wél op hun verplichtingen aan te spreken. In september konden de bonden een succesje vieren. Na een aangespannen kort geding kwamen de bonden en Spirit Shipping uit Sneek een regeling overeen voor de containerfeeder Nordica (1036 teu). De rederij zegde toe bij elke portcall sjorders van ILS/Matrans te zullen inhuren.

Gerepareerd

In een schriftelijke overeenkomst die op de rechtbank werd opgesteld, werd alleen een uitzondering gemaakt voor het geval dat veiligheidsvoorzieningen aan boord van het schip stuk zouden zijn. Dan mogen de bemanningsleden alsnog het sjorwerk doen, maar alleen daar waar de voorzieningen stuk zijn. Bovendien moet de kapitein zich ervoor inspannen dat de zaak gerepareerd wordt.

Nederlandse vlag

Dat deze afspraak kon worden gemaakt was voor een deel te danken aan het feit dat het om een schip onder Nederlandse vlag ging. Voor buitenlandse schepen ligt het moeilijker. De vakbonden proberen daar een mouw aan te passen, maar makkelijk is dat niet. Tegenover de NOS zegt Mol: ‘Het ziet ernaar uit dat we elk schip apart moeten aanklagen.’