‘Namens alle provincies, verenigd in het Interprovinciaal overleg (IPO), roepen wij op tot een nationaal verbod op varend ontgassen’, besloot Gebke van Gaal, gedeputeerde staten van Flevoland haar rede.
Even daarvoor hadden ook Rob Leussink (KBN) en Sunniva Fluitsma (ASV) minister Mark Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) opgeroepen om varend ontgassen per direct in de ban te doen. ‘Nog nooit was een rondetafelgesprek zo eensgezind. Blok na blok zijn alle sprekers het eens’, concludeerde Suzanne Kröger (GroenLinks).
Harbers wil niet aan een nationaal verbod. Pas als Zwitserland en Frankrijk het internationale CDNI-verdrag hierover ratificeren zegt hij het verbod pas te kunnen invoeren. De aanwezigen op het rondetafelgesprek gaven unaniem aan dat een nationaal verbod wel degelijk direct kan worden ingesteld.
Geen business case
Wachten op ratificatie schaadt de gezondheid van de Nederlandse bevolking, stelde onder andere Bob Busser, bestuurder van de European Vapour Recovery Association (Evra), ofwel de Europese ontgassingsbond.
Tekst gaat verder onder de foto.
Maar, wanneer er morgen een nationaal verbod wordt ingevoerd, dan zijn er nog onvoldoende alternatieve ontgassingsmogelijkheden. ‘We hebben op dit moment nul aanvragen voor een ontgassingsinstallatie’, vertelde Bart Wester van DCMR Milieudienst Rijnmond. ‘Maar dat komt omdat er nu geen business case is. Daarvoor is een nationaal verbod ook cruciaal.’
Die business case is er momenteel niet, omdat schepen niet verplicht worden een ontgassingsinstallatie op te zoeken. Een mobiele ontgassingsinstallatie in Amsterdam kreeg wel een vergunning, maar wordt nu niet gebruikt omdat het niet rendabel is gebleken.
Kip-ei
‘De enige vaste ontgassingsinstallatie staat in onze provincie’, vertelde Anne-Marie Spierings, gedeputeerde van Noord-Brabant. ‘Er zijn nu twee plekken waar ontgast kan worden. Er is ruimte voor een derde plek. Maar waarom zou je een derde bouwen? Er is geen verbod.’
Tekst gaat verder onder de foto.
‘Als alle provincies een verbod instellen, dan is er toch ook een nationaal verbod?’, vroeg VVD-Kamerlid Koerhuis. Dat vond gedeputeerde Spierings de omgekeerde wereld. ‘Een internationaal verbod eerst provinciaal doorvoeren en dan later nationaal. Dat moet je niet willen. Daarnaast is via het CDNI-verdrag geregeld wie er betaalt voor het ontgassen. Het is maar de vraag of je dat provinciaal ook voor elkaar zou krijgen.’ In het CDNI-verdrag is inderdaad vastgesteld dat de verladers, de eigenaren van de lading, betalen voor het ontgassen.
20 miljoen
Overigens is het de verwachting van KBN dat Frankrijk en Zwitserland eind dit jaar het verdrag goedkeuren. Daarom is het nu al noodzakelijk dat de voorbereiding voor legale ontgassingsinstallaties te treffen, gaven meerdere aanwezigen aan.
De leden van de Europese ontgassingsbond Evra willen graag investeren in vaste ontgassingsinstallaties, het gaat om een bedrag van 20 miljoen euro. ‘De EVRA leden zijn bereid om bijna 20 miljoen euro zelf te financieren met daarnaast een investering door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als deelnemer in het CEF-T programma, plus een mogelijke CEF-T subsidie. Totaal gaat het om 45 miljoen euro.
‘Het kan natuurlijk niet zo zijn dat eerst de investeringen door de Evra-leden worden gepleegd en er op een later moment pas een besluit wordt genomen over het in werking treden van een ontgassingverbod. Hiermee ontstaat het risico, voor met name geplande vaste ontgassingsinstallaties, dat deze onrendabel kunnen worden. De zekerheid over het beleid moeten wij vooraf krijgen, anders zijn investeringen niet mogelijk’, stelde Busser.
Busser ziet daarom heil in een tijdelijke oplossing, want totdat er een verbod is worden de nieuwe installaties nog niet gebouwd. ‘Wij willen in dat kader pleiten voor een overgangsfase, totdat de nieuwe ontgassinginstallaties er zijn. Daarmee kunnen tijdelijk de niet-optimale installaties worden ingezet. Ook al zijn deze installaties niet ideaal, ze zullen qua milieu-effect altijd vele malen beter zijn dan varend ontgassen.’
Daar was ook Spierings het mee eens. ‘Liever een installatie die 95% van de ontgassing doet en 5% de lucht inlaat, dan de huidige situatie waar 100% de lucht in gaat.’
Afval-eisen
Hier zou de Vereniging van Nederlandse Tankopslagbedrijen (Votob) een rol kunnen spelen, legde Willem Henk Streekstra uit. ‘De tankopslagsector heeft dampverwerkingsystemen op haar locatie voor haar klanten. Wanneer de steiger vrij is, kunnen derden bij wijze van dienstverlening ook van deze faciliteit gebruik maken.’ Alleen gelden hier bepaalde afval-eisen voor. Daarvoor zou een tijdelijke ontheffing een oplossing kunnen zijn. Ook hier waren de aanwezige belanghebbenden voorstander van.
Of een tijdelijke ontheffing niet een definitieve oplossing zou kunnen zijn, wilde CDA-Kamerlid Harmen Krul weten. ‘De oplossing van dit probleem kent meerdere sleutels. Dit is een van die sleutels, maar een nationaal verbod blijft nodig’, antwoordde gedeputeerde Spierings.
Volgens KBN zijn er zo minimaal 10 mobiele installaties, verspreid over de regio’s, nodig. ‘KBN is van mening dat vandaag begonnen kan worden met meer compatibele vaart. Het zal direct leiden tot minder ontgassingen naar de buitenlucht. Comptabiliteitslijsten zijn reeds ontwikkeld en beschikbaar. KBN roept verladende partijen op om ook op dit punt leiderschap/eigenaarschap te tonen en zo het aantal ontgassingen naar de buitenlucht substantieel te verminderen.’
Via de links op de namen van de belanghebbenden kunt u hun volledige ‘position paper’ lezen.
Lees ook: