Door de lens van Sanne

Schipper José van Ulsen: ‘We kunnen zo de motor starten en op pad gaan’ 

José van Ulsen en haar man Bram wonen op twee plekken. In een Brabantse boerderij en op een oude sleepboot aan de Rotterdamse Jufferkade. ‘Hebben we zin in rust en natuur, dan zitten we op de boerderij. Hier op het schip ontmoeten we onze Rotterdamse vrienden en kunnen we lekker de stad in.’

Schipper José, Ton en Maaike op de Alcyon. Foto's Sanne van der Most

‘Een vriend had een historische sleepboot’, vertelt José. ‘Dat vonden wij helemaal geweldig. Dát willen wij ook, dachten we.’ En zo geschiedde. In 2009 kwam de Alcyon op hun pad. Een authentieke zeesleper uit 1939 gebouwd voor de firma Kooyman & Zn in Harlingen. ‘We waren meteen enthousiast en hebben al onze vaarbewijzen gehaald, inclusief een Rijncursus’, zegt José. ‘Al hebben we uiteindelijk nooit op de Rijn gevaren, maar wel op een heleboel andere rivieren. De Alcyon is vaarklaar. We kunnen zo de motor starten en pad gaan. Nu doen we dat niet zo vaak meer, maar het kán wel. In het verleden hebben we er ook fanatiek mee gevaren en avonturen beleefd.’ 

José in de stuurhut op een koude winterdag.

Minidorpje in de stad 

Wonen op een schip is echt iets heel iets anders dan wonen in een huis, weet José inmiddels. ‘Maar het is allebei leuk. In Den Bosch wonen we op een boerderij met een grote tuin en veel dieren. Hier in Rotterdam zitten we midden in de stad. Ook dat is heel erg leuk. Juist die mix maakt het bijzonder. We kunnen kiezen waar we zijn en we hebben op allebei de locaties vrienden wonen.’

De vrijheid van op het water wonen vindt José geweldig. ‘Je kijkt naar buiten en ziet het kabbelende water en de meerkoetjes en de meeuwen. Je leeft samen en naast elkaar met de andere schippers en dat is ook heel gezellig. Een soort minidorpje midden in de stad.’ 

In stand houden 

De ligplaats van de Alcyon is in de historische haven aan de Jufferkade. ‘Dat betekent dat we de boot wel echt netjes moeten houden. Ieder jaar beitsen en verven. Maar dat vinden we ook hartstikke leuk om te doen. Zoiets moois en historisch wil je toch in stand houden?’

Dat geldt wat José betreft niet alleen voor de zeesleper zelf, maar ook voor de verhalen. Die brengt ze graag samen. En in dat kader is er vandaag bijzonder bezoek. Ton Burema, de zoon van Jan Burema, de allereerste machinist van de Alcyon én Maaike Wittenberg-Tuinstra, het achterkleinkind van Nan Jongkind, de eerste kapitein. ‘Twee mannen dus die in die tijd samen hebben gevaren op onze sleper’, zegt José. ‘Hoe bijzonder is dat? Via via ben ik met de nazaten in contact gekomen. Een paar jaar geleden lagen we in het Duitse Leer. Daar zijn Maaike en Ton allebei langsgekomen. We hebben elkaar toen niet ontmoet. Maar nu wel. Dus vandaag is wel echt een primeur.’

Samen op zoek naar oude verhalen over de sleepboot, onder het genot van een kopje koffie.

IJsbreken

Onder het genot van een kop koffie zit het drietal aan de keukentafel. Bladerend door oude fotoboeken, komen de verhalen boven. ‘Mijn vader heeft de proefvaart meegemaakt in 1939’, vertelt Ton Burema, die zelf ook altijd heeft gevaren. De Alcyon werd ingezet ter versterking van de kustwerken én om in barre winters ijs te breken. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werden alle zeegaten afgesloten en werd er niet meer gevaren op het wad. Dat is wat ik van mijn vader heb gehoord. Ik ben in 1940 geboren en heb helaas nooit op de Alcyon gevaren. Maar ik vind het wel heel bijzonder om hier te zijn, wetende dat mijn vader hier zoveel tijd heeft doorgebracht.’

Maaike Wittenberg-Tuinstra is het achterkleinkind van Nan Jongkind, de eerste kapitein van de Alcyon. Hij heeft dus de proefvaart meegemaakt, samen met de vader van Ton. ‘Mijn vader heeft meegevaren als klein jochie. Hij is helaas overleden en heeft er niet veel over verteld. Maar ik heb wel foto’s gezien dat hij als klein mannetje met een hoogwaterbroek aan boord staat. Extra bijzonder dus om nu hier te zijn.’

De boel saboteren

Alles wat met de historie van de boot te maken heeft, vindt José bijzonder. ‘Ze is in de oorlog gevorderd door de Duitsers om met voedsel naar Friesland te varen’, vertelt ze. ‘In Harlingen zeggen ze: “Kooyman werkte voor de Duitsers”. Of dat waar is weet ik niet hoor.’

Volgens Jan werkten de meeste schippers toen voor de Duitsers. ‘Je moest wel. Maar dan kon je wél mooi de boel saboteren.’

Verder weet José ook dat de Alcyon in 1979 is gezonken in de Visserijhaven van Harlingen. ‘Daar zijn foto’s van. Daarop zie je hoe ze onder het ijs ligt. De verwarming was uit en er lag een enorm pak sneeuw. Toen is een afsluiter afgebroken en is ze gezonken. Alleen de mast stak nog uit boven water. Naderhand is ze gelukkig wel geborgen. Helaas is de oude Brons toen verloren gegaan. Degene die de boot kocht, heeft haar helemaal leeggehaald. Van twee kooien heeft hij een tweepersoonsbed gemaakt. Beneden waren vroeger twee hutjes en een kacheltje. Ik heb nog foto’s gezien van hoe het was. Ook dat heeft hij weggehaald en er een grote slaapkamer en een halletje van gemaakt. Daarna is hij er nog mee gaan varen.’

De oude scheepsbel.

Het moest zo zijn

José is behoorlijk trots op haar sleepboot. ‘De originele beting bijvoorbeeld, waar de trossen aan hangen, vind ik heel bijzonder. En ook de belijning van de boot; de achterroef en de machinekamer lopen in een mooie lijn door.’

Ook is ze trots op de machinekamer waarin nu een gereviseerde zescilinder SKL uit 1969 staat. ‘De machinekamer is het hart van een sleepboot.’

Tot slot is José gek op de historie. ‘Ik vind het geweldig om in oude kranten naar heldendaden van de Alcyon te zoeken. En om met mensen te praten die haar van vroeger kennen. De Alcyon leeft nog echt in Harlingen. Geweldig al die verhalen.’

Lees ook:

‘Isabella is een mooie naam voor een vrouw die van het leven geniet’

Schipper Sjirk Hatenboer mag op een klipperaak passen 

Schipper José van Ulsen: ‘We kunnen zo de motor starten en op pad gaan’ | Schuttevaer.nl
Door de lens van Sanne

Schipper José van Ulsen: ‘We kunnen zo de motor starten en op pad gaan’ 

José van Ulsen en haar man Bram wonen op twee plekken. In een Brabantse boerderij en op een oude sleepboot aan de Rotterdamse Jufferkade. ‘Hebben we zin in rust en natuur, dan zitten we op de boerderij. Hier op het schip ontmoeten we onze Rotterdamse vrienden en kunnen we lekker de stad in.’

Schipper José, Ton en Maaike op de Alcyon. Foto's Sanne van der Most

‘Een vriend had een historische sleepboot’, vertelt José. ‘Dat vonden wij helemaal geweldig. Dát willen wij ook, dachten we.’ En zo geschiedde. In 2009 kwam de Alcyon op hun pad. Een authentieke zeesleper uit 1939 gebouwd voor de firma Kooyman & Zn in Harlingen. ‘We waren meteen enthousiast en hebben al onze vaarbewijzen gehaald, inclusief een Rijncursus’, zegt José. ‘Al hebben we uiteindelijk nooit op de Rijn gevaren, maar wel op een heleboel andere rivieren. De Alcyon is vaarklaar. We kunnen zo de motor starten en pad gaan. Nu doen we dat niet zo vaak meer, maar het kán wel. In het verleden hebben we er ook fanatiek mee gevaren en avonturen beleefd.’ 

José in de stuurhut op een koude winterdag.

Minidorpje in de stad 

Wonen op een schip is echt iets heel iets anders dan wonen in een huis, weet José inmiddels. ‘Maar het is allebei leuk. In Den Bosch wonen we op een boerderij met een grote tuin en veel dieren. Hier in Rotterdam zitten we midden in de stad. Ook dat is heel erg leuk. Juist die mix maakt het bijzonder. We kunnen kiezen waar we zijn en we hebben op allebei de locaties vrienden wonen.’

De vrijheid van op het water wonen vindt José geweldig. ‘Je kijkt naar buiten en ziet het kabbelende water en de meerkoetjes en de meeuwen. Je leeft samen en naast elkaar met de andere schippers en dat is ook heel gezellig. Een soort minidorpje midden in de stad.’ 

In stand houden 

De ligplaats van de Alcyon is in de historische haven aan de Jufferkade. ‘Dat betekent dat we de boot wel echt netjes moeten houden. Ieder jaar beitsen en verven. Maar dat vinden we ook hartstikke leuk om te doen. Zoiets moois en historisch wil je toch in stand houden?’

Dat geldt wat José betreft niet alleen voor de zeesleper zelf, maar ook voor de verhalen. Die brengt ze graag samen. En in dat kader is er vandaag bijzonder bezoek. Ton Burema, de zoon van Jan Burema, de allereerste machinist van de Alcyon én Maaike Wittenberg-Tuinstra, het achterkleinkind van Nan Jongkind, de eerste kapitein. ‘Twee mannen dus die in die tijd samen hebben gevaren op onze sleper’, zegt José. ‘Hoe bijzonder is dat? Via via ben ik met de nazaten in contact gekomen. Een paar jaar geleden lagen we in het Duitse Leer. Daar zijn Maaike en Ton allebei langsgekomen. We hebben elkaar toen niet ontmoet. Maar nu wel. Dus vandaag is wel echt een primeur.’

Samen op zoek naar oude verhalen over de sleepboot, onder het genot van een kopje koffie.

IJsbreken

Onder het genot van een kop koffie zit het drietal aan de keukentafel. Bladerend door oude fotoboeken, komen de verhalen boven. ‘Mijn vader heeft de proefvaart meegemaakt in 1939’, vertelt Ton Burema, die zelf ook altijd heeft gevaren. De Alcyon werd ingezet ter versterking van de kustwerken én om in barre winters ijs te breken. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werden alle zeegaten afgesloten en werd er niet meer gevaren op het wad. Dat is wat ik van mijn vader heb gehoord. Ik ben in 1940 geboren en heb helaas nooit op de Alcyon gevaren. Maar ik vind het wel heel bijzonder om hier te zijn, wetende dat mijn vader hier zoveel tijd heeft doorgebracht.’

Maaike Wittenberg-Tuinstra is het achterkleinkind van Nan Jongkind, de eerste kapitein van de Alcyon. Hij heeft dus de proefvaart meegemaakt, samen met de vader van Ton. ‘Mijn vader heeft meegevaren als klein jochie. Hij is helaas overleden en heeft er niet veel over verteld. Maar ik heb wel foto’s gezien dat hij als klein mannetje met een hoogwaterbroek aan boord staat. Extra bijzonder dus om nu hier te zijn.’

De boel saboteren

Alles wat met de historie van de boot te maken heeft, vindt José bijzonder. ‘Ze is in de oorlog gevorderd door de Duitsers om met voedsel naar Friesland te varen’, vertelt ze. ‘In Harlingen zeggen ze: “Kooyman werkte voor de Duitsers”. Of dat waar is weet ik niet hoor.’

Volgens Jan werkten de meeste schippers toen voor de Duitsers. ‘Je moest wel. Maar dan kon je wél mooi de boel saboteren.’

Verder weet José ook dat de Alcyon in 1979 is gezonken in de Visserijhaven van Harlingen. ‘Daar zijn foto’s van. Daarop zie je hoe ze onder het ijs ligt. De verwarming was uit en er lag een enorm pak sneeuw. Toen is een afsluiter afgebroken en is ze gezonken. Alleen de mast stak nog uit boven water. Naderhand is ze gelukkig wel geborgen. Helaas is de oude Brons toen verloren gegaan. Degene die de boot kocht, heeft haar helemaal leeggehaald. Van twee kooien heeft hij een tweepersoonsbed gemaakt. Beneden waren vroeger twee hutjes en een kacheltje. Ik heb nog foto’s gezien van hoe het was. Ook dat heeft hij weggehaald en er een grote slaapkamer en een halletje van gemaakt. Daarna is hij er nog mee gaan varen.’

De oude scheepsbel.

Het moest zo zijn

José is behoorlijk trots op haar sleepboot. ‘De originele beting bijvoorbeeld, waar de trossen aan hangen, vind ik heel bijzonder. En ook de belijning van de boot; de achterroef en de machinekamer lopen in een mooie lijn door.’

Ook is ze trots op de machinekamer waarin nu een gereviseerde zescilinder SKL uit 1969 staat. ‘De machinekamer is het hart van een sleepboot.’

Tot slot is José gek op de historie. ‘Ik vind het geweldig om in oude kranten naar heldendaden van de Alcyon te zoeken. En om met mensen te praten die haar van vroeger kennen. De Alcyon leeft nog echt in Harlingen. Geweldig al die verhalen.’

Lees ook:

‘Isabella is een mooie naam voor een vrouw die van het leven geniet’

Schipper Sjirk Hatenboer mag op een klipperaak passen