‘De vaart houden in LCVP scheelt een hoge hekgolf’

Er wordt nogal eens vreemd of soms zelfs geërgerd opgekeken als een bootcompagnie, in vaktermen Landing Craft Task Unit (LCTU), van het Korps Mariniers zich snel over onze binnenwateren verplaatst. De landingsvaartuigen die hiervoor worden gebruikt, hebben de eigenschap een zeer grote hekgolf te trekken, wat schippers regelmatig de wenkbrauwen doet fronsen.

  • Bootcompagnie Korps Mariniers vraagt begrip voor vaargedrag

  • ‘Als het kan varen we buitenom’

  • ‘Onze boten zijn praktisch, maar niet gestroomlijnd’

Door Paul Schaap

Dit zegt Kapitein der Mariniers Michiel Alberts, eenheidscommandant van één van de twee LCTU’s op Texel. Het hoe en waarom valt volgens hem echter eenvoudig te verklaren.
Om amfibische operaties uit te voeren, kan het Korps Mariniers gebruik maken van verschillende typen landingsvaartuigen. ‘De grootste zijn Landing Craft Utilities (LCU’s). Zij zijn ruim 36 meter lang en bestemd voor vervoer van zwaar materieel vanaf de amfibische transportschepen Zr.Ms. Rotterdam en Zr.Ms. Johan de Witt. Per vaartuig kunnen drie trucks of twee pantservoertuigen of 180 mariniers worden overgezet.

‘Iets kleiner zijn de Landing Craft Vehicle Personnel (LCVP’s). Deze hebben een lengte van bijna 16 meter en kunnen 35 mariniers, of één Landrover plus aanhanger of één rupsvoertuig overzetten. Daarnaast beschikken we nog over Fast Raiding, Interception and Special Forces Craft (FRISC)’s. Dit zijn heel snelle, 12 meter lange vaartuigen die acht mariniers kunnen meenemen.
‘Op de Joost Dourleinkazerne aan de Mokbaai op Texel zijn twee bootcompagnies gestationeerd. Deze bestaan elk uit twee LCU’s, twee LCVP’s en twee FRISC’s, plus een amfibische beach unit die voor een landing het strand in orde maakt. Een bootcompagnie telt 45 mariniers. Om de vaardigheden op peil te houden, wordt met de vaartuigen intensief geoefend. Niet alleen op de stranden van Texel, maar ook op de Randmeren, in de regio Rotterdam en soms in Zeeland. Een bootcompagnie wordt tevens ingezet voor beveiligings- en hulpverleningstaken.’

Ergernissen

Over de ergernissen die soms ontstaan bij de verplaatsingen van de bootcompagnies zegt Michiel: ‘Als het weer het toelaat en we moeten naar Rotterdam of Vlissingen gaan we buitenom. Dat gaat namelijk veel sneller. Naar de Randmeren en bij slecht weer op zee gaat de reis echter over de binnenwateren. Onze boten zijn zo gemaakt dat ze heel praktisch kunnen worden ingezet, maar ze zijn niet erg gestroomlijnd. LCU’s en LCVP’s zijn eigenlijk vierkante bakken. LCU’s kunnen een snelheid halen van zes knopen, LCVP’s van 15 knopen en FRISC’s zelfs van 45 knopen.

De LCU’s, maar zeker de LCVP’s trekken altijd een grote hekgolf. Door iets harder te varen, neemt die golf af en veroorzaakt daardoor minder overlast. Dat is de reden dat wij vaak iets harder varen dan men zou verwachten. Als we langzaam varen, ligt het achterschip van het landingsvaartuig behoorlijk diep en dit zorgt dan weer voor die hoge hekgolf. Maar bij ergernissen zijn wij altijd oproepbaar via de marifoon om uitleg te geven als dit nodig mocht zijn. Wij luisteren altijd uit op alle verplichte kanalen.’
Bijzonder aan voornoemde, door waterjets aangedreven vaartuigen is, dat zij heel wendbaar zijn, op hun plek kunnen draaien en varend op volle snelheid binnen een bootlengte tot stilstand kunnen komen.

Opleidingen

Op de vraag of de mariniers die achter het roer van de landingsvaartuigen staan een speciale opleiding hebben gevolgd, antwoordt Michiel: ‘Wie stuurman wil worden, moet initieel vaarbewijs 1 en 2 hebben. Als dit het geval is, dan wordt deze persoon aan boord van een LCVP geplaatst. In eerste instantie als hulpje om het vak te leren, maar na verloop van tijd kan de Landing Craftsman Two-opleiding worden gevolgd. Die duurt vier maanden en wordt gedeeltelijk in Nederland en in Engeland gegeven. Dan kunnen nog diverse andere vaarbewijzen worden gehaald en leert men omgaan met de marifoon. Na een aantal jaren praktijk aan boord volgt een aanstelling als tweede stuurman op de LCVP.

Wordt de betrokken marinier bevorderd tot korporaal dan wordt hij eerste stuurman op de LCVP. Wil men nog verder, dan kan ook de Landing Craftsman One-opleiding worden gevolgd. Die duurt eveneens vier maanden en wordt in Engeland gegeven. Hierna is men gekwalificeerd om ook op de grote LCU’s te varen. Kortom, onze stuurlieden krijgen een gedegen opleiding en zijn absoluut terzake kundig. Hun opleiding is eigenlijk dezelfde als die wachtofficieren aan boord van grote marineschepen krijgen. Ook onze mensen worden, net als de wachtofficieren, geëxamineerd op de simulatoren van het Koninklijke Instituut voor de Marine (KIM) in Den Helder.

‘De Landing Craft Task Units (LCTU’s) fungeren als ondersteunende eenheid en wij worden door verschillende partijen aangevraagd. Bijvoorbeeld om te oefenen met de eerste vakopleiding, met aankomende mariniers, zowel aan het begin als aan het einde van hun opleiding. Dit gebeurt meestal in de buurt van Rotterdam. Verder oefenen we op het Wad en op het Veluwemeer en recentelijk zijn we met Zr.Ms. Johan de Witt meegeweest voor landingsoefeningen in Schotland en Engeland. Zijn er grote verschepingen van Amerikaanse legereenheden van en naar Europa, dan voeren wij de havenbeveiligingstaken uit. En bij de grote olielekkage die vorig jaar in het Rotterdams havengebied heeft plaatsgevonden, zijn we ingezet om vanaf het water met olie besmeurde vogels te vangen. Je kunt ons dus eigenlijk overal tegenkomen. Ik hoop dat door mijn uitleg mensen voortaan meer begrip hebben voor onze verplaatsingen over de binnenwateren. Wij zijn echt geen kwajongens die even lekker de gaskraan willen opentrekken’, zegt Michiel Alberts tot besluit.

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

‘De vaart houden in LCVP scheelt een hoge hekgolf’ | Schuttevaer.nl

‘De vaart houden in LCVP scheelt een hoge hekgolf’

Er wordt nogal eens vreemd of soms zelfs geërgerd opgekeken als een bootcompagnie, in vaktermen Landing Craft Task Unit (LCTU), van het Korps Mariniers zich snel over onze binnenwateren verplaatst. De landingsvaartuigen die hiervoor worden gebruikt, hebben de eigenschap een zeer grote hekgolf te trekken, wat schippers regelmatig de wenkbrauwen doet fronsen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer