Nove stelt Staat aansprakelijk voor gevolgen bijmengverplichting

De Nederlandse Organisatie Voor de Energiebranche (Nove), de brancheorganisatie voor brandstofhandelaren, heeft vrijdag 19 november de Nederlandse Staat aansprakelijk gesteld voor de negatieve gevolgen van het Besluit Energie en Vervoer dat vanaf 1 januari 2022 ingaat.

Nove stelt Nederlandse Staat aansprakelijk voor gevolgen van bijmenging, zoals stijgende brandstofprijzen en daaruit voortkomend bunkertoerisme. (Foto Slurink)
Nove stelt Nederlandse Staat aansprakelijk voor gevolgen van bijmenging, zoals stijgende brandstofprijzen en daaruit voortkomend bunkertoerisme. (Foto Slurink)

In dat besluit staat een reductieverplichting voor de binnenvaart, die wordt uitgevoerd door middel van het bijmengen van biobrandstoffen. De brancheorganisatie vreest daarom al langere tijd voor ‘bunkertoerisme’.

Vanaf 1 januari 2022 is de binnenvaart verplicht om 6% biobrandstoffen bij te mengen tijdens het bunkeren. Bunkerboeren kunnen deze bijmenging ook afkopen, via Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE). Nove vreest dat de prijsstijgingen die hieruit zullen voortkomen – voor een gemiddelde bunkering werd berekend dat er 2500 euro extra zou moeten worden betaald – zullen zorgen voor grootschalig bunkertoerisme. ‘Immers, de prijsverschillen met de buurlanden zullen bij de huidige grond- en biobrandstofprijzen fors oplopen’, schrijft directeur Erik de Vries. ‘Wij hebben op basis van huidige marktprijzen uitgerekend dat het prijsverschil met België en Duitsland na invoering van het Besluit ten nadele van Nederland kan oplopen tot € 125 per 1.000 liter.’ Voor de hele binnenvaart betekent dat een verhoging van 150 miljoen euro, omgerekend over de totale omzet aan brandstof in de sector in Nederland.

‘Onwenselijke situatie’

Volgens De Vries blijkt uit verschillende objectieve onderzoeken, uitgevoerd door onder andere Panteia en TNO, dat schippers en reders bij verhoging van de brandstofprijzen vaker besluiten in het buitenland te bunkeren. Tot maar liefst 83% van het bunkervolume zou kunnen wegvloeien naar het buitenland, berekende Panteia in juni.

Nove ging in gesprek met toenmalig minister Cora van Nieuwenhuizen op 25 mei, die toegaf dit een ‘onwenselijke situatie’ te vinden. De brancheorganisatie heeft daarom een stappenplan opgezet, die is verwoord in een brief aan het ministerie van 3 juni. ‘Nove heeft meerdere malen overleg gehad met het ministerie om oplossingen aan te dragen. Aan de eerdere toezegging van het ministerie om met stakeholders gezamenlijk in overleg te gaan is echter tot nu toe geen invulling gegeven.’

Bijvoegen aan wegvervoer

Volgens De Vries ligt de belangrijkste oplossingen in het bijvoegen van de binnenvaart aan het wegvervoer. Door gebruik te maken van de overprestatie van het wegvervoer, zou de binnenvaart automatisch voldoen aan de reductieverplichtingen. ‘Richtlijn 2009/30/EG artikel 7bis lid 4 (FQD) verplicht de lidstaten ervoor te zorgen dat een groep leveranciers, indien zij dit wensen, gezamenlijk aan de reductieverplichting mogen voldoen. In dit geval worden zij als een enkele leverancier beschouwd. Dit artikel biedt de lidstaat de mogelijkheid om de reductieverplichting op nationaal niveau te bezien.’

Met deze oplossing zou er tijd worden vrijgemaakt om met het ministerie en andere partijen tot goede afspraken te komen, die moet resulteren in een breedgedragen brandstofkwaliteit voor de binnenvaart. ‘Daarmee voorkomen we afbraak van de bunkerinfrastructuur.’ Een andere oplossing is om de verplichting pas in werking te laten treden als er met buurlanden België en Duitsland bindende afspraken worden gemaakt over gelijkwaardige implementatie van de maatregel.

Juridische mogelijkheden

Brandstofleveranciers zijn strijdvaardig, schrijft De Vries, omdat er grote angst en onzekerheid in de sector heerst door de aankomende maatregelen. ‘Klanten stellen vragen over de situatie in 2022 en lopen zelfs weg naar de buurlanden vanwege de onzekerheid over de prijszetting in 2022.’ Daarom wordt de Staat nu aansprakelijk gehouden door Nove voor de schade die zal ontstaan als gevolg van de reductieverplichting. Nove onderzoekt momenteel de juridische mogelijkheden om het besluit aan te vechten.

‘Onze leden willen alles op alles zetten om het voortbestaan van hun bedrijven niet in gevaar te laten brengen door ondoordachte regelgeving, waardoor zij bedrijfseconomisch zwaar geraakt gaan worden. Wij roepen het Ministerie daarom dringend op dit tij te keren.’

In Studio Schuttevaer wordt er vrijdag 19 november gesproken over de brief van Nove:

Lees ook:

Bunkerprijzen schieten met 20% omhoog door Europese wet FQD

Binnenvaart peinst er niet over dure biobrandstof te bunkeren 

Nove stelt Staat aansprakelijk voor gevolgen bijmengverplichting | Schuttevaer.nl

Nove stelt Staat aansprakelijk voor gevolgen bijmengverplichting

De Nederlandse Organisatie Voor de Energiebranche (Nove), de brancheorganisatie voor brandstofhandelaren, heeft vrijdag 19 november de Nederlandse Staat aansprakelijk gesteld voor de negatieve gevolgen van het Besluit Energie en Vervoer dat vanaf 1 januari 2022 ingaat.

Nove stelt Nederlandse Staat aansprakelijk voor gevolgen van bijmenging, zoals stijgende brandstofprijzen en daaruit voortkomend bunkertoerisme. (Foto Slurink)
Nove stelt Nederlandse Staat aansprakelijk voor gevolgen van bijmenging, zoals stijgende brandstofprijzen en daaruit voortkomend bunkertoerisme. (Foto Slurink)

In dat besluit staat een reductieverplichting voor de binnenvaart, die wordt uitgevoerd door middel van het bijmengen van biobrandstoffen. De brancheorganisatie vreest daarom al langere tijd voor ‘bunkertoerisme’.

Vanaf 1 januari 2022 is de binnenvaart verplicht om 6% biobrandstoffen bij te mengen tijdens het bunkeren. Bunkerboeren kunnen deze bijmenging ook afkopen, via Hernieuwbare Brandstofeenheden (HBE). Nove vreest dat de prijsstijgingen die hieruit zullen voortkomen – voor een gemiddelde bunkering werd berekend dat er 2500 euro extra zou moeten worden betaald – zullen zorgen voor grootschalig bunkertoerisme. ‘Immers, de prijsverschillen met de buurlanden zullen bij de huidige grond- en biobrandstofprijzen fors oplopen’, schrijft directeur Erik de Vries. ‘Wij hebben op basis van huidige marktprijzen uitgerekend dat het prijsverschil met België en Duitsland na invoering van het Besluit ten nadele van Nederland kan oplopen tot € 125 per 1.000 liter.’ Voor de hele binnenvaart betekent dat een verhoging van 150 miljoen euro, omgerekend over de totale omzet aan brandstof in de sector in Nederland.

‘Onwenselijke situatie’

Volgens De Vries blijkt uit verschillende objectieve onderzoeken, uitgevoerd door onder andere Panteia en TNO, dat schippers en reders bij verhoging van de brandstofprijzen vaker besluiten in het buitenland te bunkeren. Tot maar liefst 83% van het bunkervolume zou kunnen wegvloeien naar het buitenland, berekende Panteia in juni.

Nove ging in gesprek met toenmalig minister Cora van Nieuwenhuizen op 25 mei, die toegaf dit een ‘onwenselijke situatie’ te vinden. De brancheorganisatie heeft daarom een stappenplan opgezet, die is verwoord in een brief aan het ministerie van 3 juni. ‘Nove heeft meerdere malen overleg gehad met het ministerie om oplossingen aan te dragen. Aan de eerdere toezegging van het ministerie om met stakeholders gezamenlijk in overleg te gaan is echter tot nu toe geen invulling gegeven.’

Bijvoegen aan wegvervoer

Volgens De Vries ligt de belangrijkste oplossingen in het bijvoegen van de binnenvaart aan het wegvervoer. Door gebruik te maken van de overprestatie van het wegvervoer, zou de binnenvaart automatisch voldoen aan de reductieverplichtingen. ‘Richtlijn 2009/30/EG artikel 7bis lid 4 (FQD) verplicht de lidstaten ervoor te zorgen dat een groep leveranciers, indien zij dit wensen, gezamenlijk aan de reductieverplichting mogen voldoen. In dit geval worden zij als een enkele leverancier beschouwd. Dit artikel biedt de lidstaat de mogelijkheid om de reductieverplichting op nationaal niveau te bezien.’

Met deze oplossing zou er tijd worden vrijgemaakt om met het ministerie en andere partijen tot goede afspraken te komen, die moet resulteren in een breedgedragen brandstofkwaliteit voor de binnenvaart. ‘Daarmee voorkomen we afbraak van de bunkerinfrastructuur.’ Een andere oplossing is om de verplichting pas in werking te laten treden als er met buurlanden België en Duitsland bindende afspraken worden gemaakt over gelijkwaardige implementatie van de maatregel.

Juridische mogelijkheden

Brandstofleveranciers zijn strijdvaardig, schrijft De Vries, omdat er grote angst en onzekerheid in de sector heerst door de aankomende maatregelen. ‘Klanten stellen vragen over de situatie in 2022 en lopen zelfs weg naar de buurlanden vanwege de onzekerheid over de prijszetting in 2022.’ Daarom wordt de Staat nu aansprakelijk gehouden door Nove voor de schade die zal ontstaan als gevolg van de reductieverplichting. Nove onderzoekt momenteel de juridische mogelijkheden om het besluit aan te vechten.

‘Onze leden willen alles op alles zetten om het voortbestaan van hun bedrijven niet in gevaar te laten brengen door ondoordachte regelgeving, waardoor zij bedrijfseconomisch zwaar geraakt gaan worden. Wij roepen het Ministerie daarom dringend op dit tij te keren.’

In Studio Schuttevaer wordt er vrijdag 19 november gesproken over de brief van Nove:

Lees ook:

Bunkerprijzen schieten met 20% omhoog door Europese wet FQD

Binnenvaart peinst er niet over dure biobrandstof te bunkeren