De Maritime Achievement Award heeft volgens KVNR-directeur en juryvoorzitter Annet Koster betrekking op de hele maritieme sector, waarbij ‘aanzienlijke en bewezen verbeteringen behaald zijn die in het maatschappelijke domein en politieke debat van toegevoegde waarde zijn voor de toekomst van Nederland als maritiem land.’ Of, zoals Koster het samenvat: ‘Wie heeft het maritieme het beste op de kaart gezet.’
De Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945 is genomineerd met de Databank Koopvaardij, de IMO met het Net Zero Klimaatakkoord Zeevaart en Helene Perfors voor haar inzet voor het welzijn van zeevarenden. Nogal onvergelijkbare grootheden en daarmee een flinke opgave voor de breed samengestelde jury. Die beoordeelt de nominaties op onderscheidend vermogen, vernieuwingswaarde, toegevoegde waarde, positieve positionering en maatschappelijke waarde.
Welzijn Zeevarenden
Het welzijnswerk onder zeevarenden verdient meer aandacht en ondersteuning. Daar is iedereen het over eens, maar de praktijk is weerbarstig. Schepen liggen maar kort in een haven. Dan is het een drukte van belang. Alle bezoek heeft een zakelijk doel. Haast niemand komt voor de mensen. De bemanning zelf kan nauwelijks van boord. Even een luchtje scheppen is er amper bij.
Wereldwijd staat het welzijn van zeevarenden onder druk. De Seafarers Happiness Index rapporteert een gestaag dalende lijn. Zeker na de Covid 19-periode is het er niet beter op geworden. Rotterdam is een ‘High Risk Port’, dus restricties alom en op veel terminals mag de familie niet meer aan boord komen. Hoezo welzijn?
Dominee Helene Perfors is vanuit de Protestantse Kerk Nederland (PKN) koopvaardijpredikant. Zij zet zich in voor de geestelijke verzorging en het welzijn van zeevarenden in de regio Rijnmond. Haar collega León Rasser in Amsterdam doet hetzelfde in het IJmond-gebied. Ook andere kerken en welzijnsorganisaties zetten zich in voor het welzijn van alle zeevarenden in Nederlandse havens, ongeacht nationaliteit of levensovertuiging. Ze werken nauw samen in de Nederlandse Zeevarendencentrale die dit jaar overigens al 130 jaar bestaat.
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Spilfunctie
Dominee Perfors is voor het Welzijn Zeevarenden één van de centrale figuren. Zo is ze betrokken bij het International Seafarers’ Center The Bridge in Oostvoorne, is eindredacteur van het blad Diepgang, een uitgave van de Zeevarendencentrale en de Stichting Pastoraat Werkers Overzee. Ze is landelijk contactpersoon voor het Maritiem Gezinscontact en onderhoudt een reeks van nationale contacten, zoals met de kapiteinsvereniging, het ministerie, de vakbond Nautilus, de redersvereniging KVNR en ga zo maar door. De welzijnsorganisaties vertegenwoordigt ze binnen het Rotterdam Port Welfare Committee. Ook internationaal is Perfors betrokken, bijvoorbeeld binnen de International Christian Maritime Association (ICMA).
Maar het belangrijkste voor haar is het directe contact met zeevarenden. Perfors: ‘Zeevarenden zijn niet zielig, maar stellen een menselijk gezicht en luisterend oor wel erg op prijs. Een eenvoudige vraag als “Hoe gaat het met je?” levert vaak al diepgaande gesprekken op over eenzaamheid of heimwee.’
Mensen even ruimte geven om hun hart te luchten is soms al voldoende om weer verder kunnen, weet Perfors. ‘Zeevarenden stellen een bezoeken aan The Bridge zeer op prijs; even weg, even de lucht in een groene omgeving opsnuiven, even gewoon zelf boodschappen doen. Het zijn vaak kleine dingen die het doen.
‘Het werk wat ik doe wordt gezien én niet gezien. Het is belangrijk, maar mag niet blijkbaar teveel tijd en geld kosten. De nominatie voor de Maritime Achievement Award alleen al betekent meer erkenning en waardering.’
Net Zero Klimaatakkoord Zeevaart
De lidstaten van de IMO bereikten in juli dit jaar overeenstemming over de terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen naar nul rond 2050. Dit is het Net Zero Klimaatakkoord. Daarbij werd ook afgesproken dat schepen tegen 2030 tenminste 5% alternatieve brandstoffen zonder of met bijna geen broeikasgassen zullen gebruiken en er werden indicatieve ijkpunten voor broeikasgasreducties voor 2030 en 2040 vastgesteld.
De afspraken maken deel uit van het Marpol-verdrag dat in 1997 werd aangenomen. IMO werkt namelijk met internationale verdragen die zijn geratificeerd door de aangesloten landen. Meer dan 97 % van de ‘world tonnage’ vaart onder de vlag van een van die landen. Roel Hoenders (44) werkt bij IMO in Londen en is daar ‘Head Climate Action and Clean Air’, zeg maar hoofd van de afdeling ‘klimaat en schone lucht’.
‘Het gaat echt gebeuren’, zegt hij, ‘het Net Zero-akkoord behelst een strategie die nu wordt uitgewerkt in regelgeving. Daarbij mogen landen nog wijzigingen voorstellen. Ook worden zogeheten impactstudies uitgevoerd naar de effecten die het Net Zero-akkoord zou kunnen hebben voor bijvoorbeeld ontwikkelingslanden of specifieke industrieën. Maar in het najaar van 2025 zal de IMO de nieuwe afspraken in regelgeving vastleggen die dan wet worden.’
De IMO is een echte ‘regulator’, legt Hoenders uit. ‘Wij leggen wetgeving vast die van toepassing is op de scheepvaart wereldwijd. Het is belangrijk voor de scheepvaart om een “global level playing field” te hebben. Omdat schepen wereldwijd varen is het echt van belang dat de regelgeving ook wereldwijd hetzelfde is om een minimum-niveau te hebben van klimaatmaatregelen. Met ons klimaatakkoord hebben we heel duidelijk doel gezet voor 2050, om dan net zero te bereiken en dat is enorm ambitieus.’
Tekst gaat verder onder de afbeelding
Het effect van het akkoord is nu al te zien. Er ontstaat meer juridische zekerheid en daarmee bereidheid om in schone schepen, alternatieve brandstoffen en nieuwe technologieën te investeren. Hoenders: ‘Je ziet hier echt hoe regelgeving op wereldwijde schaal doorwerkt naar de industrie zelf.’
Het was volgens Hoenders een hele toer om tot de nieuwe strategie te komen. ‘Het was een uniek proces van onderhandelingen. Vaak tot diep in de nacht.’ Erg te spreken is hij over de inspanningen van de Nederlandse delegatie. ‘Je merkt dat polderen ons in de genen zit en dat heeft effect gehad.’
Hij is vereerd met de nominatie voor de Maritime Achievement Award. ‘Het biedt de IMO en de VN een fantastisch podium om het belang van wereldwijde regelgeving op klimaatgebied voor de scheepvaart naar voren te brengen bij het publiek.’
Databank Koopvaardijpersoneel
De Databank Koopvaardijpersoneel is een digitale vraagbaak voor nabestaanden van opvarenden die in de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse zeeschepen dienden. ‘Een eerbetoon ook, dat hen een verdiende plaats in onze geschiedenis geeft’, zegt Hubert Nijgh, voorzitter van de stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945.
We ontmoeten Nijgh bij het monument voor omgekomen zeelieden op de Katwijkse Boulevard. Zijn interesse voor deze haast vergeten geschiedenis begon met een oorkonde die in het huis van zijn oma hing. Die bleek bij het oorlogsherinneringskruis van zijn opa te horen. De opa van Nijgh werkte bij de Rotterdamsche Lloyd toen de oorlog uitbrak. Tot haar ondergang door een torpedoaanval in maart 1944 voer hij op het ms Dempo, dat dienst deed als troepentransportschip.
Nijgh: ‘Toen de oorlog uitbrak was een deel van de vloot op zee en kon niet meer terug naar Nederland. Kort daarna kondigde de regering in Londen de vaarplicht af. De zeelieden moesten dus blijven varen. De vaarplicht duurde tot een half jaar na de oorlog, gerekend vanaf 2 september 1945, omdat Japan toen de capitulatie tekende. Pas op 2 maart 1946 werd de vaarplicht opgeheven en mochten de zeevarenden naar huis.’
Tekst gaat verder onder de afbeelding
De stichting Koopvaardijpersoneel wil zoveel mogelijk aandacht creëren voor alle zeelieden die in de Tweede Wereldoorlog hebben gevaren. In de oorlog voeren er 1157 Nederlandse koopvaardijschepen waarvan ongeveer de helft is vergaan.
De stichting vindt dat er nooit echt aandacht voor deze koopvaardijgeschiedenis is geweest; het is een vergeten groep. ‘Wat heel merkwaardig is’, vindt Nijgh, ‘want onze koopvaardij leverde de grootste Nederlandse bijdrage aan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Onze koopvaardij was betrokken bij talloze grote operaties, zoals Torch en Neptune, maar ook bij de langste slag, de Battle of the Atlantic.’
Nijgh zocht steeds meer informatie over de oorlog van zijn opa op zee en raakte geïnteresseerd in de gehele koopvaardij in oorlogstijd. Nijgh kwam in contact kwam met de door koopvaardijveteranen zelf opgerichte Stichting Koopvaardijpersoneel 1940-1945 en werd bestuurslid.
Toen later Stef Rietbergen, kleinzoon van kapitein Cornelis Rietbergen, tot het bestuur toetrad introduceerde die de voormalig marineman Jos Rozenburg. Rozenburg deed al jaren onderzoek naar schepen en zeevarenden van de koopvaardij in de oorlogsjaren. De handen werden ineengeslagen en zo kon de stichting op 4 mei, na 17 jaar onderzoek, de databank lanceren in aanwezigheid van onder anderen Prinses Margriet.
De databank kent bijna 20.000 namen en voorziet nu in een grote behoefte van kinderen en kleinkinderen op zoek naar ontbrekende informatie over hun zeevarende familieleden.
Maritime Awards Gala 2024 Weet u iemand, een organisatie of bedrijf die in 2024 in aanmerking zou moeten komen voor één van de Maritime Awards?
Neem dan contact op met jurysecretaris Nathan Habers, 010-4146001