De bulker Yong Xing 56 (33.600 dwt) kwam 19 februari in de Tatarensont vast te zitten in de ijsstromen, met een aantal andere schepen. Het schip was op 13 februari vertrokken vanuit Huanghua in Noordoost-China met een lading aluminium. Op 23 februari gaf het Chinese schip een noodsignaal af, toen het water begon te maken. De 21 bemanningsleden aan boord verlieten het schip via het ijs om het schip heen. Daarvandaan werden ze opgepikt door een Russische veerboot en naar de haven gebracht.
Een dag later arriveerde een ijsbreker om het schip te bevrijden vanuit het ijs. Daarbij stelde het bergingsteam aan boord dat de boeg was verzakt, maar wel stabiel leek. De Chinese bemanning en een groep Russische bergers keerden terug naar het schip. Bij het schip aangekomen, werd geconcludeerd dat er een gat van 2 bij 1,5 meter zat in de romp van het schip. De 29.000 ton aluminiumoxide werd aan boord gehouden, en de bergers besloten het water uit het schip te pompen en het gat te repareren.

Trossen losgesneden
Na een aantal dagen pompen, bleek dat het water in het schip niet verdween. Uiteindelijk werden de golven te zwaar, en de hoeveelheid water was te veel voor de pompen. 28 februari werd besloten te stoppen met pogingen om het schip te bergen, en werden de trossen losgesneden.
De Yong Xing 56 zonk op 1 maart af naar de bodem, op zo’n 253 meter diepte. De Russische autoriteiten zijn een onderzoek gestart.

Lees ook: