Hebo komt via algemene voorwaarden onder schadeclaim Spanbeton uit

Hebo Maritiemservice in Zwartsluis hoeft de schade die in 2015 ontstond bij een transport van vijf betonnen brugliggers niet te vergoeden. Hebo kon zich bij de rechter in Rotterdam met succes beroepen op zijn algemene voorwaarden.

Ponton met brugliggers bij de aanleg in 2015 van de tweede Hollandse Brug. (Foto RWS)
Ponton met brugliggers bij de aanleg in 2015 van de tweede Hollandse Brug. (Foto RWS)

De liggers waren vervaardigd door betonfabriek Spanbeton in het Gelderse Huissen. Die had Hebo opdracht gegeven de liggers naar de Hollandse Brug te vervoeren. Tijdens het transport ging het mis. De ponton waarmee ze werden getransporteerd knikte, waardoor vier van de vijf 51 meter lange liggers – samen 575 ton – schade opliepen. Spanbeton deed een beroep op de verzekering, die een deel van de schade uitkeerde. De vier verzekeraars wilden de schade op Hebo verhalen. Het ging om een bedrag van 213.000 euro.

Wederpartij

Hebo verwees naar de algemene voorwaarden, die het bedrijf in dit geval zouden moeten vrijwaren. Na bestudering van de opdrachtovereenkomst oordeelde de rechter dat hier inderdaad sprake was van een vervoersovereenkomst waarop de algemene voorwaarden van Hebo van toepassing zijn. In deze voorwaarden staat onder meer: ‘Alle werkzaamheden, diensten en verkoop en levering van zaken door Hebo geschieden voor rekening en risico van wederpartij.’ En in het volgende artikel: ‘Hebo is, onverlet de bepalingen van dwingend recht, niet aansprakelijk voor enige schade, tenzij de door wederpartij geleden schade het gevolg is van opzet of grove schuld van Hebo of haar ondergeschikten.’

Exonoratiebeding

Met een beroep op dit exonoratiebeding (bepaling om schuld te beperken) kon Hebo de claim van de verzekeraars afweren. Dat gold ook voor een claim van Spanbeton. Die probeerde het deel van de schade dat de verzekering niet had vergoed – ruim 84.000 euro – alsnog door Hebo betaald te krijgen. Ook daar ging de rechter niet in mee.

Tijdverlet

Hebo moet wel een schadevergoeding van ruim 30.000 euro betalen aan de verhuurder van de ponton Datrans 17 (55 x 11,40 meter, 826 ton) die tijdens het transport was geknikt. Hier is volgens de rechtbank sprake van een ander soort overeenkomst, namelijk rompbevrachting. Dan geldt dat de rompbevrachter (in dit geval Hebo) de exploitatie overneemt en daarmee ook alleen verantwoordelijk is. De rechter vindt dat Hebo een sterkte- of stabiliteitsberekening had moeten maken, alvorens de ponton te beladen. Dat was niet gebeurd. Tijdens de rechtszaak vroeg de verhuurder om vergoeding van de 42 dagen die de ponton noodgedwongen buiten gebruik was geweest (tijdverlet) en de niet-vergoede expertisekosten. Beide kreeg hij toegewezen De daadwerkelijke schade aan de ponton had de verhuurder al bij zijn verzekering kunnen indienen.

Lees ook:

Hebo licht eerste schip uit Maas bij Luik vlotjes

Schepen met fosfinelading liggen opnieuw een weekend stil zonder oplossing

Hebo komt via algemene voorwaarden onder schadeclaim Spanbeton uit | Schuttevaer.nl

Hebo komt via algemene voorwaarden onder schadeclaim Spanbeton uit

Hebo Maritiemservice in Zwartsluis hoeft de schade die in 2015 ontstond bij een transport van vijf betonnen brugliggers niet te vergoeden. Hebo kon zich bij de rechter in Rotterdam met succes beroepen op zijn algemene voorwaarden.

Ponton met brugliggers bij de aanleg in 2015 van de tweede Hollandse Brug. (Foto RWS)
Ponton met brugliggers bij de aanleg in 2015 van de tweede Hollandse Brug. (Foto RWS)

De liggers waren vervaardigd door betonfabriek Spanbeton in het Gelderse Huissen. Die had Hebo opdracht gegeven de liggers naar de Hollandse Brug te vervoeren. Tijdens het transport ging het mis. De ponton waarmee ze werden getransporteerd knikte, waardoor vier van de vijf 51 meter lange liggers – samen 575 ton – schade opliepen. Spanbeton deed een beroep op de verzekering, die een deel van de schade uitkeerde. De vier verzekeraars wilden de schade op Hebo verhalen. Het ging om een bedrag van 213.000 euro.

Wederpartij

Hebo verwees naar de algemene voorwaarden, die het bedrijf in dit geval zouden moeten vrijwaren. Na bestudering van de opdrachtovereenkomst oordeelde de rechter dat hier inderdaad sprake was van een vervoersovereenkomst waarop de algemene voorwaarden van Hebo van toepassing zijn. In deze voorwaarden staat onder meer: ‘Alle werkzaamheden, diensten en verkoop en levering van zaken door Hebo geschieden voor rekening en risico van wederpartij.’ En in het volgende artikel: ‘Hebo is, onverlet de bepalingen van dwingend recht, niet aansprakelijk voor enige schade, tenzij de door wederpartij geleden schade het gevolg is van opzet of grove schuld van Hebo of haar ondergeschikten.’

Exonoratiebeding

Met een beroep op dit exonoratiebeding (bepaling om schuld te beperken) kon Hebo de claim van de verzekeraars afweren. Dat gold ook voor een claim van Spanbeton. Die probeerde het deel van de schade dat de verzekering niet had vergoed – ruim 84.000 euro – alsnog door Hebo betaald te krijgen. Ook daar ging de rechter niet in mee.

Tijdverlet

Hebo moet wel een schadevergoeding van ruim 30.000 euro betalen aan de verhuurder van de ponton Datrans 17 (55 x 11,40 meter, 826 ton) die tijdens het transport was geknikt. Hier is volgens de rechtbank sprake van een ander soort overeenkomst, namelijk rompbevrachting. Dan geldt dat de rompbevrachter (in dit geval Hebo) de exploitatie overneemt en daarmee ook alleen verantwoordelijk is. De rechter vindt dat Hebo een sterkte- of stabiliteitsberekening had moeten maken, alvorens de ponton te beladen. Dat was niet gebeurd. Tijdens de rechtszaak vroeg de verhuurder om vergoeding van de 42 dagen die de ponton noodgedwongen buiten gebruik was geweest (tijdverlet) en de niet-vergoede expertisekosten. Beide kreeg hij toegewezen De daadwerkelijke schade aan de ponton had de verhuurder al bij zijn verzekering kunnen indienen.

Lees ook:

Hebo licht eerste schip uit Maas bij Luik vlotjes

Schepen met fosfinelading liggen opnieuw een weekend stil zonder oplossing