Stoom keert terug in zeescheepvaart

Het terugwinnen van energie uit hoogwaardige restwarmte van de hoofdmotor op schepen met middelgrote scheepsmotoren, zoals op de A-serie van Wagenborg (143 x 21,50 meter, 17.300 dwt, 962 teu), lijkt economisch niet rendabel en is technisch moeilijk te realiseren. Dat blijkt uit onderzoek van Jeroen van Akkeren, Wilco Schot en Erwin Breen, studenten van het Nautisch Instituut De Ruyter in Vlissingen.

De schepen uit de A-serie zijn uitgerust met een mediumspeed Wärtsilä 8L46B motor met een vermogen van 7300 kW. De studenten onderzochten, op verzoek van Wagenborg, de mogelijkheden om de restwarmte van de motoren te gebruiken om via en uitlaatgassenketel stoom te produceren voor het aandrijven van stoomturbines. In principe gaat het om de restwarmte die anders via de uitlaat naar buiten stroomt. Deze warmte is voldoende om met behulp van een tweetraps-stoomturbine stroom op te wekken. Het gaat dan om een systeem waarbij een turbine wordt aangedreven door stoom met een hoge druk en een tweede door stoom met een lage druk. Het overschot aan stroom kan worden gebruikt om de asgenerator aan te drijven. Die functioneert dan als hulpaandrijving voor de schroefas, wat een lagere motorbelasting oplevert.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Stoom keert terug in zeescheepvaart | Schuttevaer.nl

Stoom keert terug in zeescheepvaart

Het terugwinnen van energie uit hoogwaardige restwarmte van de hoofdmotor op schepen met middelgrote scheepsmotoren, zoals op de A-serie van Wagenborg (143 x 21,50 meter, 17.300 dwt, 962 teu), lijkt economisch niet rendabel en is technisch moeilijk te realiseren. Dat blijkt uit onderzoek van Jeroen van Akkeren, Wilco Schot en Erwin Breen, studenten van het Nautisch Instituut De Ruyter in Vlissingen.

De schepen uit de A-serie zijn uitgerust met een mediumspeed Wärtsilä 8L46B motor met een vermogen van 7300 kW. De studenten onderzochten, op verzoek van Wagenborg, de mogelijkheden om de restwarmte van de motoren te gebruiken om via en uitlaatgassenketel stoom te produceren voor het aandrijven van stoomturbines. In principe gaat het om de restwarmte die anders via de uitlaat naar buiten stroomt. Deze warmte is voldoende om met behulp van een tweetraps-stoomturbine stroom op te wekken. Het gaat dan om een systeem waarbij een turbine wordt aangedreven door stoom met een hoge druk en een tweede door stoom met een lage druk. Het overschot aan stroom kan worden gebruikt om de asgenerator aan te drijven. Die functioneert dan als hulpaandrijving voor de schroefas, wat een lagere motorbelasting oplevert.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer