Van Eijmeren begeleidde sinds 1980 jaarlijks zo’n 125 leerlingen. Vanwege die broodnodige praktijk steekt hem het klagen van schippers over Nederlandse matrozen die nog niets zouden kunnen als ze van school komen. ‘Een aantal jaren terug had de schipper nog tijd om jongens op te leiden. Nu is het één en al drukte, we varen voor de bank… Zeg nou eens tegen zo’n jongen: dat komt goed uit, dan zal ik je even leren hoe we dat hier doen. Haal ze naar de stuurhut, maak het aantrekkelijk voor die jongens. Zet ze aan het werk, leer ze werken, maar beloon ze ook.’