‘Kabinet Balkenende is zeeblind’

De regering ziet geen mogelijkheid om de afdrachtvermindering, een fiscale tegemoetkoming in de loonkosten van Nederlandse zeelieden, te verhogen van veertig naar 45 procent. De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders wil dit graag om het loonkostenverschil met de concurrentie te verminderen.

Uit vergelijkingen bleek dat bij gelijk brutoloon de loonkosten voor Nederlandse zeelieden jaarlijks 2500 euro hoger liggen dan in België en Duitsland (op basis van 45.000 euro bruto). De KVNR is zwaar teleurgesteld over de afwijzing van het kabinet om de afdrachtvermindering te verbeteren. ‘Hierdoor blijven de loonkosten voor Nederlandse reders voor Nederlandse zeevarenden hoger dan die van hun Belgische en Duitse concurrenten’, stelt Fred van Zeijl van de KVNR. ‘Door deze opstelling holt het kabinet de concurrentiepositie van Nederlandse reders uit. Het bemoeilijkt Nederlandse reders om met Nederlandse zeevarenden te blijven varen, terwijl deze juist nodig zijn voor de toekomst van de Nederlandse maritieme cluster.’
Staatssecretaris De Jager van Financiën en Huizinga van Verkeer en Waterstaat zijn het daar niet mee eens. ‘Voor veertig procent van de reders bestaat al een verzilveringsprobleem van de afdrachtsvermindering zeevaart’, stellen zij in een brief aan de Tweede Kamer. ‘Binnen ons fiscale stelsel bestaat geen mogelijkheid het deel van de afdrachtsvermindering dat meer bedraagt dan de ingehouden loonbelasting en premies uit te betalen. Bij verhoging van de afdrachtsvermindering naar 45 procent zou zelfs 55 procent van de reders een verzilveringsprobleem krijgen.’
De verzilveringsproblematiek kan worden opgelost door subsidie te verstrekken over het deel dat niet kan worden verzilverd. Dat kost zo’n zeven miljoen euro per jaar. De regering heeft dat geld er echter niet voor over.
De staatssecretarissen relativeren het loonkostenverschil met België en Duitsland door er op te wijzen dat de loonkosten van een representatieve Nederlandse reder slechts vijftien procent van de exploitatiekosten van een schip uitmaken. ‘Daarbij komt dat het geconstateerde loonkostenverschil met buurlanden betrekking heeft op een relatief kleine groep zeevarenden. Van de 20.000 zeevarenden op de Nederlandse vloot hebben er maar 6300 de Nederlandse nationaliteit. Het overgrote deel bestaat uit buitenlandse zeelieden, zoals Filippijnen waarmee in overleg met de Filippijnse regering goedkope cao’s zijn afgesloten.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

‘Kabinet Balkenende is zeeblind’ | Schuttevaer.nl

‘Kabinet Balkenende is zeeblind’

De regering ziet geen mogelijkheid om de afdrachtvermindering, een fiscale tegemoetkoming in de loonkosten van Nederlandse zeelieden, te verhogen van veertig naar 45 procent. De Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders wil dit graag om het loonkostenverschil met de concurrentie te verminderen.

Uit vergelijkingen bleek dat bij gelijk brutoloon de loonkosten voor Nederlandse zeelieden jaarlijks 2500 euro hoger liggen dan in België en Duitsland (op basis van 45.000 euro bruto). De KVNR is zwaar teleurgesteld over de afwijzing van het kabinet om de afdrachtvermindering te verbeteren. ‘Hierdoor blijven de loonkosten voor Nederlandse reders voor Nederlandse zeevarenden hoger dan die van hun Belgische en Duitse concurrenten’, stelt Fred van Zeijl van de KVNR. ‘Door deze opstelling holt het kabinet de concurrentiepositie van Nederlandse reders uit. Het bemoeilijkt Nederlandse reders om met Nederlandse zeevarenden te blijven varen, terwijl deze juist nodig zijn voor de toekomst van de Nederlandse maritieme cluster.’
Staatssecretaris De Jager van Financiën en Huizinga van Verkeer en Waterstaat zijn het daar niet mee eens. ‘Voor veertig procent van de reders bestaat al een verzilveringsprobleem van de afdrachtsvermindering zeevaart’, stellen zij in een brief aan de Tweede Kamer. ‘Binnen ons fiscale stelsel bestaat geen mogelijkheid het deel van de afdrachtsvermindering dat meer bedraagt dan de ingehouden loonbelasting en premies uit te betalen. Bij verhoging van de afdrachtsvermindering naar 45 procent zou zelfs 55 procent van de reders een verzilveringsprobleem krijgen.’
De verzilveringsproblematiek kan worden opgelost door subsidie te verstrekken over het deel dat niet kan worden verzilverd. Dat kost zo’n zeven miljoen euro per jaar. De regering heeft dat geld er echter niet voor over.
De staatssecretarissen relativeren het loonkostenverschil met België en Duitsland door er op te wijzen dat de loonkosten van een representatieve Nederlandse reder slechts vijftien procent van de exploitatiekosten van een schip uitmaken. ‘Daarbij komt dat het geconstateerde loonkostenverschil met buurlanden betrekking heeft op een relatief kleine groep zeevarenden. Van de 20.000 zeevarenden op de Nederlandse vloot hebben er maar 6300 de Nederlandse nationaliteit. Het overgrote deel bestaat uit buitenlandse zeelieden, zoals Filippijnen waarmee in overleg met de Filippijnse regering goedkope cao’s zijn afgesloten.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer