De mannen, een journalist en een wrakexpert, hadden met een duikrobot opnames laten maken van het wrak van het in september 1994 op een reis van Tallinn naar Stockholm gezonken schip. Bij de ramp kwamen 852 mensen om het leven. Omdat veel van de lichamen niet werden geborgen is de locatie van het wrak aangemerkt als begraafplaats met de beperking dat afstand moet worden gehouden en er niet mag worden gefilmd. De journalist Henrik Evertsson verwerkte de filmopnames in een documentaire, de wrakexpert Linus Andersson was als adviseur bij dit project betrokken.
Lagere rechtbank
Eerder waren de mannen door een lagere rechtbank voor hetzelfde feit vrijgesproken. Ze hebben aangekondigd in hoger beroep te gaan.
Intussen gaan de Zweedse en de Estlandse autoriteiten, het schip was eigendom van de Zweeds-Letse rederij Estlines, nog steeds verder met onderzoek. In juni dit jaar werd nog ontdekt dat de scheur aan stuurboordzijde van het schip geen 12 maar 40 meter lang is. Die zou zijn ontstaan doordat het schip een rots op de zeebodem raakte.
Lees ook: