Door de oorlog kunnen deze Oekraïense bedrijven niet of nauwelijks meer leveren en door de sancties is Nederland bijna de volledige Russische afzetmarkt kwijtgeraakt. Meteen na de inval in Oekraïne door Russische strijdkrachten was er groot nieuws rondom de Nabil, het nieuwe offshore-bevoorradingsschip van Niestern Sander, bedoeld voor de Russische markt. Wat er met het schip gaat gebeuren, is nog onduidelijk. ‘De sancties zijn duidelijk, maar er blijven natuurlijk interpretatieverschillen’, duidt De Graaf. ‘Alles wat met Rusland te maken heeft, moeten onze leden goed uitzoeken.’
Er is door NMT inventarisatie gedaan naar de impact van de Rusland-sancties op Nederlandse spelers in de maritieme maakindustrie. ‘En we zijn geschrokken. Zo’n 10 tot 15 procent van onze leden ondervindt directe gevolgen. En dan zijn er nog tal van bedrijven die indirect geraakt worden, zij die bijvoorbeeld leveren aan de werven die voor Russische klanten bouwen. De maritieme maakindustrie bestaat uit een enorme toeleveringsketen.’
Juridisch
De sancties zijn juridisch ook lastig te vatten. ‘We krijgen allerlei updates binnen, bestaande uit namen en informatie. Je moet echt een jurist zijn om de regels te snappen. We roepen onze leden daarom op om goed na te denken. Er worden zoveel regels ingevoerd, en dus is er veel onduidelijk.’ De Graaf raadt zijn leden dan ook aan om contact op te nemen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) of een jurist.
‘We maken onze leden duidelijk: houd je aan de regels. Het is moeilijk, want alles wat te maken heeft met voedsel of gas mag dan wel weer geleverd worden. En ik vind het wel vreemd dat er elke dag nog steeds honderden vrachtwagens over de Russische grens rijden om te blijven leveren’, zegt De Graaf.
‘Je kan ondernemingen niet vragen om veel meer te doen dan de sancties. Daarmee breng je de keten in gevaar en daarmee een economisch belangrijke sector.’
Meer marine
De oorlog heeft dan een grote impact op de scheepsbouw van ons land, maar daarnaast heeft het een paradoxale invloed. Door de oorlog is de roep om meer defensie-uitgaven steeds groter aan het worden, en daarbij hoort ook marinebouw. ‘Ik ben overtuigd dat marinebouw alleen goed samen kan gaan met een goedlopende civiele scheepsbouwsector. Daarom pleit ik al langer voor een groter aandeel aan subsidies voor de maritieme sector, ook om onze autonomie te bewaken. Zoals in voedsel- en energiewinning. Geen natie kan zonder een sterke maritieme maakindustrie, dus ook bij ons moet de overheid zich sterk maken voor het behoud van de sector. Net zoals in veel Aziatische landen, maar ook bij onze Europese buren, waar er miljoenen of zelfs miljarden gaan naar de maritieme sector.’
Oligarchen
De uitgaven aan defensie laten zien dat industriepolitiek belangrijk is, aldus De Graaf. ‘De importheffing op staal is tijdelijk opgeschort en daar zijn we superblij mee. Maar er zijn veel zaken uit het maritieme masterplan die nog moeilijk van de grond komen. De overheid kan helpen om dat proces te versnellen.’
Een belangrijke subsector binnen de maritieme maakindustrie, die populair is bij Russische oligarchen, is de Nederlandse superjachtbouw. Wat gebeurt er met de orders die nog lopen? ‘In aanbouw zijnde schepen zijn nog altijd eigendom van de werf tot de laatste betaling is gedaan.’
De superjachtbouw in Nederland is zo populair, dat de werven niet bang hoeven te zijn dat ze blijven zitten met nog niet verkochte schepen. ‘Voor de oorlog waren de wachtrijen soms wel jarenlang. Ik denk dat er genoeg kopers zijn die staan te trappelen om er nu eentje te kunnen kopen.’
China
De Graaf spreekt wel van een kantelend sentiment door de Russische inval. Zo vindt hij niet dat er per se kritischer moet worden gekeken naar potentiële kopers dan nu al wordt gedaan. ‘Rus en rijk staat niet gelijk aan strafbaar. En de werven doen al jaren antecedentenonderzoek om goed voorbereid te zijn op enige problematiek.’
De lachende derde in deze oorlog is China, zegt De Graaf. ‘China subsidieert zijn zware industrie en zijn maritieme maakindustrie. Zij gaan alle grenzen over voor hun industrie, terwijl wij hier ongelooflijk strenge regels hebben.’ De Graaf vraagt zich af waarom scheepsbouw-orders naar China gaan. ‘En met Europees geld erachteraan omdat er een LNG-installatie wordt ingebouwd. We hadden al sterke prijsverschillen en door de staalprijzen en de oorlog loopt dit alleen verder op. Zij versterken hun concurrentiepositie en nemen onze afzetmarkt in Rusland geruisloos over.
‘En hou rekening met Turkije. Die hebben Rusland ook geen sancties opgelegd.’
Lees ook: