Veiligheid

Als het werkt: Navigatielichten

‘Red on red, safety ahead’ is één van de vele rijmpjes waarmee aankomende stuurlieden leren hoe zij in het donker andere schepen kunnen ontwijken. Veel aanvaringen zijn voorkomen doordat schepen wereldwijd dezelfde navigatielichten voeren. Maar wanneer en hoe is dat zo gekomen?

Het inwendige van een opengeklapt bakboord navigatielicht, met hierin een eenvoudige olielamp met reservoir en opdraaibare pit, lont of kousje.
Het inwendige van een opengeklapt bakboord navigatielicht, met hierin een eenvoudige olielamp met reservoir en opdraaibare pit, lont of kousje.

De eerste navigatielichten werden ingesteld toen stoomschepen op het water verschenen. Blijkbaar voerden zeilschepen vóór die tijd geen navigatielichten. Maar in 1838 was het dan zover. De Verenigde Staten verplichtte stoomschepen tussen zonsopkomst en -ondergang lichten te voeren. Het maakte daarbij niet uit wat voor soort lichten dat waren.

De volgende stap had pas 10 jaar later plaats. In het Verenigd Koninkrijk werd een wet aangenomen die de Lord High Admiral het recht gaf aan schepen voor te schrijven wat voor soort lichten ze moesten voeren. Het is aan deze admiraal te danken dat we tegenwoordig rood, groen en wit op het water zien. Het voorschrift werd om een rood licht aan bakboord te installeren, een groen licht aan stuurboord en een wit licht in de top van de mast.

Alleen stoomschepen

Als er niet werd gevaren, maar het schip voor anker lag, dan was een enkel wit rondschijnend licht voldoende. En wederom gold dit voorschrift alleen voor stoomschepen. Maar in in het volgende jaar, 1849, stelde het Amerikaanse congres de lichten ook verplicht voor zeilschepen.

Daarna was het 40 jaar stil, totdat in 1889 in Washington de eerste Internationale Maritieme Conferentie werd gehouden om aanvaringen te voorkomen. De daar genomen besluiten werden echter pas acht jaar later, in 1897, op internationale schaal effectief. De regels werden iets aangepast. Met name moesten door motoren aangedreven schepen (dus niet meer alleen de stoomschepen, maar ook de schepen met een verbrandingsmotor) verplicht een tweede mastlicht voeren, als zij langer dan 150 voet waren (circa 50 meter). Tevens werd bij de Solas-conferentie (Safety of Life at Sea) van 1948 een heklicht voor praktisch alle vaartuigen verplicht gesteld. Dit alles komt in grote lijnen overeen met de huidige voorschriften, die, afgezien van wat kleine aanvullingen (zoals het extra heklicht) dus al sedert 1897 in gebruik zijn.

Lampolie

Op technisch gebied is in de tussentijd wel het nodige veranderd. De eerste navigatielichten werden verplicht in een tijd waarin elektriciteit nog geen gemeengoed was. Zij werkten nog op lampolie. Nu zijn olielampen niet de meest krachtige lichtbronnen en het is dus maar de vraag of schepen in de begintijd wel van grote afstanden waren te zien. De rode en groene glaasjes namen ook nog eens veel licht weg, zodat een schip van opzij erg moeilijk was waar te nemen.

Het inwendige van een opengeklapt bakboord navigatielicht, met hierin een eenvoudige olielamp met reservoir en opdraaibare pit, lont of kousje.
Het inwendige van een opengeklapt bakboord navigatielicht, met hierin een eenvoudige olielamp met reservoir en opdraaibare pit, lont of kousje.

Een ander probleem was, dat olielampen met een kousje werkten dat tijdens het branden, net als de pit van een kaars, korter werd. Wilde de olielamp niet uitdoven, dan moest het kousje geregeld omhoog worden gedraaid, ofschoon heel wat uitvinders zich hebben beziggehouden met kousjes die automatisch tijdens het branden langzaam omhoog kwamen. En dan moest er ook nog een voldoende groot olievat aan de lamp worden bevestigd, zodat ook in het donkere jaargetijde de lichten voldoende lang bleven branden. En als laatste probleem was er het risico dat de lamp tijdens een storm door buiswater of sterke wind zou worden gedoofd. Ook lastig was dat olielampen niet op afstand konden worden aangestoken. Met name het mastlicht moest bij nacht en ontij na het aansteken via een slingerend lijntje omhoog worden gehesen.

Carbid-lantaarns

Krachtiger licht was op verschillende manieren te bereiken. Gasgestookte lantaarns gaven bijvoorbeeld beduidend meer licht dan olielampen. Ook carbid-lantaarns gaven opvallend veel en helder wit licht. Maar carbid is dan weer een lastige brandstof, waarvan de toevoer ook voortdurend moet worden bijgeregeld. En carbid en water gaan niet goed samen.

Om met olie veel licht op te wekken, werd een oude methode van stal gehaald: tijdens het branden van de lantaarn, werd een deel van de daarbij ontstane hitte gebruikt om de aangevoerde olie sterk te verhitten, zodat de olie in gasvorm overging. Daarmee ging de olielantaarn zich als een gaslantaarn gedragen en gaf dus beduidend meer licht.

De bediening van dit soort lantaarns is echter ingewikkeld. Voordat zo’n lantaarn naar behoren werkt moet een lang voorgloeitraject worden doorlopen. Oliegestookte schijnwerpers werden nog wel met deze voorziening uitgevoerd, maar voor de normale boordverlichting is hij ongebruikelijker.

Lees ook:

Als het werkt: Stiftlassen

Als het werkt: Steenkool-dilemma

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Als het werkt: Navigatielichten | Schuttevaer.nl
Veiligheid

Als het werkt: Navigatielichten

‘Red on red, safety ahead’ is één van de vele rijmpjes waarmee aankomende stuurlieden leren hoe zij in het donker andere schepen kunnen ontwijken. Veel aanvaringen zijn voorkomen doordat schepen wereldwijd dezelfde navigatielichten voeren. Maar wanneer en hoe is dat zo gekomen?

Het inwendige van een opengeklapt bakboord navigatielicht, met hierin een eenvoudige olielamp met reservoir en opdraaibare pit, lont of kousje.
Het inwendige van een opengeklapt bakboord navigatielicht, met hierin een eenvoudige olielamp met reservoir en opdraaibare pit, lont of kousje.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer