‘Over vijftig jaar zij wij nog steeds een nautisch-technische club’

Koninklijke Schuttevaer gaat nergens anders over dan over nautisch-technische zaken en de infrastructuur. Dat moet nu maar eens duidelijk zijn. Hoewel er in de binnenvaart steeds vaker kritiek klinkt dat Schuttevaer zich ook met sociaal-economische zaken bemoeit, ontkennen Kees de Vries en Leny van Toorenburg dit in alle toonaarden.

‘Over vijftig jaar zij wij nog steeds een nautisch-technische club'

Door Erik van Huizen

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Deel dit artikel

Reacties (2)

  • om nog even het geheugen op te frissen van de heer de Vries

    Opmerkingen ASV naar aanleiding van het concept visie en actieplan “toekomst klein schip in de binnenvaart”

    Reactie op de column van Kees de Vries 15 oktober jl.
    In de column van woensdag 15 oktober jongstleden in weekblad de Schuttevaer schrijft Kees de Vries “… over het eindrapport over de toekomst van het kleine schip. Het rapport bevat 21 acties om het kleine schip voor de vloot te behouden en heeft de unanieme steun van de organisaties.” Dit is bezijden de waarheid, tenzij Kees de Vries vindt dat de ASV geen organisatie is.
    Wij waren op het laatste overleg waar het concept rapport besproken werd en ter goedkeuring is voorgelegd aan de aanwezigen.
    Wij (ASV) hebben toen duidelijk gezegd dat we het met de strekking van het rapport niet eens waren en daarnaast binnen het rapport wijzigingen wilden. Die hebben wij (bij bijna iedere bladzijde) aangegeven. Kees de Vries beloofde die wijzigingen aan te brengen maar heeft het ons niet meer voorgelegd. Wij hebben gezegd tijdens datzelfde overleg niet blindelings te vertrouwen dat het dan wel goed zou zijn, dus hebben onze instemming niet gegeven.Dus als Kees de Vries dan zegt dat het de unanieme steun heeft moeten wij dat wel tegenspreken. Wij willen de heer de Vries niet voor de voeten lopen, maar zullen wel onmiddellijk na het uitkomen van het rapport duidelijk maken in welke opzichten wij, als ASV, het niet eens zijn met (de strekking van) het rapport.

    Onderstaande opmerkingen zijn gemaakt naar aanleiding van de overleggen die bijgewoond zijn door de ASV en het (concept) rapport wat uit die overleggen is voortgekomen. Het rapport is uitgevoerd in opdracht van BOB en EICB. Het betreft het rapport dat uitgereikt wordt aan de staatssecretaris van Verkeer en waterstaat.

    Uitgangspunt is de diversiteit van de hele vloot te behouden en een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen
    De basis van dit stuk zit in het voorkomen van een tekort aan kleine schepen. Het oogmerk van het convenant getekend met de Minister van Verkeer en Waterstaat in 2006 is de “……. diversiteit van de hele vloot te behouden en een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen. ….”

    Hieronder volgen algemene opmerkingen die blijven staan ongeacht de eventuele aanpassingen die de heer de Vries heeft gedaan naar aanleiding van het laatste overleg waarin het concept besproken is.

    1: Het plan waarborgt niet het uitgangspunt een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen.
    Het plan richt zich bijna uitsluitend op nieuwbouw en innovaties, wat gebeurt er met de bestaande kleine schepen?
    Het hele plan lijkt te schrijven vanuit het “gegeven” dat de bestaande vloot kleine oudere schepen (van voor 1976) gaat verdwijnen. De initiatieven zijn namelijk vooral gericht op nieuwbouw en innovaties. Over de CCR-regels die zo’n struikelblok vormen voor de kleinere schepen wordt nauwelijks iets gezegd. Slechts de hardheidsclausule en alternatieve maatregelen komen aan de orde maar dan alleen als onderwerp waarover gecommuniceerd dient te worden. Hieruit blijkt dat in dit voorstel men niets wil veranderen aan de regelgeving van de CCR en de technische wetgeving (ROSR). Het feit dat men het hierbij alleen heeft over een “start van het communicatietraject” geeft aan dat men hierin niet de regelgeving aan de orde wil stellen.
    Tegelijkertijd kan men er niet onderuit dat geen enkel nieuwbouwproject in de afgelopen jaren is gelukt. De nieuw te bouwen kleine schepen zijn simpelweg veel te duur.

    Voorstel ASV: zorg dat je in ieder geval de kleine schepen behoudt. En ga vanuit dát uitgangspunt verder kijken richting eventuele nieuwbouw en innovaties. Dat betekent dus in ieder geval de CCR regelgeving die ingaat in 2010 van tafel.

    2.Het plan waarborgt niet het uitgangspunt om de diversiteit van de hele vloot te behouden
    In dit kader wordt een klein schip gezien als een schip tot 1500 ton. De grote verschillen daarbinnen wordt geen recht gedaan. Het lijkt erop of alleen het gehele tonnage van schepen tot 1500 ton gelijk moet blijven. Dat zou theoretisch ook uit louter (minder aantal) schepen van (bijvoorbeeld) 1500 ton kunnen bestaan. Daarmee wordt het uitgangspunt om de diversiteit (ook binnen de range van schepen tot 1500 ton) van de hele vloot te behouden tenietgedaan. Hiermee gaan veel bedrijven dus onbereikbaar worden voor binnenschepen.
    Voorstel ASV: behoud het uitgangspunt om de diversiteit (ook binnen de range van schepen tot 1500 ton) van de hele vloot door als eerste te streven naar een oplossing voor het gebrek aan vertrouwen van kleine binnenvaartondernemers in de toekomst. Een van de uitgangspunten zou daarbij moeten zijn: de CCR regelgeving die ingaat in 2010 van tafel

    3. er is geen voorstel in dit plan om werkelijk het voortbestaan te waarborgen op economisch vlak.
    Alle partijen zijn het erover eens dat de tarieven voor de vervoerders in de binnenvaart veel te laag zijn. Deze zouden tientallen procenten omhoog moeten wil men een gezonde onderneming kunnen voeren. Echter, in dit rapport worden hier geen harde voorstellen voor gedaan. Men komt niet verder dan afspraken tussen binnenvaartbranche en verladers over bijvoorbeeld kostendekkende vrachtprijzen etc en een verkenning van samenwerkingsvormen en ondernemersvormen.
    Het verleden heeft nu toch wel geleerd dat we er daar mee niet komen. Dit is allemaal veel te vrijblijvend. De samenwerkingsverbanden hebben tot nu toe eerder voor een vrachtprijsverlaging dan voor een vrachtprijsverhoging gezorgd. We weten dat de vrije markt zoals die nu wordt toegepast in de (kleine) binnenvaart niet werkt. Het rapport heeft het over “verbetering van marktbewustzijn”, maar als je dat niet koppelt aan marktmacht maakt het niet uit hoe “bewust” je bent. Dan kom je nog nergens. De individuele schipper heeft momenteel geen enkele marktmacht. De samenwerkingsverbanden (die opereren als bevrachter) en de overige bevrachters maken ge(mis)bruik van de onmacht van de schipper om werk naar zich toe te trekken. (hier kunnen wij recente voorbeelden van geven)
    Voorstel ASV: bodemtarieven, evenredige vrachtverdeling, toerbeurtsysteem.
    :
    4. Bekostiging en benoeming coördinator kleine schepen
    De voortgang van de verschillende acties kan actief worden gestimuleerd en bewaakt door een coördinator kleine schepen. Deze coördinator wordt door de branche gedurende een periode van tenminste 3 jaar benoemd. Onze vraag is:

    · wie betaalt dat? (tijdens het overleg werd door ons deze vraag gesteld. Wij kregen de indruk dat een deel van de bekostiging uit de gelden van het sloopfonds zou komen)
    · wie gaat wie benoemen? (wie heeft de expertise en de knowhow betreffende de kleine binnenvaart, en wie bepaalt wie het meest geschikt is voor deze functie?)

    Voor zover wij het begrepen hebben gaat het Branche overleg Binnenvaart dit bepalen. Als we er rekening mee houden welke partijen er in de Branche Overleg zitten is het de vraag of daar de vertegenwoordigers van de kleine schepen zitten. Ook is het de vraag of dit Branche Overleg zou mogen beslissen wat er met de middelen gebeurt die door de schippers zijn opgebracht (het sloopfonds). .

    Namens de ASV

    David Twigt en Sunniva Fluitsma

    Geplaatst door: sunnniva op
  • Nu gaat de heer de Vries toch echt te ver. Iedereen die de Schuttevaer en Scheepvaartkrant gelezen heeft weet hoe de ASV heeft gereageerd op het kleine schepen rapport. Ik was er zelf bij en vind nog steeds dat er met onze kritiek niets gedaan is. De basis was: het rapport werkt vooral toe naar subsidies voor nieuwbouw en wij willen allereerst dat men zorg draagt dat bestaande schepen kunnen blijven bestaan. Wij hebben er een heel stuk aan gewijd dat ook naar de tweede kamer is gestuurd. En we hebben ons diverse malen gedistantieerd van het rapport. Ook toen de heer de Vries in deze krant meedeelde dat het rapport op unanieme steun kon rekenen van de betrokkenen hebben wij direct gereageerd dat dat niet zo was en waarom niet.

    Geschiedsvervalsing.

    En dan het contact zoeken met de voorzitter. ’s avonds bellen om voor te stellen dat er ‘wel iets te regelen valt voor de spitsen’. De heer Stam heeft daarop gereageerd dat het niet alleen om spitsen gaat en dat er dus zo niets geregeld wordt.

    Nu is het natuurlijk meneer de Vries zijn woord tegen het onze, maar goed. Die reacties van ons op het rapport zijn makkelijk terug te vinden.

    En inderdaad heeft de heer de Vries contact gezocht met de Veldman. Dat heeft na een hoop heen en weer gemail geleid tot onderstaande brief van ons aan de heer de Vries:

    gestuurd op 1 april jongstleden.

    Geachte heer de Vries,

    Hierbij moeten wij u mededelen dat na ampel beraad het bestuur van de ASV besloten heeft niet op uw uitnodiging in te gaan. Niet omdat wij niet bereid zijn over deze problematiek te spreken maar omdat wij het idee hebben door uw uitlatingen dat er van uw zijde geen open mind is voor ons standpunt en de basis van het gesprek te smal is.

    In uw brief aan de heer Stam schrijft u namelijk:
    “Onze insteek zal zijn om voor de groep schepen die door de overgangseisen daadwerkelijk in de problemen komt een haalbare oplossing te zoeken. (………..)Wij hebben van de heer Veldman tijdens het laatste overleg begrepen dat de ASV samen met ons deze weg wil volgen, hetgeen wij waarderen”
    Dat betekent dat u in het gesprek van ons verwacht dat we vanuit die situatie meedenken. Dan is de eerste stap dus al gezet: Het accepteren van een voor u onafwendbaar iets: de uitvoering van de overgangsregelingen.
    Gaan wij in op uw uitnodiging dan gaan we dus akkoord met het ‘gegeven’ dat die overgangseisen uitgevoerd gaan worden. Dat zou vreemd zijn want het zal u opgevallen zijn dat we daar juist continue tegen ageren.

    Bovendien wilt u het gesprek voeren in het kader van het rapport “kleine schepen”. Daar staan echter wat dit onderwerp betreft slechts 2 relevante zaken in. De eerste gaat over de geluidseisen, de tweede over het communiceren betreffende de regelgeving.

    Hierbij hebben we dus een heel verschillend uitgangspunt:
    · De vraag bij u blijft: het moet, maar hoe?
    · wij blijven vinden dat die overgangsregels op zich aan de orde gesteld dienen te worden.

    Verder vinden wij de basis om dit gesprek in te gaan heel smal. We spreken kennelijk alleen met een beperkt aantal partijen die betrokken zijn geweest bij het rapport ‘kleine schepen’
    Toch schrijft u:
    ”Geheel conform de inhoud van mijn column heb ik u begin december 2008 opgebeld om u mede namens de andere binnenvaartorganisaties uit te nodigen voor een overleg over de interpretatie van de hardheidsclausule inzake de overgangstermijnen ROSR. “
    Bij ons als ASV blijft het onduidelijk wie er nu worden bedoeld met ‘de andere binnenvaartorganisaties’ als daar kennelijk de kantoorbonden niet bij horen.
    Want de heer van Toor schrijft: “Ik wil u er echter op wijzen dat het geplande gesprek van woensdag 8 april om 14.30 geenszins met “de Kantoorbonden” zal plaatsvinden, maar met partijen die betrokken zijn bij het rapport over het kleine schip.”

    Bovendien: Gezien de recente uitspraken in de Schuttevaer betreffende de geluidseisen kunnen wij geen hoop hebben op een andere invalshoek van uw kant. U denkt kennelijk nog steeds dat het probleem vooral spitsen en Kempenaars betreft en dat er iets te ‘regelen’ valt met de Nederlandse overheid betreffende de hardheidsclausule (wel een aantekening op je certificaat met grote gevolgen!) Alsof de CCR zich daar aan stoort. Zie wat er gebeurt met de bruine vloot die op de Oostzee vaart, die zijn gewoon uitgevaren.

    Door dit alles lijkt een gesprek op voorhand zinloos en daarom zien wij als ASV daarvan af.

    Ik hoop u hiermee voldoende op de hoogte gesteld te hebben,

    Met vriendelijke groet,

    Namens het bestuur van de ASV

    Sunniva Fluitsma

    Geplaatst door: sunniva op

Reageer

‘Over vijftig jaar zij wij nog steeds een nautisch-technische club’ | Schuttevaer.nl

‘Over vijftig jaar zij wij nog steeds een nautisch-technische club’

Koninklijke Schuttevaer gaat nergens anders over dan over nautisch-technische zaken en de infrastructuur. Dat moet nu maar eens duidelijk zijn. Hoewel er in de binnenvaart steeds vaker kritiek klinkt dat Schuttevaer zich ook met sociaal-economische zaken bemoeit, ontkennen Kees de Vries en Leny van Toorenburg dit in alle toonaarden.

‘Over vijftig jaar zij wij nog steeds een nautisch-technische club'

Door Erik van Huizen

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Deel dit artikel

Reacties (2)

  • om nog even het geheugen op te frissen van de heer de Vries

    Opmerkingen ASV naar aanleiding van het concept visie en actieplan “toekomst klein schip in de binnenvaart”

    Reactie op de column van Kees de Vries 15 oktober jl.
    In de column van woensdag 15 oktober jongstleden in weekblad de Schuttevaer schrijft Kees de Vries “… over het eindrapport over de toekomst van het kleine schip. Het rapport bevat 21 acties om het kleine schip voor de vloot te behouden en heeft de unanieme steun van de organisaties.” Dit is bezijden de waarheid, tenzij Kees de Vries vindt dat de ASV geen organisatie is.
    Wij waren op het laatste overleg waar het concept rapport besproken werd en ter goedkeuring is voorgelegd aan de aanwezigen.
    Wij (ASV) hebben toen duidelijk gezegd dat we het met de strekking van het rapport niet eens waren en daarnaast binnen het rapport wijzigingen wilden. Die hebben wij (bij bijna iedere bladzijde) aangegeven. Kees de Vries beloofde die wijzigingen aan te brengen maar heeft het ons niet meer voorgelegd. Wij hebben gezegd tijdens datzelfde overleg niet blindelings te vertrouwen dat het dan wel goed zou zijn, dus hebben onze instemming niet gegeven.Dus als Kees de Vries dan zegt dat het de unanieme steun heeft moeten wij dat wel tegenspreken. Wij willen de heer de Vries niet voor de voeten lopen, maar zullen wel onmiddellijk na het uitkomen van het rapport duidelijk maken in welke opzichten wij, als ASV, het niet eens zijn met (de strekking van) het rapport.

    Onderstaande opmerkingen zijn gemaakt naar aanleiding van de overleggen die bijgewoond zijn door de ASV en het (concept) rapport wat uit die overleggen is voortgekomen. Het rapport is uitgevoerd in opdracht van BOB en EICB. Het betreft het rapport dat uitgereikt wordt aan de staatssecretaris van Verkeer en waterstaat.

    Uitgangspunt is de diversiteit van de hele vloot te behouden en een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen
    De basis van dit stuk zit in het voorkomen van een tekort aan kleine schepen. Het oogmerk van het convenant getekend met de Minister van Verkeer en Waterstaat in 2006 is de “……. diversiteit van de hele vloot te behouden en een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen. ….”

    Hieronder volgen algemene opmerkingen die blijven staan ongeacht de eventuele aanpassingen die de heer de Vries heeft gedaan naar aanleiding van het laatste overleg waarin het concept besproken is.

    1: Het plan waarborgt niet het uitgangspunt een tekort aan kleine schepen in de binnenvaart te voorkomen.
    Het plan richt zich bijna uitsluitend op nieuwbouw en innovaties, wat gebeurt er met de bestaande kleine schepen?
    Het hele plan lijkt te schrijven vanuit het “gegeven” dat de bestaande vloot kleine oudere schepen (van voor 1976) gaat verdwijnen. De initiatieven zijn namelijk vooral gericht op nieuwbouw en innovaties. Over de CCR-regels die zo’n struikelblok vormen voor de kleinere schepen wordt nauwelijks iets gezegd. Slechts de hardheidsclausule en alternatieve maatregelen komen aan de orde maar dan alleen als onderwerp waarover gecommuniceerd dient te worden. Hieruit blijkt dat in dit voorstel men niets wil veranderen aan de regelgeving van de CCR en de technische wetgeving (ROSR). Het feit dat men het hierbij alleen heeft over een “start van het communicatietraject” geeft aan dat men hierin niet de regelgeving aan de orde wil stellen.
    Tegelijkertijd kan men er niet onderuit dat geen enkel nieuwbouwproject in de afgelopen jaren is gelukt. De nieuw te bouwen kleine schepen zijn simpelweg veel te duur.

    Voorstel ASV: zorg dat je in ieder geval de kleine schepen behoudt. En ga vanuit dát uitgangspunt verder kijken richting eventuele nieuwbouw en innovaties. Dat betekent dus in ieder geval de CCR regelgeving die ingaat in 2010 van tafel.

    2.Het plan waarborgt niet het uitgangspunt om de diversiteit van de hele vloot te behouden
    In dit kader wordt een klein schip gezien als een schip tot 1500 ton. De grote verschillen daarbinnen wordt geen recht gedaan. Het lijkt erop of alleen het gehele tonnage van schepen tot 1500 ton gelijk moet blijven. Dat zou theoretisch ook uit louter (minder aantal) schepen van (bijvoorbeeld) 1500 ton kunnen bestaan. Daarmee wordt het uitgangspunt om de diversiteit (ook binnen de range van schepen tot 1500 ton) van de hele vloot te behouden tenietgedaan. Hiermee gaan veel bedrijven dus onbereikbaar worden voor binnenschepen.
    Voorstel ASV: behoud het uitgangspunt om de diversiteit (ook binnen de range van schepen tot 1500 ton) van de hele vloot door als eerste te streven naar een oplossing voor het gebrek aan vertrouwen van kleine binnenvaartondernemers in de toekomst. Een van de uitgangspunten zou daarbij moeten zijn: de CCR regelgeving die ingaat in 2010 van tafel

    3. er is geen voorstel in dit plan om werkelijk het voortbestaan te waarborgen op economisch vlak.
    Alle partijen zijn het erover eens dat de tarieven voor de vervoerders in de binnenvaart veel te laag zijn. Deze zouden tientallen procenten omhoog moeten wil men een gezonde onderneming kunnen voeren. Echter, in dit rapport worden hier geen harde voorstellen voor gedaan. Men komt niet verder dan afspraken tussen binnenvaartbranche en verladers over bijvoorbeeld kostendekkende vrachtprijzen etc en een verkenning van samenwerkingsvormen en ondernemersvormen.
    Het verleden heeft nu toch wel geleerd dat we er daar mee niet komen. Dit is allemaal veel te vrijblijvend. De samenwerkingsverbanden hebben tot nu toe eerder voor een vrachtprijsverlaging dan voor een vrachtprijsverhoging gezorgd. We weten dat de vrije markt zoals die nu wordt toegepast in de (kleine) binnenvaart niet werkt. Het rapport heeft het over “verbetering van marktbewustzijn”, maar als je dat niet koppelt aan marktmacht maakt het niet uit hoe “bewust” je bent. Dan kom je nog nergens. De individuele schipper heeft momenteel geen enkele marktmacht. De samenwerkingsverbanden (die opereren als bevrachter) en de overige bevrachters maken ge(mis)bruik van de onmacht van de schipper om werk naar zich toe te trekken. (hier kunnen wij recente voorbeelden van geven)
    Voorstel ASV: bodemtarieven, evenredige vrachtverdeling, toerbeurtsysteem.
    :
    4. Bekostiging en benoeming coördinator kleine schepen
    De voortgang van de verschillende acties kan actief worden gestimuleerd en bewaakt door een coördinator kleine schepen. Deze coördinator wordt door de branche gedurende een periode van tenminste 3 jaar benoemd. Onze vraag is:

    · wie betaalt dat? (tijdens het overleg werd door ons deze vraag gesteld. Wij kregen de indruk dat een deel van de bekostiging uit de gelden van het sloopfonds zou komen)
    · wie gaat wie benoemen? (wie heeft de expertise en de knowhow betreffende de kleine binnenvaart, en wie bepaalt wie het meest geschikt is voor deze functie?)

    Voor zover wij het begrepen hebben gaat het Branche overleg Binnenvaart dit bepalen. Als we er rekening mee houden welke partijen er in de Branche Overleg zitten is het de vraag of daar de vertegenwoordigers van de kleine schepen zitten. Ook is het de vraag of dit Branche Overleg zou mogen beslissen wat er met de middelen gebeurt die door de schippers zijn opgebracht (het sloopfonds). .

    Namens de ASV

    David Twigt en Sunniva Fluitsma

    Geplaatst door: sunnniva op
  • Nu gaat de heer de Vries toch echt te ver. Iedereen die de Schuttevaer en Scheepvaartkrant gelezen heeft weet hoe de ASV heeft gereageerd op het kleine schepen rapport. Ik was er zelf bij en vind nog steeds dat er met onze kritiek niets gedaan is. De basis was: het rapport werkt vooral toe naar subsidies voor nieuwbouw en wij willen allereerst dat men zorg draagt dat bestaande schepen kunnen blijven bestaan. Wij hebben er een heel stuk aan gewijd dat ook naar de tweede kamer is gestuurd. En we hebben ons diverse malen gedistantieerd van het rapport. Ook toen de heer de Vries in deze krant meedeelde dat het rapport op unanieme steun kon rekenen van de betrokkenen hebben wij direct gereageerd dat dat niet zo was en waarom niet.

    Geschiedsvervalsing.

    En dan het contact zoeken met de voorzitter. ’s avonds bellen om voor te stellen dat er ‘wel iets te regelen valt voor de spitsen’. De heer Stam heeft daarop gereageerd dat het niet alleen om spitsen gaat en dat er dus zo niets geregeld wordt.

    Nu is het natuurlijk meneer de Vries zijn woord tegen het onze, maar goed. Die reacties van ons op het rapport zijn makkelijk terug te vinden.

    En inderdaad heeft de heer de Vries contact gezocht met de Veldman. Dat heeft na een hoop heen en weer gemail geleid tot onderstaande brief van ons aan de heer de Vries:

    gestuurd op 1 april jongstleden.

    Geachte heer de Vries,

    Hierbij moeten wij u mededelen dat na ampel beraad het bestuur van de ASV besloten heeft niet op uw uitnodiging in te gaan. Niet omdat wij niet bereid zijn over deze problematiek te spreken maar omdat wij het idee hebben door uw uitlatingen dat er van uw zijde geen open mind is voor ons standpunt en de basis van het gesprek te smal is.

    In uw brief aan de heer Stam schrijft u namelijk:
    “Onze insteek zal zijn om voor de groep schepen die door de overgangseisen daadwerkelijk in de problemen komt een haalbare oplossing te zoeken. (………..)Wij hebben van de heer Veldman tijdens het laatste overleg begrepen dat de ASV samen met ons deze weg wil volgen, hetgeen wij waarderen”
    Dat betekent dat u in het gesprek van ons verwacht dat we vanuit die situatie meedenken. Dan is de eerste stap dus al gezet: Het accepteren van een voor u onafwendbaar iets: de uitvoering van de overgangsregelingen.
    Gaan wij in op uw uitnodiging dan gaan we dus akkoord met het ‘gegeven’ dat die overgangseisen uitgevoerd gaan worden. Dat zou vreemd zijn want het zal u opgevallen zijn dat we daar juist continue tegen ageren.

    Bovendien wilt u het gesprek voeren in het kader van het rapport “kleine schepen”. Daar staan echter wat dit onderwerp betreft slechts 2 relevante zaken in. De eerste gaat over de geluidseisen, de tweede over het communiceren betreffende de regelgeving.

    Hierbij hebben we dus een heel verschillend uitgangspunt:
    · De vraag bij u blijft: het moet, maar hoe?
    · wij blijven vinden dat die overgangsregels op zich aan de orde gesteld dienen te worden.

    Verder vinden wij de basis om dit gesprek in te gaan heel smal. We spreken kennelijk alleen met een beperkt aantal partijen die betrokken zijn geweest bij het rapport ‘kleine schepen’
    Toch schrijft u:
    ”Geheel conform de inhoud van mijn column heb ik u begin december 2008 opgebeld om u mede namens de andere binnenvaartorganisaties uit te nodigen voor een overleg over de interpretatie van de hardheidsclausule inzake de overgangstermijnen ROSR. “
    Bij ons als ASV blijft het onduidelijk wie er nu worden bedoeld met ‘de andere binnenvaartorganisaties’ als daar kennelijk de kantoorbonden niet bij horen.
    Want de heer van Toor schrijft: “Ik wil u er echter op wijzen dat het geplande gesprek van woensdag 8 april om 14.30 geenszins met “de Kantoorbonden” zal plaatsvinden, maar met partijen die betrokken zijn bij het rapport over het kleine schip.”

    Bovendien: Gezien de recente uitspraken in de Schuttevaer betreffende de geluidseisen kunnen wij geen hoop hebben op een andere invalshoek van uw kant. U denkt kennelijk nog steeds dat het probleem vooral spitsen en Kempenaars betreft en dat er iets te ‘regelen’ valt met de Nederlandse overheid betreffende de hardheidsclausule (wel een aantekening op je certificaat met grote gevolgen!) Alsof de CCR zich daar aan stoort. Zie wat er gebeurt met de bruine vloot die op de Oostzee vaart, die zijn gewoon uitgevaren.

    Door dit alles lijkt een gesprek op voorhand zinloos en daarom zien wij als ASV daarvan af.

    Ik hoop u hiermee voldoende op de hoogte gesteld te hebben,

    Met vriendelijke groet,

    Namens het bestuur van de ASV

    Sunniva Fluitsma

    Geplaatst door: sunniva op

Reageer