De schipper van het duwstel koppelde de bak af toen hij ontdekte dat water binnenstroomde en legde de bak boven de sluis aan de wal. Het lek bleek in het achterschip te zitten. De brandweer maakte met een snijbrander een gat in de romp. Via dat gat werden de slangen van de pompen naar binnen gestoken. In de loop van de nacht kregen de reddingsploegen echter te maken met dalende temperaturen zodat de pompen bevroren. Daardoor zonk het achterschip van de bak tot op de bodem. Omdat het kanaal niet zo diep is, bleven de luiken nog boven water. Een deel van de lading werd met kranen uit het schip gehaald en met vrachtwagens naar bestemming Castrop gebracht. Zondag werd de rest overgeslagen en het laatste water uit de bak gepompt. De scheepvaart had geen last van het schip. De Wasserschutzpolizei Datteln heeft de zaak in onderzoek. Waarschijnlijk veroorzaakte drijfijs het lek. (EvH)