- Arjen van Caspel woont op twee schepen
‘In 1981 ben ik met de klipper begonnen’, vertelt Arjen. ‘Een schip van 21 meter lang gebouwd in 1910. Ik kocht haar op 21 december, vandaar ook de naam Midwinter. Daarvoor had ik drie jaar gevaren op een charterschip dat vanaf de Oude Haven in Rotterdam voer met passagiers. Dat bootmatenwerk met passagiers vond ik eigenlijk te pittig. Bedjes opmaken, gasten entertainen. En dat vijf maanden achter elkaar aan één stuk door. Alsmaar voor een ander rennen, schuren en bikkelen. Dat kan ik net zo goed voor mezelf doen, dacht ik steeds vaker. Het schippersleven zélf trok me wel heel erg aan. Dus ik begon te spelen met de gedachte van een eigen schip.’
Lastig om tussen te komen
‘Ik had een achtergrond in de kraakwereld in Enschede’, vertel Arjen. ‘Maar daar moest je na verloop van tijd altijd weer dat huis uit. Als je op dat moment niet thuis bent, ben je meteen ook al je spullen kwijt en moest je op zoek naar andere woonruimte. Dat was ik na drie keer echt zat. Maar de vrijheid van het krakersleven beviel me wel. Dus waarom geen schip? Op een schip kun je gewoon blijven en, net als kraken, is het een goedkope manier van wonen. Door mijn werk op de charter kende ik wat mensen en had ik contacten in de Oude Haven. Een ligplaats voor mijn eigen schip was daardoor snel geregeld. Gelukkig maar, want het is best lastig om daar tussen te komen.’
Rotterdamse maat
Zo gezegd, zo gedaan. Arjens eerste schip, de Midwinter, was gebouwd naar de zogeheten ‘Rotterdamse maat’. Dat zijn klippers met een extra lage kruiplijn waardoor ze via de Oude Haven door de tunnel onder het voormalig bedrijfsverzamelgebouw ‘Plan C’ naar de Binnenrotte konden varen. Het schip, dat oorspronkelijk Celia heette, was in die tijd bezit van onder meer de binnenvaartfamilies Van der Kaai en Van der Pol en bevoer vanuit Rotterdam de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren. ‘Ik was een blaag van 24 toen ik haar kocht’, gaat Arjen verder. ‘Ik had geen rooie cent maar mijn oma komt uit een schippersfamilie en zij vond dat natuurlijk wel leuk. Ze leende me toen tienduizend gulden. Heel veel geld in die tijd. Toen heb ik een wrak gekocht. Een casco dat ooit als woonark was opgebouwd, maar nu een grote afvalbak was en totaal verrot.’
Een tweede schip
Toen begon het grote opknappen. Arjen: ‘Iedere keer als ik weer een beetje geld had, gooide ik dat ertegenaan. Er moest een nieuwe bodem onder en de hele opbouw is nieuw. Ik heb haar zes meter ingekort naar de oude lengte. Een nieuw achterdek erop en een nieuwe roef. Je kan het zo gek niet bedenken of ik heb het wel vervangen. En dat ben je ook wel verplicht, wil je in zo’n historische haven als de Oude Haven liggen. Ik ben zelf timmerman, dus dat gaat me gelukkig makkelijk af.’
Na tien jaar was Arjens timmerbedrijf zo succesvol en werden de klussen zo groot dat het kleine roefje niet meer voldeed als werkplaats. ‘We hadden inmiddels onze eerste kleine’, gaat Arjen verder. ‘Dus er kwam een tweede schip.’ Dit keer een Beurtvaartschip. De Janssen61 uit 1910 is een voormalig stoomschip van bijna 39 meter lang, dat passagiers en losse goederen vervoerde voor de Stoombootonderneming H. Janssen, vooral stroomopwaarts op de Maas tussen Venlo, Lith en Rotterdam.
‘Ik zwaai wat af’
‘Net als de Midwinter zijn we ook dit schip weer helemaal gaan opknappen’, vertelt Arjen. ‘Een enorme klus wederom, maar ik doe het graag. Het is zo’n beetje een manier van leven geworden. Net als het wonen en werken op het schip. We liggen hier prachtig ingeklemd tussen de Wijnhaven en de Willemsbrug. Precies op het hoekje waar we veel bekijks trekken. Vooral als ik aan het klussen ben. Veel toeristen en dagjesmensen die nieuwsgierig zijn wat ik aan het doen ben. Ik maak de hele dag door praatjes en zwaai wat af.’
Stadstuintje
Gelukkig is er ook genoeg privacy. ‘We voelen ons vrij op het water’, zegt Arjen, ‘we hebben geen directe buren en van niemand last. Het is écht ons eigen kleine stukje wereld. Wonen doen we op de Midwinter. Die is groter dan een stacaravan, maar kleiner dan een huis, zeg ik altijd. Zeker ’s zomers redden we ons prima. Maar in de winter is het, met een gezin van nu nog twee thuiswonende kids, soms een beetje behelpen. Onze dochter is nu 14 en die wil wel graag een grotere kamer.
‘We vinden het sowieso fijn om er af en toe even tussenuit te gaan. Vakantie vieren doen we, anders dan andere schippers, niet op het schip. Liever pakken we de auto en rijden we lekker naar Frankrijk.’ De Janssen61 is echt het klus- en werkschip. ‘Op het dek in het kleine bootje heb ik een stadstuintje aangelegd met allemaal soorten planten en bloemen’, zegt Arjen trots. ‘Van boven ziet de Janssen61 er dus kleurrijk en bloeiend uit, maar beneden is het eigenlijk een drijvende gereedschapskist en een pakhuis geworden. Als je de ruimte hebt, ga je hem vanzelf benutten. Toch komt er geen derde schip. Ik vind het zo wel mooi.’
Sanne van der Most is journaliste en fotografe in Rotterdam-Rijnmond. Zij interviewt markante scheepseigenaren en vertelt hun verhalen. Wilt u ook in deze rubriek, of kent u iemand die hier goed in zou passen? Stuur dan een mailtje naar redactie@schuttevaer.nl.
Lees ook:
Alexander kiest na 22 jaar leven op het water voor woongroep
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?