Varen met een zelfvarende bok

Bokkenbaas Frank Ruelens en kapitein Herman Robersscheuten varen met zes bemanningsleden op de zelfvarende hijsbok Brabo. Hun werk bestaat uit het hijsen van grote lasten die te zwaar zijn voor het andere materieel van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Ze noemen hun werk zeer afwisselend.

Varen met een zelfvarende bok
  • Bemanning Brabo hijst wat Antwerpen te hijsen heeft
  • Een kapitein is nog geen bokkenbaas

Door Henriette Driesen-Joanknecht
‘Dit werk bevalt. Het is niet eentonig en elke dag kent een andere uitdaging’, vertellen ze.

De Brabo verplaatst onder meer walkranen die niet over de weg kunnen van de ene kade naar de andere. Maar de hijsbok komt ook als er een schip scheef valt of als er montagewerkzaamheden aan bijvoorbeeld een containerkraan zijn. ‘Als er montagewerk is aan bijvoorbeeld de flappen die over de container zakken, dan brengen wij het materiaal op de juiste hoogte en het montagebedrijf zet het vast.’

De Brabo was ook behulpzaam bij het plaatsen van het brugdek van de brug van Temse of bij de sluisdeuren van de Royerssluis. ‘Toen moesten we achteruit van de Boudewijnsluis naar kaai 100. Deze kaai is speciaal versterkt. We voeren continu met twee sleepboten’, vertelt Herman Robersscheuten.

Zeevisserij

Hij begon ooit in 1984 in de zeevisserij omdat het water hem aantrok. ‘Ik zeilde vanaf mijn zesde met een Optimist en kom ook uit een maritieme familie. Ooms van mij zaten op de zeevaart. Ik heb het maritiem instituut in Heist gedaan en deed examen op de zeevaartschool in Oostende.’

Hij voer een jaar of 11 op visserijschepen en bezat de laatste vijf jaar zijn eigen kotter, Stern. Hij moest haar van de hand doen om economische redenen. Daarna werkte hij acht of negen jaar als autocadtekenaar. ‘In die tijd was daar geen opleiding voor. Als je kunt navigeren op zee, kun je ook navigeren op land. Ik tekende infrastructuur en wegenbouwplannen’, verklaart hij. In 2004 kwam hij in dienst op de Brabo en hij ziet zichzelf hier wel blijven.

Examen

In principe is een dienstboekje, maritieme opleiding en intern examen voldoende om op een hijsbok als de Brabo te varen. ‘Als je bij dit bedrijf solliciteert, moet je eerst examen doen. Als je daarvoor slaagt, kun je beginnen en word je ingedeeld. In principe begin je als matroos. Je kunt na drie jaar examen doen voor kapitein en daarna de interne opleiding voor bokkenbaas doen’, vertellen de mannen.

Bokkenbaas is namelijk een andere functie dan kapitein. De bokkenbaas doet de hefbewegingen en beslist als eerste en als laatste wat er moet gebeuren. ‘Eigenlijk is het een soort commandant’, legt de bemanning uit.

Loodsplichtig

De Brabo is zelfvarend, maar gebruikt de voorstuwing eigenlijk alleen om zichzelf tijdens het werk te kunnen redden. De drie motoren worden alleen gebruikt om elektriciteit voor de bedrijfsvoering op te wekken. ‘Onze voortstuwing is Voith-Schneider. Als we een grotere verplaatsing moeten doen werken we met sleepboten erbij.’

Opmerkelijk is dat de hefbok loodsplichtig is. Dat komt doordat het vaartuig aan de ene kant onder de binnenvaartwetgeving en aan de andere kant onder zeevaartwetgeving valt. De bemanning bestaat doorgaans uit een bokkenbaas, kapitein, twee machinisten en vier deksmannen.

Als de Brabo de Schelde opgaat, komt er een extra man aan boord, de uitwijzer. ‘De uitwijzer communiceert vanaf de zeeboot en hij is dan mijn ogen. Als bij hem de portofoon uitvalt dan gebruikt hij gebarentaal. Ik kan namelijk niet zien wat er op de zeeboot gebeurt’, legt Frank Ruelens uit.

Eerste klus

De bemanningsleden hebben foto’s van het werk op hun mobieltjes staan en laten reactorvaten van een raffinaderij zien en kranen voor het windmolenpark van Zeebrugge.

Maar ook in het trappenhuis van de woning hangen foto’s van bergingen of andere werkzaamheden waarbij de hefbok betrokken was. Onder meer de berging van de Parangua in de jaren ‘80 is er te zien. ‘Dit wrak was in de oorlog getorpedeerd. Zij kwam tevoorschijn toen de Schelde uit werd uitgediept en moest uit het water worden getild en een ponton eronder geschoven. Het was mijn eerste klus als kapitein’, vertelt Ruelens.

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Brabo. Lengte: 60 meter. Breedte: 27,50 meter. Diepgang; 3,20 meter. Hefkracht: 800 ton. Motor: 3 x ABC, 800 pk. Thuishaven: Antwerpen. Bouwjaar: 1981. Eigenaar: Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.

 

Varen met een zelfvarende bok | Schuttevaer.nl

Varen met een zelfvarende bok

Bokkenbaas Frank Ruelens en kapitein Herman Robersscheuten varen met zes bemanningsleden op de zelfvarende hijsbok Brabo. Hun werk bestaat uit het hijsen van grote lasten die te zwaar zijn voor het andere materieel van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Ze noemen hun werk zeer afwisselend.

Varen met een zelfvarende bok
  • Bemanning Brabo hijst wat Antwerpen te hijsen heeft
  • Een kapitein is nog geen bokkenbaas

Door Henriette Driesen-Joanknecht
‘Dit werk bevalt. Het is niet eentonig en elke dag kent een andere uitdaging’, vertellen ze.

De Brabo verplaatst onder meer walkranen die niet over de weg kunnen van de ene kade naar de andere. Maar de hijsbok komt ook als er een schip scheef valt of als er montagewerkzaamheden aan bijvoorbeeld een containerkraan zijn. ‘Als er montagewerk is aan bijvoorbeeld de flappen die over de container zakken, dan brengen wij het materiaal op de juiste hoogte en het montagebedrijf zet het vast.’

De Brabo was ook behulpzaam bij het plaatsen van het brugdek van de brug van Temse of bij de sluisdeuren van de Royerssluis. ‘Toen moesten we achteruit van de Boudewijnsluis naar kaai 100. Deze kaai is speciaal versterkt. We voeren continu met twee sleepboten’, vertelt Herman Robersscheuten.

Zeevisserij

Hij begon ooit in 1984 in de zeevisserij omdat het water hem aantrok. ‘Ik zeilde vanaf mijn zesde met een Optimist en kom ook uit een maritieme familie. Ooms van mij zaten op de zeevaart. Ik heb het maritiem instituut in Heist gedaan en deed examen op de zeevaartschool in Oostende.’

Hij voer een jaar of 11 op visserijschepen en bezat de laatste vijf jaar zijn eigen kotter, Stern. Hij moest haar van de hand doen om economische redenen. Daarna werkte hij acht of negen jaar als autocadtekenaar. ‘In die tijd was daar geen opleiding voor. Als je kunt navigeren op zee, kun je ook navigeren op land. Ik tekende infrastructuur en wegenbouwplannen’, verklaart hij. In 2004 kwam hij in dienst op de Brabo en hij ziet zichzelf hier wel blijven.

Examen

In principe is een dienstboekje, maritieme opleiding en intern examen voldoende om op een hijsbok als de Brabo te varen. ‘Als je bij dit bedrijf solliciteert, moet je eerst examen doen. Als je daarvoor slaagt, kun je beginnen en word je ingedeeld. In principe begin je als matroos. Je kunt na drie jaar examen doen voor kapitein en daarna de interne opleiding voor bokkenbaas doen’, vertellen de mannen.

Bokkenbaas is namelijk een andere functie dan kapitein. De bokkenbaas doet de hefbewegingen en beslist als eerste en als laatste wat er moet gebeuren. ‘Eigenlijk is het een soort commandant’, legt de bemanning uit.

Loodsplichtig

De Brabo is zelfvarend, maar gebruikt de voorstuwing eigenlijk alleen om zichzelf tijdens het werk te kunnen redden. De drie motoren worden alleen gebruikt om elektriciteit voor de bedrijfsvoering op te wekken. ‘Onze voortstuwing is Voith-Schneider. Als we een grotere verplaatsing moeten doen werken we met sleepboten erbij.’

Opmerkelijk is dat de hefbok loodsplichtig is. Dat komt doordat het vaartuig aan de ene kant onder de binnenvaartwetgeving en aan de andere kant onder zeevaartwetgeving valt. De bemanning bestaat doorgaans uit een bokkenbaas, kapitein, twee machinisten en vier deksmannen.

Als de Brabo de Schelde opgaat, komt er een extra man aan boord, de uitwijzer. ‘De uitwijzer communiceert vanaf de zeeboot en hij is dan mijn ogen. Als bij hem de portofoon uitvalt dan gebruikt hij gebarentaal. Ik kan namelijk niet zien wat er op de zeeboot gebeurt’, legt Frank Ruelens uit.

Eerste klus

De bemanningsleden hebben foto’s van het werk op hun mobieltjes staan en laten reactorvaten van een raffinaderij zien en kranen voor het windmolenpark van Zeebrugge.

Maar ook in het trappenhuis van de woning hangen foto’s van bergingen of andere werkzaamheden waarbij de hefbok betrokken was. Onder meer de berging van de Parangua in de jaren ‘80 is er te zien. ‘Dit wrak was in de oorlog getorpedeerd. Zij kwam tevoorschijn toen de Schelde uit werd uitgediept en moest uit het water worden getild en een ponton eronder geschoven. Het was mijn eerste klus als kapitein’, vertelt Ruelens.

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Brabo. Lengte: 60 meter. Breedte: 27,50 meter. Diepgang; 3,20 meter. Hefkracht: 800 ton. Motor: 3 x ABC, 800 pk. Thuishaven: Antwerpen. Bouwjaar: 1981. Eigenaar: Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.