Naar zee met de Tucana (epiloog)

Wander Naaraat (20) volgt de zeevaartopleiding Stuurman op het Deltion College in Zwolle. Hij wil het liefst varend leren en heeft een stage geregeld aan boord van de Tucana (3850 dwt) van reder-kapitein Martin van den Burg (Toucan Maritime) uit Heerhugowaard. Hij deed de afgelopen weken verslag van zijn reizen. Tweede Paasdag haalde zijn vader hem op. Terug naar de schoolbanken.

Naar zee met de Tucana (epiloog)

Door

Patrick Naaraat

Een Naaraat wordt niet zeeziek, zeggen wij in de familie. Maar dat is grootspraak van oud-binnenvaarders, want de laatste terugreis naar Amsterdam ging het in de Golf van Biskaje toch nog mis met stagiair Wander. Misselijk tot in zijn botten hing hij uren in de zithoek op de brug. Daar kon stuurman Rick mij tweede Paasdag de fotografische bewijzen van laten zien.
Wander houdt het zelf op voedselvergiftiging. En het was ook wel een beetje ruw buiten. De Tucana ploegde voort met een miezerig vaartje van 4 knopen. Het heeft Wander in elk geval niet op andere gedachten gebracht. Hij is negen weken op zee geweest, heeft 10 reizen gemaakt en bijna de hele westkust van Europa gezien. Van Stavanger in Noorwegen tot Marin in Spanje. En het was mooi.
Maandagmorgen kwam ik hem halen met de auto en was om 10 uur gelijktijdig met de Tucana bij de Waterland Terminal in het Westelijk Havengebied. Even een gedoetje om door de poort te komen, maar een kwartier later reed ik voor. En daar stond zoon Wander nonchalant naast het dekhuis met een mok koffie. ‘We zijn er net man. Ik had het al gezegd: die staat op de kade als wij aankomen’, zegt hij lachend, terwijl ik over de reling klim.

Handen schudden

Binnen ontmoet ik als eerste kapitein Martin, die in zijn kantoor achter de computer zit. Nuchtere Hollander, geen probleem als ik een beetje door zijn schip kom struinen. Daarna schud ik handen met de mannen in de messroom waarvan we de afgelopen weken hebben gehoord: matroos Samsudin, kok/matroos Rinaldi en machinist Alex. We gaan gelijk door naar beneden, waar de MaK net is stilgezet. Het lawaai komt van het aggregaat. Ik houd wel van motoren, maar Wander ziet er niet meer in dan lawaaimakers. We staan zo weer buiten. Langs de stuurmachine en machinekamervoorraad met opvallend veel bouten, moeren, koppelstukken en nippeltjes. Langs de hutten, de storeroom, de wasserij en de trappen op naar de brug.

Praktijkmannen

Met kennis van zaken geeft Wander mij uitleg over de navigatie-apparatuur. De Tucana vaart volledig op elektronische kaarten. Alleen het scheepsjournaal is nog van papier. Eigenlijk vaart ze vanzelf trouwens. Kwestie van waypoints op de kaart zetten met een paar muisklikken en ze doet wat wordt gevraagd.
Even later komt Rick binnen, shaggie tussen de lippen. Hij heeft het Wander niet gemakkelijk gemaakt, zegt hij, als Wander naar beneden is vertrokken om zijn hut op te ruimen. Maar ze hebben lol gehad. Hij was een goede gast om erbij te hebben. Rick ging ook niet graag naar school en naar verluidt de kapitein al evenmin. Praktijkmannen pur sang. Maar ja, je moet er even doorheen. En daarna is er wat te beleven op zee. Kameraadschap van mannen tussen wind en water, schat ik in. Samen op reis met een heldere taakverdeling en ongewisse omstandigheden, waarover je nog lang kunt verhalen. Zoals die keer dat Rick en zijn collega’s in windkracht 12 op de Noordzee terechtkwamen, 50 uur lang in overlevingspakken op de brug verbleven en de zee alles overhoop beukte, behalve de stuurmachine en de hoofdmotor.
Wander is gemotiveerder dan ooit op de kade gestapt. En niet in het minst omdat de kapitein hem deze zomer graag terugziet aan boord. Op voorwaarde dat hij dit schooljaar succesvol afsluit.

Naar zee met de Tucana (epiloog) | Schuttevaer.nl

Naar zee met de Tucana (epiloog)

Wander Naaraat (20) volgt de zeevaartopleiding Stuurman op het Deltion College in Zwolle. Hij wil het liefst varend leren en heeft een stage geregeld aan boord van de Tucana (3850 dwt) van reder-kapitein Martin van den Burg (Toucan Maritime) uit Heerhugowaard. Hij deed de afgelopen weken verslag van zijn reizen. Tweede Paasdag haalde zijn vader hem op. Terug naar de schoolbanken.

Naar zee met de Tucana (epiloog)

Door

Patrick Naaraat

Een Naaraat wordt niet zeeziek, zeggen wij in de familie. Maar dat is grootspraak van oud-binnenvaarders, want de laatste terugreis naar Amsterdam ging het in de Golf van Biskaje toch nog mis met stagiair Wander. Misselijk tot in zijn botten hing hij uren in de zithoek op de brug. Daar kon stuurman Rick mij tweede Paasdag de fotografische bewijzen van laten zien.
Wander houdt het zelf op voedselvergiftiging. En het was ook wel een beetje ruw buiten. De Tucana ploegde voort met een miezerig vaartje van 4 knopen. Het heeft Wander in elk geval niet op andere gedachten gebracht. Hij is negen weken op zee geweest, heeft 10 reizen gemaakt en bijna de hele westkust van Europa gezien. Van Stavanger in Noorwegen tot Marin in Spanje. En het was mooi.
Maandagmorgen kwam ik hem halen met de auto en was om 10 uur gelijktijdig met de Tucana bij de Waterland Terminal in het Westelijk Havengebied. Even een gedoetje om door de poort te komen, maar een kwartier later reed ik voor. En daar stond zoon Wander nonchalant naast het dekhuis met een mok koffie. ‘We zijn er net man. Ik had het al gezegd: die staat op de kade als wij aankomen’, zegt hij lachend, terwijl ik over de reling klim.

Handen schudden

Binnen ontmoet ik als eerste kapitein Martin, die in zijn kantoor achter de computer zit. Nuchtere Hollander, geen probleem als ik een beetje door zijn schip kom struinen. Daarna schud ik handen met de mannen in de messroom waarvan we de afgelopen weken hebben gehoord: matroos Samsudin, kok/matroos Rinaldi en machinist Alex. We gaan gelijk door naar beneden, waar de MaK net is stilgezet. Het lawaai komt van het aggregaat. Ik houd wel van motoren, maar Wander ziet er niet meer in dan lawaaimakers. We staan zo weer buiten. Langs de stuurmachine en machinekamervoorraad met opvallend veel bouten, moeren, koppelstukken en nippeltjes. Langs de hutten, de storeroom, de wasserij en de trappen op naar de brug.

Praktijkmannen

Met kennis van zaken geeft Wander mij uitleg over de navigatie-apparatuur. De Tucana vaart volledig op elektronische kaarten. Alleen het scheepsjournaal is nog van papier. Eigenlijk vaart ze vanzelf trouwens. Kwestie van waypoints op de kaart zetten met een paar muisklikken en ze doet wat wordt gevraagd.
Even later komt Rick binnen, shaggie tussen de lippen. Hij heeft het Wander niet gemakkelijk gemaakt, zegt hij, als Wander naar beneden is vertrokken om zijn hut op te ruimen. Maar ze hebben lol gehad. Hij was een goede gast om erbij te hebben. Rick ging ook niet graag naar school en naar verluidt de kapitein al evenmin. Praktijkmannen pur sang. Maar ja, je moet er even doorheen. En daarna is er wat te beleven op zee. Kameraadschap van mannen tussen wind en water, schat ik in. Samen op reis met een heldere taakverdeling en ongewisse omstandigheden, waarover je nog lang kunt verhalen. Zoals die keer dat Rick en zijn collega’s in windkracht 12 op de Noordzee terechtkwamen, 50 uur lang in overlevingspakken op de brug verbleven en de zee alles overhoop beukte, behalve de stuurmachine en de hoofdmotor.
Wander is gemotiveerder dan ooit op de kade gestapt. En niet in het minst omdat de kapitein hem deze zomer graag terugziet aan boord. Op voorwaarde dat hij dit schooljaar succesvol afsluit.