Column Boonk Van Leeuwen Advocaten

De curator het schip in?

Met enige regelmaat adviseert Boonk Van Leeuwen Advocaten kopers of verkopers van boten bij het opstellen van de overeenkomsten en treden wij op als procesbewakers. Is aan alles gedacht en worden de (juridische) stappen goed uitgevoerd? Dit gaat nogal eens fout, zo ook in het geval dat recent werd behandeld door de voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2022:4617).  

Maarten Dost (l) en Edward van Gruijthuijsen.

Waar ging het over?

Twee handelaren in motorjachten verkopen in 2019 een motorjacht aan een particulier koper uit Duitsland. De koopprijs van € 199.500 wordt door koper betaald. In de koopovereenkomst garanderen verkopers dat het motorjacht vrij is van hypotheken, pandrechten, beslagen of andere financiële verplichtingen én dat het motorjacht niet in enig register is ingeschreven. Verder verklaren verkopers dat zij bevoegd zijn om het motorjacht te verkopen en te leveren. 

Het jacht is gebrandmerkt en staat volgens het Kadaster sinds 13 december 2018 ingeschreven als eigendom van een van de verkopers. Deze verkoper gaat in juli 2021 failliet. De curator constateert dat er weliswaar een koopovereenkomst is getekend in 2019 en dat de koopprijs is betaald, maar dat het motorjacht ten tijde van het faillissement (2021) nog als eigendom van de verkoper stond ingeschreven in het Kadaster. Om die reden eist hij het motorjacht op als eigendom van de boedel en sommeert hij de koper om het jacht terug te geven. De koper start een procedure in kort geding en vraagt de rechter om vast te stellen dat hij de rechtmatige eigenaar is en om de curator te veroordelen om het motorjacht uit te schrijven uit het Kadaster. 

Eigendomsoverdracht

Op het eerste gezicht komt de handeling van de curator niet heel sympathiek over. De koper heeft de koopprijs immers volledig voldaan en heeft het schip al twee jaar in zijn bezit. 

Juridisch gezien ligt het genuanceerder. Voor de eigendomsoverdracht van een motorjacht is vereist dat (i) het wordt geleverd, (ii) op grond van een titel (bijvoorbeeld een koopovereenkomst), door (iii) een persoon die daartoe bevoegd is.

In deze kwestie blijkt dat de verkopers in 2019 als eigenaren inderdaad bevoegd waren om het motorjacht te verkopen. Voorts is er sprake van een geldige titel, namelijk koop. Maar heeft de handelaar het motorjacht ook geleverd aan de koper?

Levering van een (geregistreerd) motorjacht gebeurt via een notariële akte, die moet worden ingeschreven in het Kadaster. Bij de verkoop van dit motorjacht is geen notariële akte opgesteld noch is deze ingeschreven. Dat betekent in principe dat – wanneer het motorjacht kwalificeert als registergoed – er juridisch gezien niet is geleverd. 

Faillissement

Normaal gesproken kan een verkoper de leveringshandeling alsnog uitvoeren. In het geval van faillissement bepaalt de wet dat de levering niet meer geldig kan plaatsvinden; ook niet door de curator. Hij moet het jacht opnieuw verkopen, zodat de koopprijs in de boedel vloeit. Deze bepaling komt voort uit het zogenaamde fixatiebeginsel. Dat beginsel houdt in dat het vermogen van een gefailleerde “gefixeerd” wordt op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken. Het idee erachter is dat activa in de faillissementsboedel worden gehouden en dat daarmee de rechten van schuldeisers worden beschermd. In dit geval betekent het dat het jacht op het moment van het uitspreken van het faillissement nog van de failliete partij is, en dat daar dus niets meer aan kan veranderen, ook niet een snelle uitschrijving in het Kadaster.

Oordeel rechter

Hoewel de wet geen aanknopingspunt biedt, oordeelt de rechter in dit geval toch dat de curator het jacht moet uitschrijven uit het Kadaster. Volgens de rechter is er sprake van een onmiskenbare vergissing tussen partijen en is de curator verplicht om mee te werken aan het ongedaan maken hiervan. Het leerstuk van de ‘onmiskenbare vergissing’ ziet op een totaal andere situatie en de rechter past dit verkeerd toe. Het voert te ver om daar in dit blog verder op in te gaan. De rechter wringt zich door juridisch onmogelijke bochten om tot een voor de koper redelijke uitkomst te komen. 

Afrondend

Het betreft ‘slechts’ een uitspraak in kort geding, dus partijen kunnen het nog voorleggen aan een bodemrechter. Ten tijde van het publiceren van dit blog is niet bekend of de discussie tussen partijen inmiddels definitief is beslecht. Voor de koper is het – in ieder geval bij de kortgedingrechter – met een sisser afgelopen, maar het laat nog maar eens zien dat het raadzaam is om bij de aankoop of verkoop van een schip juridisch advies in te winnen. 

Lees ook:

Boonk Van Leeuwen Advocaten: Aansprakelijkheidsbeperking scheepvaart stamt uit de tijd van de Romeinen

De curator het schip in? | Schuttevaer.nl
Column Boonk Van Leeuwen Advocaten

De curator het schip in?

Met enige regelmaat adviseert Boonk Van Leeuwen Advocaten kopers of verkopers van boten bij het opstellen van de overeenkomsten en treden wij op als procesbewakers. Is aan alles gedacht en worden de (juridische) stappen goed uitgevoerd? Dit gaat nogal eens fout, zo ook in het geval dat recent werd behandeld door de voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2022:4617).  

Maarten Dost (l) en Edward van Gruijthuijsen.

Waar ging het over?

Twee handelaren in motorjachten verkopen in 2019 een motorjacht aan een particulier koper uit Duitsland. De koopprijs van € 199.500 wordt door koper betaald. In de koopovereenkomst garanderen verkopers dat het motorjacht vrij is van hypotheken, pandrechten, beslagen of andere financiële verplichtingen én dat het motorjacht niet in enig register is ingeschreven. Verder verklaren verkopers dat zij bevoegd zijn om het motorjacht te verkopen en te leveren. 

Het jacht is gebrandmerkt en staat volgens het Kadaster sinds 13 december 2018 ingeschreven als eigendom van een van de verkopers. Deze verkoper gaat in juli 2021 failliet. De curator constateert dat er weliswaar een koopovereenkomst is getekend in 2019 en dat de koopprijs is betaald, maar dat het motorjacht ten tijde van het faillissement (2021) nog als eigendom van de verkoper stond ingeschreven in het Kadaster. Om die reden eist hij het motorjacht op als eigendom van de boedel en sommeert hij de koper om het jacht terug te geven. De koper start een procedure in kort geding en vraagt de rechter om vast te stellen dat hij de rechtmatige eigenaar is en om de curator te veroordelen om het motorjacht uit te schrijven uit het Kadaster. 

Eigendomsoverdracht

Op het eerste gezicht komt de handeling van de curator niet heel sympathiek over. De koper heeft de koopprijs immers volledig voldaan en heeft het schip al twee jaar in zijn bezit. 

Juridisch gezien ligt het genuanceerder. Voor de eigendomsoverdracht van een motorjacht is vereist dat (i) het wordt geleverd, (ii) op grond van een titel (bijvoorbeeld een koopovereenkomst), door (iii) een persoon die daartoe bevoegd is.

In deze kwestie blijkt dat de verkopers in 2019 als eigenaren inderdaad bevoegd waren om het motorjacht te verkopen. Voorts is er sprake van een geldige titel, namelijk koop. Maar heeft de handelaar het motorjacht ook geleverd aan de koper?

Levering van een (geregistreerd) motorjacht gebeurt via een notariële akte, die moet worden ingeschreven in het Kadaster. Bij de verkoop van dit motorjacht is geen notariële akte opgesteld noch is deze ingeschreven. Dat betekent in principe dat – wanneer het motorjacht kwalificeert als registergoed – er juridisch gezien niet is geleverd. 

Faillissement

Normaal gesproken kan een verkoper de leveringshandeling alsnog uitvoeren. In het geval van faillissement bepaalt de wet dat de levering niet meer geldig kan plaatsvinden; ook niet door de curator. Hij moet het jacht opnieuw verkopen, zodat de koopprijs in de boedel vloeit. Deze bepaling komt voort uit het zogenaamde fixatiebeginsel. Dat beginsel houdt in dat het vermogen van een gefailleerde “gefixeerd” wordt op het moment dat het faillissement wordt uitgesproken. Het idee erachter is dat activa in de faillissementsboedel worden gehouden en dat daarmee de rechten van schuldeisers worden beschermd. In dit geval betekent het dat het jacht op het moment van het uitspreken van het faillissement nog van de failliete partij is, en dat daar dus niets meer aan kan veranderen, ook niet een snelle uitschrijving in het Kadaster.

Oordeel rechter

Hoewel de wet geen aanknopingspunt biedt, oordeelt de rechter in dit geval toch dat de curator het jacht moet uitschrijven uit het Kadaster. Volgens de rechter is er sprake van een onmiskenbare vergissing tussen partijen en is de curator verplicht om mee te werken aan het ongedaan maken hiervan. Het leerstuk van de ‘onmiskenbare vergissing’ ziet op een totaal andere situatie en de rechter past dit verkeerd toe. Het voert te ver om daar in dit blog verder op in te gaan. De rechter wringt zich door juridisch onmogelijke bochten om tot een voor de koper redelijke uitkomst te komen. 

Afrondend

Het betreft ‘slechts’ een uitspraak in kort geding, dus partijen kunnen het nog voorleggen aan een bodemrechter. Ten tijde van het publiceren van dit blog is niet bekend of de discussie tussen partijen inmiddels definitief is beslecht. Voor de koper is het – in ieder geval bij de kortgedingrechter – met een sisser afgelopen, maar het laat nog maar eens zien dat het raadzaam is om bij de aankoop of verkoop van een schip juridisch advies in te winnen. 

Lees ook:

Boonk Van Leeuwen Advocaten: Aansprakelijkheidsbeperking scheepvaart stamt uit de tijd van de Romeinen