Afspraken met ECT redden containervervoerder

Van Uden Container Barging heeft voor de containervaart tussen Rotterdam en Antwerpen met enkele klanten en de Rotterdamse containerterminal ECT nieuwe afspraken en een vaarschema gemaakt om weer rendabel en op tijd te kunnen varen. Volgens directeur Diederik Antvelink kan hij de klanten nu weer beloven dat de containers op tijd worden vervoerd. Ook liggen de schepen minder lang in de haven, wat volgens hem meer geld oplevert.

Antvelink heeft weer hoop na de moeilijke tijd bij ECT. In het voorjaar was hij nog woest op de terminal en de rederijen. Hij zag toen twintig procent van zijn binnenvaartcontainers naar de weg gaan als gevolg van vertragingen bij ECT. Omdat ECT containers niet op de terminal of bij de douane kon vinden, liepen zijn kosten zo hoog op dat hij maandenlang niet rendabel kon werken. Hij kon veel containers uit het achterland niet kwijt. De wachttijden liepen op tot tachtig uur en elke dag vertraging kostte Van Uden dertig euro per container aan demurragekosten. Per schip liepen de kosten op tot 5000 euro die Antvelink niet voor zijn rekening kon nemen.   Verliezen Antvelink noemt de nieuwe afspraken met ECT het nieuwe wapen van Van Uden. Ze zijn volgens hem een van de redenen dat de Antwerpse dochter CEM na twee jaar rode cijfers sinds september weer winstgevend is. ‘De negatieve spiraal werd ingezet met de stijgende gasolie- en charterprijzen van binnenschepen. Ook verslechterde de afhandeling van de binnenvaart op de terminals vanaf midden 2004. ‘De grootste problemen begonnen eind 2005. Toen vertrok P&O Nedlloyd, tot dan de grootste klant. De rederij werd verkocht aan Maersk. Begin 2006 vertrok commercieel manager Johan Bijl en nam de twee grootste klanten, de Gosselin-terminal in Deurne en Zuidnatie, mee naar CGB, een bedrijf van zijn vader. Deze klanten waren goed voor dertig procent van de omzet. Het echte dieptepunt was mei 2006. Vanwege een storing op ECT Delta lagen schepen dagen stil. De financiële positie van CEM verzwakte en eigenaar Rhinecontainer besloot de aandelen in CEM te verkopen. Uiteindelijk kochten wij ze. Wij waren de enige die er nog brood in zagen. Ondanks de slechte cijfers zagen wij dat met een paar harde ingrepen het bloeden kon worden gestopt.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Afspraken met ECT redden containervervoerder | Schuttevaer.nl

Afspraken met ECT redden containervervoerder

Van Uden Container Barging heeft voor de containervaart tussen Rotterdam en Antwerpen met enkele klanten en de Rotterdamse containerterminal ECT nieuwe afspraken en een vaarschema gemaakt om weer rendabel en op tijd te kunnen varen. Volgens directeur Diederik Antvelink kan hij de klanten nu weer beloven dat de containers op tijd worden vervoerd. Ook liggen de schepen minder lang in de haven, wat volgens hem meer geld oplevert.

Antvelink heeft weer hoop na de moeilijke tijd bij ECT. In het voorjaar was hij nog woest op de terminal en de rederijen. Hij zag toen twintig procent van zijn binnenvaartcontainers naar de weg gaan als gevolg van vertragingen bij ECT. Omdat ECT containers niet op de terminal of bij de douane kon vinden, liepen zijn kosten zo hoog op dat hij maandenlang niet rendabel kon werken. Hij kon veel containers uit het achterland niet kwijt. De wachttijden liepen op tot tachtig uur en elke dag vertraging kostte Van Uden dertig euro per container aan demurragekosten. Per schip liepen de kosten op tot 5000 euro die Antvelink niet voor zijn rekening kon nemen.   Verliezen Antvelink noemt de nieuwe afspraken met ECT het nieuwe wapen van Van Uden. Ze zijn volgens hem een van de redenen dat de Antwerpse dochter CEM na twee jaar rode cijfers sinds september weer winstgevend is. ‘De negatieve spiraal werd ingezet met de stijgende gasolie- en charterprijzen van binnenschepen. Ook verslechterde de afhandeling van de binnenvaart op de terminals vanaf midden 2004. ‘De grootste problemen begonnen eind 2005. Toen vertrok P&O Nedlloyd, tot dan de grootste klant. De rederij werd verkocht aan Maersk. Begin 2006 vertrok commercieel manager Johan Bijl en nam de twee grootste klanten, de Gosselin-terminal in Deurne en Zuidnatie, mee naar CGB, een bedrijf van zijn vader. Deze klanten waren goed voor dertig procent van de omzet. Het echte dieptepunt was mei 2006. Vanwege een storing op ECT Delta lagen schepen dagen stil. De financiële positie van CEM verzwakte en eigenaar Rhinecontainer besloot de aandelen in CEM te verkopen. Uiteindelijk kochten wij ze. Wij waren de enige die er nog brood in zagen. Ondanks de slechte cijfers zagen wij dat met een paar harde ingrepen het bloeden kon worden gestopt.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer