Het blussen kan volgens Smit Salvage nog weken duren. Het bergingsbedrijf  heeft intussen drie sleepboten bij het schip. De romp van het schip is volgens Smit  nog intact, maar het maakt wel acht tot tien graden slagzij door verschoven containers en bluswater. Er is aanzienlijke schade ontstaan. Het laadruim 4, waar de brand ontstond is verwoest, evenals de laadruimen 5 en 6. Laadruim 7 is volgens Smit nog wel intact. De bovenbouw, machinekamer, boeg en voorsteven zijnnog onbeschadigd. Er waren 2876 containers aan boord. Als de brand is geblust, wordt het schip naar Europa gesleept.
Omdat de situatie aan boord te gevaarlijk werd, verlieten de 22 bemanningsleden en twee passagiers het schip in een reddingboot en een vlot. De situatie was penibel omdat het dichtstbijzijnde schip op zes uur varen afstand was. De rampplek, die 1000 mijl uit de kust van Cornwall lag, was ook onbereikbaar voor helikopters.
De olietanker DS Crown kwam als eerste ter plekke en kon de opvarenden oppikken. Aan boord van de olietanker overleed de eerste officier aan zijn verwondingen. De bemanning bestond uit vijf Duitsers, drie Polen en 15 Filipijnen.
De drie andere gewonden werden later overgebracht naar het toegesnelde MSC Stella, dat naar de Azoren voer, waar de gewonden door helikopters konden worden opgepikt. Twee van de gewonden zijn intussen buiten levensgevaar. Het derde slachtoffer werd naar een brandwondenkliniek in Portugal gevlogen voor de behandeling van zijn zware brandwonden. De andere overlevenden kwamen woensdagavond met de DS Crown aan in Falmouth.
De Flaminia had woensdag moeten aankomen in Antwerpen met lading uit Midden-Amerika en de Verenigde Staten. Een aantal containers aan boord zou in Antwerpen worden overgeslagen in binnenvaartschepen.