Het binnenschip was met 1400 ton kiezel onderweg van Minden naar Bremen toen de schipper in de sluis van Dörverden merkte dat er water in het voorschip liep. De schutting werd direct gestopt en de schipper moest achteruit de sluis uit om vast te kunnen maken aan het remmingwerk. De gealarmeerde brandweer wist met pompen het water buiten te houden en zo het schip voor zinken te behoeden. Nadat het binnengestroomde water uit het schip was gepompt, werd het gat in het voorschip provisorisch gedicht.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?