Vier dagen voor het ronden van Kaap de Goede Hoop begint het schip te slingeren. Eerst net voldoende om als een baby in slaap te vallen tijdens het middagdutje, maar al snel worden de halen groter. Een dag later rollen hoge bergen water, schuin van achter over stuurboord inkomend, onder het schip door. Dit veroorzaakt een zware slingering. De kok is al naarstig op zoek gegaan naar een grotere pan om zijn soep te koken, want hij heeft al een freakwave over de rand zien klotsen.
Bertus, eerste stuurman, net terug van een inspectie in het ruim, zit met bezorgd gezicht achter de computer en bestudeerd de weersverwachtingen. ‘Het wordt alleen maar erger kap. Vier meter hoge deining nu, morgen al zes! Er komt een vuiltje deze kant op.’
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?
