Van Dijk verwoordde een breder gedragen gevoel onder de circa 50 verladers, bevrachters en overslagbedrijven in de zaal. Aan de orde kwamen de gebruikelijke problemen voor het kleine schip: de vergrijzing, die zorgt voor weinig investeringen en oneerlijke concurrentie voor jonge startende ondernemers; de vrachtprijzen, die te laag zijn om goed te investeren in nieuwe schepen en innovaties; en de verloedering van de kleine vaarwegen, waardoor varen onmogelijk wordt en bedrijven overstappen op vrachtwagens. Maar behalve deze bekende obstakels voor het behoud van het kleine schip, kwam daar een nieuw punt van kritiek bij: ‘Het lijkt wel alsof we als containerterminal in dienst van de binnenvaart staan, in plaats van omgekeerd’, zei Van Dijk, waarmee hij doelde op de onderlinge relaties. Daarnaast wees hij op het grotere geheel: ‘Er is van oudsher een verstoorde relatie tussen verladers en binnenvaartondernemers. Die staat actieve samenwerking om meer lading naar het water te halen in de weg. Dit is niet aan de orde met de huidige schepen die voor ons varen, maar in algemene zin in de binnenvaart.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?