‘Onbevangen naar binnen en zelfstandig de deur weer uit’

Het Kompas in Lemmer is een kleinschalig, gezellig huiselijk internaat. Met een geweldige ligging aan het strand (’s winters) aan de ijsbaan en praktisch in het centrum van het dorp. Momenteel wonen er 36 kinderen en er werken 11 groepsleiders verdeeld over 3 groepen. ‘Wij zijn een van de weinige internaten die in kindertal is gegroeid.’

kompas

Door

Jacques Kraaijeveld

We spreken met de groepsleidsters Sjoukje Poepjes en Rosalie Walta. Sjoukje werkt op de oudere groep kinderen (11 t/m 16 jaar). Rosalie zit bij de jongste kinderen (6 t/m 11 jaar).

  • Hervormd internaat Het Kompas in Lemmer

Sjoukje: ‘Omgaan met heimwee is een belangrijk aspect als kinderen net op het internaat zijn, maar blijft natuurlijk ook vaak in de jaren daarna. Jong en oud kunnen ze last hebben van heimwee, wat erg vervelend is. Overdag hebben ze er vaak niet veel last van, maar als ze dan ’s avonds in bed liggen begint het. Bij ieder kind moet je hier weer op een andere manier mee omgaan. De één wil een hand op zijn schouder, de ander kun je afleiden. Het liefst knip je met je vingers en haal je papa en mama even tevoorschijn om te troosten, maar helaas werkt het niet zo. Natuurlijk zijn er wel veel dingen veranderd in de afgelopen jaren. Maar je moet niet teveel naar het verleden kijken, we leven in het heden en moeten het doen met wat we nu hebben.

Kinderen en ouders zijn mondiger geworden en dat is goed, maar soms ook lastig. Mobiele telefoons en computers spelen hierin een grote rol. Er is meer communicatie tussen ouders en kinderen. Dan heb je soms al een ouder aan de telefoon nog voor je de situatie hebt kunnen afhandelen. Ook voor ouders is dat natuurlijk lastig, die krijgen op afstand een boos of verdrietig kind aan de telefoon.’

Andere voorstelling

Rosalie vult aan: ‘Toen ik negen jaar geleden begon waren de groepen kleiner, minder personeelsleden en deden we iets meer huishoudelijk werk. Er waren ook collega’s die in beide groepen werkten. Nu zijn de groepen in kindertal gestegen. De jongste groep telt 17 kinderen, oudste groep 15 en een groep van 4 jongeren die begeleid op kamers wonen.
‘Sinds een aantal jaren is er ook kinderopvang in het gebouw gevestigd. Er wordt door hen ook gebruikgemaakt van de tuin en grote speelruimte in de gang. De kinderen van het internaat en de kinderopvang van dezelfde leeftijd spelen ook wel met elkaar.

‘Ik kende het internaat van een klasgenootje dat er woonde, maar was er nog nooit geweest. Toen ik kwam solliciteren had ik een hele andere voorstelling van een internaat; slaapzalen, veel schoolser. Daar klopte niets van. Het zag er juist al van buiten heel huiselijk uit. De groepen zien eruit alsof er een groot gezin woont. Het werken op de jongste groep spreekt mij zo aan omdat ik veel plezier beleef aan kinderen van die leeftijd. De onbevangenheid, nieuwsgierigheid. Maar ook het wennen op een internaat, voor het eerst echt naar school gaan en het leven in een groep en het begeleiden van dat alles, daar voel ik me in thuis.’

Alledaagse dingen

Sjoukje vervolgt: ‘Ik ben in 1999 begonnen als stagiair op de jongste groep. Na mijn opleiding SPW heb ik nog HBO SPH gedaan. Tijdens die periode ben ik steeds inval- en weekendkracht op Het Kompas gebleven. Echt vlak na het behalen van mijn diploma kwam er een vacature op de oudste groep. Wat voor mij toen wel weer een uitdaging was, aangezien ik nog niet op die groep had gewerkt. Ik kende de kinderen wel, wat natuurlijk een groot voordeel was. Het leuke aan het werken met de jongeren is dat het erg gevarieerd is, elke dag is anders. Het ene moment ben je een spelletje aan het doen, het andere met huiswerk bezig. Boodschappen, koken, wassen, doktersbezoekjes afleggen. Alledaagse dingen die ook in een gezin aan de orde zijn. Met elkaar zorgen voor een gezellige, veilige leefomgeving.

‘De betrokkenheid en inbreng van ouders hierin is ook erg belangrijk. We moeten het toch samen doen. Het leuke is nu, dat ik kinderen van zes jaar heb zien binnenkomen, die nu al bijna als 18-jarigen het internaat verlaten. Zo jong en onbevangen als ze binnenkomen, lopen ze nu zelfverzekerd en zelfstandig de deur uit.’

SHIS sinds 1947

De Stichting Hervormde Internaten voor Schipperskinderen (SHIS), waar Het Kompas deel van uitmaakt, biedt sinds 1947 huisvesting, verzorging en opvoeding aan kinderen van ouders met een trekkend bestaan. Destijds is de SHIS met beperkte middelen en dankzij de steun van de Generale Synode van de Nederlands Hervormde Kerk opgericht.

In dat jaar is het eerste internaat geopend in een voormalig schoolgebouw in Amsterdam. Twee jaar later volgde een tweede voorziening op een verbouwd schip in Rotterdam. In de jaren ‘50 is de SHIS uitgebreid met drie voorzieningen, namelijk in Groningen, Terneuzen en Zwolle.
Doordat het aantal kinderen in de jaren ‘60 steeg, was verdere uitbreiding van het aantal huisvestingsmogelijkheden noodzakelijk. Meerdere schepen en panden werden gekocht, gehuurd en verbouwd. In 1968 opende de SHIS haar eerste nieuwbouwpand in Terneuzen, ter vervanging van daar gehuurde flats.

Sinds de beginjaren is veel veranderd. Eind jaren ‘60 werd de leerplicht voor schipperskinderen ingevoerd. En begin jaren ‘70 namen door overheidssubsidies de beschikbare middelen aanzienlijk toe. Ook de stijging van het aantal kinderen zette zich voort. In de jaren ’70 en ‘80 stootte de SHIS oude schepen en panden af en ontstonden uiteindelijk zeven goed uitgeruste voorzieningen. Begin jaren ‘90 werd het internaat in Groningen omgevormd tot leefgroephuis. Het internaat in Terneuzen heeft in 1993 haar krappe behuizing ingeruild voor nieuwbouw.

Door bezuinigingen en verzelfstandiging werd het voor een drietal kleine voorzieningen onmogelijk zelfstandig voort te bestaan. Zij hebben bij de SHIS aansluiting gezocht en gevonden, zodat de bij hen gehuisveste kinderen hun tweede ‘thuis’ niet werd ontnomen. De aansluiting werd officieel op 1 januari 1995. Daardoor is de SHIS een bundeling geworden van acht voorzieningen.

‘Onbevangen naar binnen en zelfstandig de deur weer uit’ | Schuttevaer.nl

‘Onbevangen naar binnen en zelfstandig de deur weer uit’

Het Kompas in Lemmer is een kleinschalig, gezellig huiselijk internaat. Met een geweldige ligging aan het strand (’s winters) aan de ijsbaan en praktisch in het centrum van het dorp. Momenteel wonen er 36 kinderen en er werken 11 groepsleiders verdeeld over 3 groepen. ‘Wij zijn een van de weinige internaten die in kindertal is gegroeid.’

kompas

Door

Jacques Kraaijeveld

We spreken met de groepsleidsters Sjoukje Poepjes en Rosalie Walta. Sjoukje werkt op de oudere groep kinderen (11 t/m 16 jaar). Rosalie zit bij de jongste kinderen (6 t/m 11 jaar).

  • Hervormd internaat Het Kompas in Lemmer

Sjoukje: ‘Omgaan met heimwee is een belangrijk aspect als kinderen net op het internaat zijn, maar blijft natuurlijk ook vaak in de jaren daarna. Jong en oud kunnen ze last hebben van heimwee, wat erg vervelend is. Overdag hebben ze er vaak niet veel last van, maar als ze dan ’s avonds in bed liggen begint het. Bij ieder kind moet je hier weer op een andere manier mee omgaan. De één wil een hand op zijn schouder, de ander kun je afleiden. Het liefst knip je met je vingers en haal je papa en mama even tevoorschijn om te troosten, maar helaas werkt het niet zo. Natuurlijk zijn er wel veel dingen veranderd in de afgelopen jaren. Maar je moet niet teveel naar het verleden kijken, we leven in het heden en moeten het doen met wat we nu hebben.

Kinderen en ouders zijn mondiger geworden en dat is goed, maar soms ook lastig. Mobiele telefoons en computers spelen hierin een grote rol. Er is meer communicatie tussen ouders en kinderen. Dan heb je soms al een ouder aan de telefoon nog voor je de situatie hebt kunnen afhandelen. Ook voor ouders is dat natuurlijk lastig, die krijgen op afstand een boos of verdrietig kind aan de telefoon.’

Andere voorstelling

Rosalie vult aan: ‘Toen ik negen jaar geleden begon waren de groepen kleiner, minder personeelsleden en deden we iets meer huishoudelijk werk. Er waren ook collega’s die in beide groepen werkten. Nu zijn de groepen in kindertal gestegen. De jongste groep telt 17 kinderen, oudste groep 15 en een groep van 4 jongeren die begeleid op kamers wonen.
‘Sinds een aantal jaren is er ook kinderopvang in het gebouw gevestigd. Er wordt door hen ook gebruikgemaakt van de tuin en grote speelruimte in de gang. De kinderen van het internaat en de kinderopvang van dezelfde leeftijd spelen ook wel met elkaar.

‘Ik kende het internaat van een klasgenootje dat er woonde, maar was er nog nooit geweest. Toen ik kwam solliciteren had ik een hele andere voorstelling van een internaat; slaapzalen, veel schoolser. Daar klopte niets van. Het zag er juist al van buiten heel huiselijk uit. De groepen zien eruit alsof er een groot gezin woont. Het werken op de jongste groep spreekt mij zo aan omdat ik veel plezier beleef aan kinderen van die leeftijd. De onbevangenheid, nieuwsgierigheid. Maar ook het wennen op een internaat, voor het eerst echt naar school gaan en het leven in een groep en het begeleiden van dat alles, daar voel ik me in thuis.’

Alledaagse dingen

Sjoukje vervolgt: ‘Ik ben in 1999 begonnen als stagiair op de jongste groep. Na mijn opleiding SPW heb ik nog HBO SPH gedaan. Tijdens die periode ben ik steeds inval- en weekendkracht op Het Kompas gebleven. Echt vlak na het behalen van mijn diploma kwam er een vacature op de oudste groep. Wat voor mij toen wel weer een uitdaging was, aangezien ik nog niet op die groep had gewerkt. Ik kende de kinderen wel, wat natuurlijk een groot voordeel was. Het leuke aan het werken met de jongeren is dat het erg gevarieerd is, elke dag is anders. Het ene moment ben je een spelletje aan het doen, het andere met huiswerk bezig. Boodschappen, koken, wassen, doktersbezoekjes afleggen. Alledaagse dingen die ook in een gezin aan de orde zijn. Met elkaar zorgen voor een gezellige, veilige leefomgeving.

‘De betrokkenheid en inbreng van ouders hierin is ook erg belangrijk. We moeten het toch samen doen. Het leuke is nu, dat ik kinderen van zes jaar heb zien binnenkomen, die nu al bijna als 18-jarigen het internaat verlaten. Zo jong en onbevangen als ze binnenkomen, lopen ze nu zelfverzekerd en zelfstandig de deur uit.’

SHIS sinds 1947

De Stichting Hervormde Internaten voor Schipperskinderen (SHIS), waar Het Kompas deel van uitmaakt, biedt sinds 1947 huisvesting, verzorging en opvoeding aan kinderen van ouders met een trekkend bestaan. Destijds is de SHIS met beperkte middelen en dankzij de steun van de Generale Synode van de Nederlands Hervormde Kerk opgericht.

In dat jaar is het eerste internaat geopend in een voormalig schoolgebouw in Amsterdam. Twee jaar later volgde een tweede voorziening op een verbouwd schip in Rotterdam. In de jaren ‘50 is de SHIS uitgebreid met drie voorzieningen, namelijk in Groningen, Terneuzen en Zwolle.
Doordat het aantal kinderen in de jaren ‘60 steeg, was verdere uitbreiding van het aantal huisvestingsmogelijkheden noodzakelijk. Meerdere schepen en panden werden gekocht, gehuurd en verbouwd. In 1968 opende de SHIS haar eerste nieuwbouwpand in Terneuzen, ter vervanging van daar gehuurde flats.

Sinds de beginjaren is veel veranderd. Eind jaren ‘60 werd de leerplicht voor schipperskinderen ingevoerd. En begin jaren ‘70 namen door overheidssubsidies de beschikbare middelen aanzienlijk toe. Ook de stijging van het aantal kinderen zette zich voort. In de jaren ’70 en ‘80 stootte de SHIS oude schepen en panden af en ontstonden uiteindelijk zeven goed uitgeruste voorzieningen. Begin jaren ‘90 werd het internaat in Groningen omgevormd tot leefgroephuis. Het internaat in Terneuzen heeft in 1993 haar krappe behuizing ingeruild voor nieuwbouw.

Door bezuinigingen en verzelfstandiging werd het voor een drietal kleine voorzieningen onmogelijk zelfstandig voort te bestaan. Zij hebben bij de SHIS aansluiting gezocht en gevonden, zodat de bij hen gehuisveste kinderen hun tweede ‘thuis’ niet werd ontnomen. De aansluiting werd officieel op 1 januari 1995. Daardoor is de SHIS een bundeling geworden van acht voorzieningen.