Verplaatsing roeken Eefde kan twee jaar duren

De roekenkolonie die de bouw van de tweede sluis bij Eefde in het Twentekanaal in de weg staat, wordt in een periode van twee jaar behoedzaam verplaatst. Dat heeft Rijkswaterstaat bekendgemaakt.

De verhuizing is nodig, omdat het bosje waarin de kolonie nu verblijft moet worden gekapt voor de bouw van de tweede sluis. De verplaatsing gebeurt geleidelijk en wordt stopgezet zodra het broedseizoen begint. Hierdoor kan het twee jaar duren voordat alle roeken op de nieuwe locatie gaan nestelen. Pas daarna zullen de bomen worden gekapt en kan worden begonnen met de bouw van de tweede sluis. ‘Het is dus belangrijk dat we nu beginnen met de verplaatsing, omdat anders de bouw en dus de ingebruikname van de tweede sluis moeten worden uitgesteld’, stelt Rijkswaterstaat in een persbericht.

Probleem is wel dat formeel het bestemmingsplan voor de bouwlocatie nog niet is gewijzigd. ‘Daarom worden geen onomkeerbare maatregelen genomen. Dit betekent dat de roeken altijd weer terug kunnen naar hun huidige plek. Daarnaast worden nu alleen maatregelen toegepast die zo min mogelijk hinder voor omwonenden veroorzaken

De roek is een beschermde vogel. Rijkswaterstaat heeft daarom een ontheffing aangevraagd, die in mei 2013 is verleend. De vogels worden verplaatst naar de hoge bomen naast de Eefse beek, ten noordoosten van de huidige sluis. Dat is dichtbij de huidige locatie. Avonda Faunabeheer gaat de verplaatsing uitvoeren.

De roek behoort tot de familie van de kraaiachtigen. Er zijn in Nederland circa 64.000 broedparen. Het is een intelligente zangvogel met een zeer sociale levenswijze. Hij leeft namelijk in omvangrijke kolonies in hoge bomen, bij voorkeur in de nabijheid van mensen. De roek onderscheidt zich van de zwarte kraai door een kale, lichtgekleurde snavelbasis en een ‘losser’ verenkleed.

Verplaatsing roeken Eefde kan twee jaar duren | Schuttevaer.nl

Verplaatsing roeken Eefde kan twee jaar duren

De roekenkolonie die de bouw van de tweede sluis bij Eefde in het Twentekanaal in de weg staat, wordt in een periode van twee jaar behoedzaam verplaatst. Dat heeft Rijkswaterstaat bekendgemaakt.

De verhuizing is nodig, omdat het bosje waarin de kolonie nu verblijft moet worden gekapt voor de bouw van de tweede sluis. De verplaatsing gebeurt geleidelijk en wordt stopgezet zodra het broedseizoen begint. Hierdoor kan het twee jaar duren voordat alle roeken op de nieuwe locatie gaan nestelen. Pas daarna zullen de bomen worden gekapt en kan worden begonnen met de bouw van de tweede sluis. ‘Het is dus belangrijk dat we nu beginnen met de verplaatsing, omdat anders de bouw en dus de ingebruikname van de tweede sluis moeten worden uitgesteld’, stelt Rijkswaterstaat in een persbericht.

Probleem is wel dat formeel het bestemmingsplan voor de bouwlocatie nog niet is gewijzigd. ‘Daarom worden geen onomkeerbare maatregelen genomen. Dit betekent dat de roeken altijd weer terug kunnen naar hun huidige plek. Daarnaast worden nu alleen maatregelen toegepast die zo min mogelijk hinder voor omwonenden veroorzaken

De roek is een beschermde vogel. Rijkswaterstaat heeft daarom een ontheffing aangevraagd, die in mei 2013 is verleend. De vogels worden verplaatst naar de hoge bomen naast de Eefse beek, ten noordoosten van de huidige sluis. Dat is dichtbij de huidige locatie. Avonda Faunabeheer gaat de verplaatsing uitvoeren.

De roek behoort tot de familie van de kraaiachtigen. Er zijn in Nederland circa 64.000 broedparen. Het is een intelligente zangvogel met een zeer sociale levenswijze. Hij leeft namelijk in omvangrijke kolonies in hoge bomen, bij voorkeur in de nabijheid van mensen. De roek onderscheidt zich van de zwarte kraai door een kale, lichtgekleurde snavelbasis en een ‘losser’ verenkleed.