Tiamo krijgt voorlichting over leerbedrijf

Piet en Miranda van Meel-Bosma varen op de 2000-tonner Tiamo. Ze oriënteren zich momenteel op de mogelijkheden om te varen als leerbedrijf voor de binnenvaart. Andries de Weerd, coördinator beroepspraktijkvorming, is op bezoek om uitleg te geven over het schoolsysteem.

Aan boord van de Tiamo

Piet en Miranda waren twintig jaar geleden leerlingen van De Weerd in het oude leerlingstelsel voor de binnenvaart. Er is veel veranderd constateren ze, als De Weerd het huidige schoolsysteem uitlegt. ‘Wij kregen een map aan boord en je kon het er zelf mee uitzoeken. Nu wisselen de leerlingen hun werkweken af met schoolweken en krijgen ze bijvakken als talen, wis- en natuurkunde en burgerschapscompetenties, waarin de leermeester moet beoordelen hoe de werkhouding van de leerling is en of deze bijvoorbeeld om kan gaan met kritiek.’
De Weerd legt uit dat er in principe voor elk type leerling een opleiding is. ‘De opleiding tot matroos is MBO 2, schipper is MBO 3 en kapitein is een MBO 4-opleiding. Het verschil tussen de schippers- en kapiteinsopleiding is, dat de kapitein zwaardere bijvakken en een ondernemersdiploma krijgt. Daarnaast kunnen de leerlingen kiezen tussen BBL- en BOL-opleidingen.

‘Ik zeg altijd dat de BOL-opleiding geschikt is voor leerlingen met zitvlees, want dat is de oude vierjarige MBO-opleiding binnenvaart en dus alleen toegankelijk met een VMBO-t-diploma. De BBL-opleiding is het oude leerlingstelsel. Het is werkend leren. Op deze opleiding kunnen jongeren met een VMBO-basis of geen afgeronde opleiding terecht. Hoe lager een leerling instroomt, hoe langer de BBL-leerweg is. Een nautisch VMBO verkort de opleiding. Een groot verschil met vroeger is dat het eindniveau van BBL en BOL gelijk is. Alleen de leerweg verschilt. Het ministerie heeft namelijk bepaald dat er aan het eind geen niveauverschil tussen beide opleidingen mag zijn.’

Voordelen

Behalve de MBO-opleidingen bestaat ook de schriftelijk leerweg nog. Die is in principe alleen toegankelijk voor jongeren die niet meer leerplichtig zijn. De opleiding heeft geen MBO-niveau en leidt alleen op voor de schippersvakken. De Weerd vertelt de Van Meels dat de binnenvaart ook het leer-werktraject kent. Hierbij gaat het om praktijkgerichte jongeren die te onrustig zijn voor de schoolbanken van het VMBO. Die leerlingen kunnen aan boord aan de slag en kosten de schipper maximaal 250 euro per maand.

Piet en Miranda van Meel vinden de uitleg interessant, maar willen zich inhoudelijk goed nog beter oriënteren voordat ze besluiten of ze een leerbedrijf willen zijn. Ze gaan daarover ook contact opnemen met Kantoor Binnenvaart.

Nu varen ze met buitenlands personeel en dragen ze de vergoeding af aan het bureau dat de bemanning levert en voeren zelf geen loonadministratie. Ze hoorden van een collega over de mogelijkheid leerbedrijf te worden. ‘Wij wisten niet dat het kon. Er zitten financiële voordelen aan. Zo krijgt het BBL-leerbedrijf een belastingvoordeel dat kan oplopen tot 208 euro per maand en mag het leerbedrijf met een lichtmatroos varen in plaats van een matroos.’

Buitenlandse jongeren

Het financiële voordeel is voor de eigenaren van de Tiamo niet de doorslaggevende reden om zich te oriënteren op de mogelijkheid om leerbedrijf te worden. ‘Nu varen we met oude buitenlandse jongeren, die we ook alles moeten leren. Die tijd kunnen we net zo goed in jonge Nederlandse jongeren steken. Een groot voordeel is bovendien dat er dan geen taalbarrière is.’

De Weerd vertelt zo’n 500 kilometer per dag te rijden om leerbedrijven, leerlingen en vaak ook hun ouders te bezoeken. ‘Voor veel ouders is de binnenvaart een onbekende sector. Soms is er geen water in de buurt. Ik vertel dan wat de binnenvaart doet, wat het werk aan boord inhoudt en dat het een onbekende, maar moderne sector is. In zo’n gesprek probeer ik de leerling te peilen, omdat leermeester en leerling bij elkaar moeten passen. Ik laat dan altijd de cao Binnenvaart zien en vertel dat er momenteel voor een schipper in de systeemvaart volgens de cao bruto 2700 euro hoort te worden betaald. Daarover zijn de ouders vaak verbaasd, omdat het meestal meer is dan ze zelf verdienen. Voor mij is het leuk dat ik kan laten zien dat de binnenvaart ook een sector is die als werkgever goed betaald.’ (HDJ)

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Tiamo. Lengte: 105 meter. Breedte: 9,50 meter. Diepgang: 3,25 meter. Europanummer: 02317735. Tonnage: 2308. Motor: Caterpillar, 1380 pk. Bouwjaar: 1973. Thuishaven: Lith. Eigenaar: VOF Van Meel.

Tiamo krijgt voorlichting over leerbedrijf | Schuttevaer.nl

Tiamo krijgt voorlichting over leerbedrijf

Piet en Miranda van Meel-Bosma varen op de 2000-tonner Tiamo. Ze oriënteren zich momenteel op de mogelijkheden om te varen als leerbedrijf voor de binnenvaart. Andries de Weerd, coördinator beroepspraktijkvorming, is op bezoek om uitleg te geven over het schoolsysteem.

Aan boord van de Tiamo

Piet en Miranda waren twintig jaar geleden leerlingen van De Weerd in het oude leerlingstelsel voor de binnenvaart. Er is veel veranderd constateren ze, als De Weerd het huidige schoolsysteem uitlegt. ‘Wij kregen een map aan boord en je kon het er zelf mee uitzoeken. Nu wisselen de leerlingen hun werkweken af met schoolweken en krijgen ze bijvakken als talen, wis- en natuurkunde en burgerschapscompetenties, waarin de leermeester moet beoordelen hoe de werkhouding van de leerling is en of deze bijvoorbeeld om kan gaan met kritiek.’
De Weerd legt uit dat er in principe voor elk type leerling een opleiding is. ‘De opleiding tot matroos is MBO 2, schipper is MBO 3 en kapitein is een MBO 4-opleiding. Het verschil tussen de schippers- en kapiteinsopleiding is, dat de kapitein zwaardere bijvakken en een ondernemersdiploma krijgt. Daarnaast kunnen de leerlingen kiezen tussen BBL- en BOL-opleidingen.

‘Ik zeg altijd dat de BOL-opleiding geschikt is voor leerlingen met zitvlees, want dat is de oude vierjarige MBO-opleiding binnenvaart en dus alleen toegankelijk met een VMBO-t-diploma. De BBL-opleiding is het oude leerlingstelsel. Het is werkend leren. Op deze opleiding kunnen jongeren met een VMBO-basis of geen afgeronde opleiding terecht. Hoe lager een leerling instroomt, hoe langer de BBL-leerweg is. Een nautisch VMBO verkort de opleiding. Een groot verschil met vroeger is dat het eindniveau van BBL en BOL gelijk is. Alleen de leerweg verschilt. Het ministerie heeft namelijk bepaald dat er aan het eind geen niveauverschil tussen beide opleidingen mag zijn.’

Voordelen

Behalve de MBO-opleidingen bestaat ook de schriftelijk leerweg nog. Die is in principe alleen toegankelijk voor jongeren die niet meer leerplichtig zijn. De opleiding heeft geen MBO-niveau en leidt alleen op voor de schippersvakken. De Weerd vertelt de Van Meels dat de binnenvaart ook het leer-werktraject kent. Hierbij gaat het om praktijkgerichte jongeren die te onrustig zijn voor de schoolbanken van het VMBO. Die leerlingen kunnen aan boord aan de slag en kosten de schipper maximaal 250 euro per maand.

Piet en Miranda van Meel vinden de uitleg interessant, maar willen zich inhoudelijk goed nog beter oriënteren voordat ze besluiten of ze een leerbedrijf willen zijn. Ze gaan daarover ook contact opnemen met Kantoor Binnenvaart.

Nu varen ze met buitenlands personeel en dragen ze de vergoeding af aan het bureau dat de bemanning levert en voeren zelf geen loonadministratie. Ze hoorden van een collega over de mogelijkheid leerbedrijf te worden. ‘Wij wisten niet dat het kon. Er zitten financiële voordelen aan. Zo krijgt het BBL-leerbedrijf een belastingvoordeel dat kan oplopen tot 208 euro per maand en mag het leerbedrijf met een lichtmatroos varen in plaats van een matroos.’

Buitenlandse jongeren

Het financiële voordeel is voor de eigenaren van de Tiamo niet de doorslaggevende reden om zich te oriënteren op de mogelijkheid om leerbedrijf te worden. ‘Nu varen we met oude buitenlandse jongeren, die we ook alles moeten leren. Die tijd kunnen we net zo goed in jonge Nederlandse jongeren steken. Een groot voordeel is bovendien dat er dan geen taalbarrière is.’

De Weerd vertelt zo’n 500 kilometer per dag te rijden om leerbedrijven, leerlingen en vaak ook hun ouders te bezoeken. ‘Voor veel ouders is de binnenvaart een onbekende sector. Soms is er geen water in de buurt. Ik vertel dan wat de binnenvaart doet, wat het werk aan boord inhoudt en dat het een onbekende, maar moderne sector is. In zo’n gesprek probeer ik de leerling te peilen, omdat leermeester en leerling bij elkaar moeten passen. Ik laat dan altijd de cao Binnenvaart zien en vertel dat er momenteel voor een schipper in de systeemvaart volgens de cao bruto 2700 euro hoort te worden betaald. Daarover zijn de ouders vaak verbaasd, omdat het meestal meer is dan ze zelf verdienen. Voor mij is het leuk dat ik kan laten zien dat de binnenvaart ook een sector is die als werkgever goed betaald.’ (HDJ)

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Tiamo. Lengte: 105 meter. Breedte: 9,50 meter. Diepgang: 3,25 meter. Europanummer: 02317735. Tonnage: 2308. Motor: Caterpillar, 1380 pk. Bouwjaar: 1973. Thuishaven: Lith. Eigenaar: VOF Van Meel.