Agenten van de grenspolitie kwamen de dronken binnenvaartschipper aan de wal tegen in de Rotterdamse haven. Hij kon volgens hen amper op zijn benen staan en was zichtbaar, hoorbaar en ruikbaar onder invloed van alcohol. Omdat de man aangaf thuis te horen op een binnenvaartschip, brachten de agenten hem naar zijn schip. Gezien zijn toestand bleek de stap van de kade naar het schip echter te groot. De agenten riepen daarop hulp in van de Zeehavenpolitie en het patrouillevaartuig P5, dat toevallig in de buurt voer.