Bijeenkomst over besteding 34 miljoen reservefonds

De EBU en de ESO houden woensdag 18 november een bijeenkomst over de oprichting van een Europees platform voor de binnenvaart. De oprichting gebeurt met financiële steun uit het reservefonds. Daar zit nog zo’n 34 miljoen euro in.

Beide organisaties besloten tot de oprichting van het platform ‘om de binnenvaartbelangen op het Europese en internationale niveau beter te kunnen behartigen’. ‘Het platform moet de algemene en specifieke belangenbehartiging van de sector versterken, met name ten aanzien van technische voorschriften, innovatie, milieu en veiligheid, opleiding en training.’

Reservefonds

Vanaf 1989 stelde Europa voor een periode van tien jaar een structurele saneringsregeling in de binnenvaart vast voor de vloten die vervoer verrichten op het net van de met elkaar in verbinding staande waterwegen van België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk. Door het slopen van schepen moest de overcapaciteit in de binnenvaart worden verminderd. Vanaf 1999 werd de oud-voor-nieuw-regeling in vier jaar afgebouwd en waren eventuele saneringsmaatregelen nog slechts toegestaan als er sprake zou zijn van ernstige verstoring van de markt. De sanering werd afgesloten met een overschot van ongeveer 34 miljoen euro in het zogenaamde reservefonds.

‘Het kan als vaststaand worden aangenomen dat deze reserve bijna in het geheel afkomstig is uit verplichte afdrachten van het bedrijfsleven in de landen, waarin de betreffende maatregelen feitelijk zijn uitgevoerd (B, NL, D, F, A, L en CH)’, stellen EBU en ESO. ‘Van de mogelijkheid om (delen van) de reserve aan te wenden voor bepaalde doeleinden is tot dusver geen gebruik gemaakt.’

Uitbreiden

In 2013 werd besloten om de beperkte bestedingsmogelijkheden van de gelden uit het reservefonds uit te breiden. De gelden kunnen volgens een verordening uit 2014 nu worden besteed aan de versterking van de Europese organisaties die de binnenvaartsector vertegenwoordigen (EBU en ESO) en voor vergroening van de sector in de brede zin van het woord.

Om gebruik te kunnen maken van middelen uit het fonds moeten EBU en ESO een gezamenlijk voorstel bij de EC in te dienen, waarover beide organisaties overeenstemming hebben bereikt. Zij beogen de middelen voor de vergroening als multiplier en katalysator in te kunnen zetten om daarmee extra middelen uit Europese fondsen (CEF, H2020, structuur- en regionale fondsen) voor de binnenvaart te genereren.

EBU en ESO willen het voornemen tot oprichting van een gezamenlijk Europees platform voor de binnenvaart 18 november toelichten aan binnenvaartondernemers. De bijeenkomst wordt gehouden van 16 tot 18 uur in het STC aan de Lloydstraat 300 in Rotterdam. (EvH)

Bijeenkomst over besteding 34 miljoen reservefonds | Schuttevaer.nl

Bijeenkomst over besteding 34 miljoen reservefonds

De EBU en de ESO houden woensdag 18 november een bijeenkomst over de oprichting van een Europees platform voor de binnenvaart. De oprichting gebeurt met financiële steun uit het reservefonds. Daar zit nog zo’n 34 miljoen euro in.

Beide organisaties besloten tot de oprichting van het platform ‘om de binnenvaartbelangen op het Europese en internationale niveau beter te kunnen behartigen’. ‘Het platform moet de algemene en specifieke belangenbehartiging van de sector versterken, met name ten aanzien van technische voorschriften, innovatie, milieu en veiligheid, opleiding en training.’

Reservefonds

Vanaf 1989 stelde Europa voor een periode van tien jaar een structurele saneringsregeling in de binnenvaart vast voor de vloten die vervoer verrichten op het net van de met elkaar in verbinding staande waterwegen van België, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Oostenrijk. Door het slopen van schepen moest de overcapaciteit in de binnenvaart worden verminderd. Vanaf 1999 werd de oud-voor-nieuw-regeling in vier jaar afgebouwd en waren eventuele saneringsmaatregelen nog slechts toegestaan als er sprake zou zijn van ernstige verstoring van de markt. De sanering werd afgesloten met een overschot van ongeveer 34 miljoen euro in het zogenaamde reservefonds.

‘Het kan als vaststaand worden aangenomen dat deze reserve bijna in het geheel afkomstig is uit verplichte afdrachten van het bedrijfsleven in de landen, waarin de betreffende maatregelen feitelijk zijn uitgevoerd (B, NL, D, F, A, L en CH)’, stellen EBU en ESO. ‘Van de mogelijkheid om (delen van) de reserve aan te wenden voor bepaalde doeleinden is tot dusver geen gebruik gemaakt.’

Uitbreiden

In 2013 werd besloten om de beperkte bestedingsmogelijkheden van de gelden uit het reservefonds uit te breiden. De gelden kunnen volgens een verordening uit 2014 nu worden besteed aan de versterking van de Europese organisaties die de binnenvaartsector vertegenwoordigen (EBU en ESO) en voor vergroening van de sector in de brede zin van het woord.

Om gebruik te kunnen maken van middelen uit het fonds moeten EBU en ESO een gezamenlijk voorstel bij de EC in te dienen, waarover beide organisaties overeenstemming hebben bereikt. Zij beogen de middelen voor de vergroening als multiplier en katalysator in te kunnen zetten om daarmee extra middelen uit Europese fondsen (CEF, H2020, structuur- en regionale fondsen) voor de binnenvaart te genereren.

EBU en ESO willen het voornemen tot oprichting van een gezamenlijk Europees platform voor de binnenvaart 18 november toelichten aan binnenvaartondernemers. De bijeenkomst wordt gehouden van 16 tot 18 uur in het STC aan de Lloydstraat 300 in Rotterdam. (EvH)