Omdat na het ongeval direct vlotslepen vanwege de hevige vrieskou niet mogelijk bleek, werden in januari alvast de dieselolie, smeerolie en andere milieugevaarlijke stoffen van boord gehaald. De Noorse kustwacht had berekend dat het gezien de ijsgang in augustus mogelijk zou moeten zijn om de 55 meter lange en 13 meter brede Northguider te bergen. Smit Salvage mobiliseerde hiervoor de bok Cormorant en de sleper Multratug 18 van Multraship en de eigen zeesleper Union Bear.
Begin augustus was de Northguider benaderbaar en werd de bergingsoperatie opgestart. Maar later die maand kregen de bergers te maken met grote hoeveelheden drijfijs. De operatie moest tijdelijk worden gestaakt en de bergingsvloot werd verhaald naar Longyearbyen.
Op 21 augustus waren de slepers en de bok weer ter plaatse. De Northguider heeft aan stuurboordszijde onder de waterlijn een scheur in de romp opgelopen. Deze moet eerst worden gedicht voordat het schip achtereenvolgens met behulp van de bok rechtop gezet, leeggepompt en vlotgebracht kan worden. Haast is geboden omdat de trawler anders opnieuw door het ijs onbereikbaar wordt.
U las zojuist één van de gratis premium artikelen
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?