‘Haringen van bijna twee stuks de kilo’

Toen in de jaren zeventig de vriestrawlervloot zich ontwikkelde, vermoedde niemand dat de vissers ooit nog eens het Noorderlicht zouden zien. Inmiddels zijn de trawlers zo groot geworden dat de schippers zich niet meer beperken tot de visserij rond de Britse eilanden. De rond de zeventig graden Noorderbreedte gelegen ‘Smudhavet’, waar het Noorderlicht af en toe te zien is, is inmiddels een vertrouwd visgebied. Ze komen we voor de haring. En wat voor haring! Stuurman Nico Korving van de SCH-72 Frank Bonefaas: ‘Haringen van bijna twee stuks in een kilo.’ Dat is dus wel heel grove haring.

‘Haringen van bijna twee stuks de kilo'

De Smudhavet is een internationaal visgebied ten noordwesten van Tromsö waar veel Noren, IJslanders, Russen, Duitsers en Hollanders komen om grove haring voor elkaars neus weg te kapen. Vorig weekend keerde de SCH-72 Frank Bonefaas van Rederij Vrolijk uit IJmuiden terug van zo’n verre reis om de Noord. Eerste stuurman Korving doet verslag: ‘We hebben nu zo’n tweeënhalve reis om de Noord achter de rug. De laatste reis hebben we een mankement gehad aan de hoofdmotor, waardoor we een week visverlet opliepen. In Tromsö is de reparatie uitgevoerd en de bemanning vond het een leuke afwisseling. Maar we waren blij dat we na een week weer koers konden zetten naar zee. De Smudhavet ligt op 150 mijl noord-noordwest van Tromsö en daar aangekomen hebben we ons tussen het vlootje Noren, IJslanders en Duitsers gevoegd. In tegenstelling tot de Noren vist de rest met een moderne trawl. De Noorse tankboten hanteren de ringzegen ofwel purse-seining. Omdat die haring dan weinig te verduren heeft, krijgen ze een betere prijs voor de vangst. Het is allemaal A-kwaliteit. De vangst houden ze in speciale zeewatergekoelde tanks en wordt dus vers aangevoerd bij de fabrieken in het noorden van Noorwegen. Soms stomen ze ook wel eens naar Shetland Catch, de grootste pelagische visfabriek van Europa. Dat betekent wel dat ze een eind moeten stomen. Wij vermoeden dat die fabrieken, die om productie staan te springen om hun klanten te voorzien en hun personeel aan de gang te houden, bijdragen in de brandstofkosten. Zeker wanneer ze zo ver moeten stomen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

‘Haringen van bijna twee stuks de kilo’ | Schuttevaer.nl

‘Haringen van bijna twee stuks de kilo’

Toen in de jaren zeventig de vriestrawlervloot zich ontwikkelde, vermoedde niemand dat de vissers ooit nog eens het Noorderlicht zouden zien. Inmiddels zijn de trawlers zo groot geworden dat de schippers zich niet meer beperken tot de visserij rond de Britse eilanden. De rond de zeventig graden Noorderbreedte gelegen ‘Smudhavet’, waar het Noorderlicht af en toe te zien is, is inmiddels een vertrouwd visgebied. Ze komen we voor de haring. En wat voor haring! Stuurman Nico Korving van de SCH-72 Frank Bonefaas: ‘Haringen van bijna twee stuks in een kilo.’ Dat is dus wel heel grove haring.

‘Haringen van bijna twee stuks de kilo'

De Smudhavet is een internationaal visgebied ten noordwesten van Tromsö waar veel Noren, IJslanders, Russen, Duitsers en Hollanders komen om grove haring voor elkaars neus weg te kapen. Vorig weekend keerde de SCH-72 Frank Bonefaas van Rederij Vrolijk uit IJmuiden terug van zo’n verre reis om de Noord. Eerste stuurman Korving doet verslag: ‘We hebben nu zo’n tweeënhalve reis om de Noord achter de rug. De laatste reis hebben we een mankement gehad aan de hoofdmotor, waardoor we een week visverlet opliepen. In Tromsö is de reparatie uitgevoerd en de bemanning vond het een leuke afwisseling. Maar we waren blij dat we na een week weer koers konden zetten naar zee. De Smudhavet ligt op 150 mijl noord-noordwest van Tromsö en daar aangekomen hebben we ons tussen het vlootje Noren, IJslanders en Duitsers gevoegd. In tegenstelling tot de Noren vist de rest met een moderne trawl. De Noorse tankboten hanteren de ringzegen ofwel purse-seining. Omdat die haring dan weinig te verduren heeft, krijgen ze een betere prijs voor de vangst. Het is allemaal A-kwaliteit. De vangst houden ze in speciale zeewatergekoelde tanks en wordt dus vers aangevoerd bij de fabrieken in het noorden van Noorwegen. Soms stomen ze ook wel eens naar Shetland Catch, de grootste pelagische visfabriek van Europa. Dat betekent wel dat ze een eind moeten stomen. Wij vermoeden dat die fabrieken, die om productie staan te springen om hun klanten te voorzien en hun personeel aan de gang te houden, bijdragen in de brandstofkosten. Zeker wanneer ze zo ver moeten stomen.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer