‘Ik ben het varen als werk gaan zien’

Richard de Wagt vaart met zijn vrouw en een matroos op de 1200-tonner Framtyd. Hij vaart sinds 1990 als ondernemer en begon op een kastje van 409 ton. In 1997 kwam dit schip. Hij weet niet zeker of hij nog een stap maakt, gezien de zwakke economie.

'Ik ben het varen als werk gaan zien'
  • Richard de Wagt pleit voor orgaan dat
    vlootcapaciteit monitort
  • ‘De kinderen spreken Nederlands en Zweeds’

Door Henriette Driesen-Joanknecht
‘Ze zeggen wel dat je in een slechte tijd een stap
moet maken, maar je krijgt dan ook minder voor je oude schip. Bovendien worden
de grotere schepen niet echt makkelijk verkocht, omdat de eigenaren er dan
teveel bij in schieten. En dit schip is goed doorgerepareerd. Dat maakt de
beslissing niet eenvoudig’, zegt Richard.

Een ander dilemma is dat hij op dit schip
behoorlijk goed draait. 2011 was zelfs een topjaar voor de Framtyd, beter nog dan
2008. ‘Dat durf je soms bijna niet te zeggen. Voor mijn bedrijf begon de
economie na 2010 te normaliseren. 2009 was een slecht jaar, toen had ik 70.000
euro minder omzet. Natuurlijk vaar ik ook soms voor rotprijzen, maar er zitten
ook reizen tussen die de moeite waard zijn.’

De Framtyd vaart eigenlijk overal heen, maar het
meest naar Noord-Duitsland. Ze kwamen in dat vaargebied terecht omdat de
kinderen in Lemmer naar het internaat gingen. ‘We hebben ons vaargebied
aangepast aan het internaat. We proberen elk weekend in ons huis in Lemmer te
zijn en brengen de kinderen op maandagmorgen terug naar het internaat.’

Uit Zweden

Richard’s vrouw komt uit Zweden. Het echtpaar
ontmoette elkaar tijdens een vakantie in Griekenland. Ze waren hun tijd ver
vooruit, want tegenwoordig maken ze complete televisieprogramma’s over vakantieliefdes
en het natraject. Om meer bij de kinderen te zijn vaart zijn vrouw al enkele
jaren vrije tijd. Hun drie kinderen zijn tweetalig opgevoed en de oudste studeert
intussen internationale organisatie in Groningen. Dat schipperskinderen bijna
allemaal doorleren is iets van deze tijd, want Richard herkent dat niet van
zijn internaatsperiode. ‘In de jaren ’80 was het heel bijzonder als een
schipperskind überhaupt ging doorleren na het voortgezet onderwijs.’

Richard deed MBO Binnenvaart op de Noorderhelling,
want hij wilde gaan varen. ‘Ik wilde van jongs af aan maar één ding en dat was
varen. Mijn ouders vonden het goed dat ik ging varen, maar dan moest ik wel
alle papieren die er maar waren halen. Ik behoorde tot een van de eerste
lichtingen met een ADNR-diploma.’

ONS-lid

Richard is lid van de ONS, die nu deel uitmaakt van
de Binnenvaart Branche Unie (BBU) en vervulde er zelfs een bestuursfunctie. ‘Ik
ben nog steeds erg betrokken en vind de problematiek in de binnenvaart erg
interessant. Het probleem met het bestuurswerk was, dat de
bestuursvergaderingen, die voorheen op zaterdag waren, op een gegeven moment
naar de maandag werden verschoven. Maar dan brengen wij de kinderen naar het
internaat.’

Als bondslid vindt hij het natuurlijk belangrijk
dat de organisatiegraad omhoog gaat. Je kunt beter lid zijn van een gebrekkige organisatie
dan van geen organisatie, omdat dan in elk geval je stem gehoord kan worden,
vindt hij.

Richard zet vraagtekens bij de manier waarop schepen
worden gefinancierd. In zijn ogen is de binnenvaart te ver doorgeslagen. Hij
vindt het daarom belangrijk dat er een orgaan komt dat de overcapaciteit en de
ondercapaciteit monitort. ‘Zo’n orgaan biedt zowel verladers als vervoerders
voordeel. Nu wordt er vaak gefinancierd, puur omdat het kan. Maar er wordt geen
marktonderzoek gedaan of een schip wel echt nodig is.’

Zwemmen

Richard zwemt in het weekend baantjes om zijn
conditie op peil te houden. In het begin is het vervelend, maar als je eenmaal
conditie hebt opgebouwd wordt het leuk, constateert hij. Op dat punt biedt een
huis erbij meer mogelijkheden. ‘Ik ben lid van de bibliotheek in Lemmer en lees
veel. Voorheen waren we lid van de bibliotheek voor varenden. Ik merk wel dat,
sinds ik elk weekend naar huis ga en we het zo plannen dat we in de vakantie
minder hoeven te varen, dat ik het varen echt als werk ben gaan zien. Als je me
dat had verteld toen ik begon met varen, dan had ik je niet geloofd.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Framtyd. Lengte: 79 meter. Breedte:
7,87 meter. Diepgang: 2,90 meter. Tonnage: 1212 ton. Europanummer: 2304558. Motor:
Daewoo, 720 pk/510 kW. Thuishaven: Lemmer. Bouwjaar: 1910. Eigenaar: VOF
Framtyd.

‘Ik ben het varen als werk gaan zien’ | Schuttevaer.nl

‘Ik ben het varen als werk gaan zien’

Richard de Wagt vaart met zijn vrouw en een matroos op de 1200-tonner Framtyd. Hij vaart sinds 1990 als ondernemer en begon op een kastje van 409 ton. In 1997 kwam dit schip. Hij weet niet zeker of hij nog een stap maakt, gezien de zwakke economie.

'Ik ben het varen als werk gaan zien'
  • Richard de Wagt pleit voor orgaan dat
    vlootcapaciteit monitort
  • ‘De kinderen spreken Nederlands en Zweeds’

Door Henriette Driesen-Joanknecht
‘Ze zeggen wel dat je in een slechte tijd een stap
moet maken, maar je krijgt dan ook minder voor je oude schip. Bovendien worden
de grotere schepen niet echt makkelijk verkocht, omdat de eigenaren er dan
teveel bij in schieten. En dit schip is goed doorgerepareerd. Dat maakt de
beslissing niet eenvoudig’, zegt Richard.

Een ander dilemma is dat hij op dit schip
behoorlijk goed draait. 2011 was zelfs een topjaar voor de Framtyd, beter nog dan
2008. ‘Dat durf je soms bijna niet te zeggen. Voor mijn bedrijf begon de
economie na 2010 te normaliseren. 2009 was een slecht jaar, toen had ik 70.000
euro minder omzet. Natuurlijk vaar ik ook soms voor rotprijzen, maar er zitten
ook reizen tussen die de moeite waard zijn.’

De Framtyd vaart eigenlijk overal heen, maar het
meest naar Noord-Duitsland. Ze kwamen in dat vaargebied terecht omdat de
kinderen in Lemmer naar het internaat gingen. ‘We hebben ons vaargebied
aangepast aan het internaat. We proberen elk weekend in ons huis in Lemmer te
zijn en brengen de kinderen op maandagmorgen terug naar het internaat.’

Uit Zweden

Richard’s vrouw komt uit Zweden. Het echtpaar
ontmoette elkaar tijdens een vakantie in Griekenland. Ze waren hun tijd ver
vooruit, want tegenwoordig maken ze complete televisieprogramma’s over vakantieliefdes
en het natraject. Om meer bij de kinderen te zijn vaart zijn vrouw al enkele
jaren vrije tijd. Hun drie kinderen zijn tweetalig opgevoed en de oudste studeert
intussen internationale organisatie in Groningen. Dat schipperskinderen bijna
allemaal doorleren is iets van deze tijd, want Richard herkent dat niet van
zijn internaatsperiode. ‘In de jaren ’80 was het heel bijzonder als een
schipperskind überhaupt ging doorleren na het voortgezet onderwijs.’

Richard deed MBO Binnenvaart op de Noorderhelling,
want hij wilde gaan varen. ‘Ik wilde van jongs af aan maar één ding en dat was
varen. Mijn ouders vonden het goed dat ik ging varen, maar dan moest ik wel
alle papieren die er maar waren halen. Ik behoorde tot een van de eerste
lichtingen met een ADNR-diploma.’

ONS-lid

Richard is lid van de ONS, die nu deel uitmaakt van
de Binnenvaart Branche Unie (BBU) en vervulde er zelfs een bestuursfunctie. ‘Ik
ben nog steeds erg betrokken en vind de problematiek in de binnenvaart erg
interessant. Het probleem met het bestuurswerk was, dat de
bestuursvergaderingen, die voorheen op zaterdag waren, op een gegeven moment
naar de maandag werden verschoven. Maar dan brengen wij de kinderen naar het
internaat.’

Als bondslid vindt hij het natuurlijk belangrijk
dat de organisatiegraad omhoog gaat. Je kunt beter lid zijn van een gebrekkige organisatie
dan van geen organisatie, omdat dan in elk geval je stem gehoord kan worden,
vindt hij.

Richard zet vraagtekens bij de manier waarop schepen
worden gefinancierd. In zijn ogen is de binnenvaart te ver doorgeslagen. Hij
vindt het daarom belangrijk dat er een orgaan komt dat de overcapaciteit en de
ondercapaciteit monitort. ‘Zo’n orgaan biedt zowel verladers als vervoerders
voordeel. Nu wordt er vaak gefinancierd, puur omdat het kan. Maar er wordt geen
marktonderzoek gedaan of een schip wel echt nodig is.’

Zwemmen

Richard zwemt in het weekend baantjes om zijn
conditie op peil te houden. In het begin is het vervelend, maar als je eenmaal
conditie hebt opgebouwd wordt het leuk, constateert hij. Op dat punt biedt een
huis erbij meer mogelijkheden. ‘Ik ben lid van de bibliotheek in Lemmer en lees
veel. Voorheen waren we lid van de bibliotheek voor varenden. Ik merk wel dat,
sinds ik elk weekend naar huis ga en we het zo plannen dat we in de vakantie
minder hoeven te varen, dat ik het varen echt als werk ben gaan zien. Als je me
dat had verteld toen ik begon met varen, dan had ik je niet geloofd.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Framtyd. Lengte: 79 meter. Breedte:
7,87 meter. Diepgang: 2,90 meter. Tonnage: 1212 ton. Europanummer: 2304558. Motor:
Daewoo, 720 pk/510 kW. Thuishaven: Lemmer. Bouwjaar: 1910. Eigenaar: VOF
Framtyd.