Kapitein neemt zijn eigen ploeg mee

Marcel de Jong vaart als kapitein op de dubbelwandige tanker Odessa. Hij vaart sinds 1987 en formeerde in de loop van de jaren een vaste ploeg bemanningsleden, waarmee hij zich als complete bemanning aanbiedt op een tankschip.

Odessa
  • Twee Hollandse kapiteins, drie Spaanse matrozen en een Hongaar
  • ‘Estuaire vaart zou sluis Vreeswijk kunnen ontlasten’

Door

Henriette Driesen-Joanknecht

‘Momenteel heb ik nog een Spaanse matroos met wie ik al sinds 1989 werk aan boord. De ander, die ik uit dezelfde tijd ken, is intussen met pensioen. Deze twee zijn altijd met mij meegegaan en ik heb ook al familieleden van ze aan boord gehad. Mijn ploeg bestaat uit twee Hollandse kapiteins, drie Spaanse matrozen en een Hongaar. We werken respectievelijk 15, 4 jaar en 1 jaar met elkaar’, vertelt hij.

Het lukt de ploeg tot nu toe altijd om aan werk te komen. Daarvoor zetten de leden, als dat nodig is, een advertentie. Voor de bemanningsleden uit de ploeg heeft het als voordeel dat iedereen op elkaar is ingespeeld. Voor de werkgever dat het schip in een keer bemand is. Veel wisselt de ploeg niet, want hij werkt al vijf jaar bij deze baas.

Uithalen

De Jong haalde de Odessa van de werf. ‘Mijn baas wilde dat een kapitein met hem meeliep op de werf, zodat hij gelijk thuis was op het schip. Dus begon ik in juli 2009 op de werf en op 28 september was de proefvaart. De afbouwperiode vond ik leuk, maar ik vaar liever.’

Hij vaart sinds oktober 1987 en is de zevende generatie schipper. Zijn familie is afkomstig uit de sleepvaart. Zijn vader en twee broers varen bij Smit Internationale. Zijn vader werkt daar al bijna 44 jaar. Marcel begon bij Piet Heuvelman op de Elmar en de Chrismar. Hij doorliep daar het leerlingstelsel voor matroos en sloot dat af met een diploma. Daarna begon hij via een kennis op een tankschip. ‘Ik begon in 1989 op de Henny F van rederij Fongers als matroos. Ik leerde er de twee Spaanse matrozen kennen. De schepen van Fongers werden op een gegeven moment verkocht. Een deel ging naar Plouvier en een deel naar Atlantic, zodoende kwamen ik en de twee matrozen bij Plouvier terecht. Geleidelijk aan breidde de ploeg zich uit en kwamen we op andere schepen terecht. We voeren bijvoorbeeld ook op de Koblenz naar Kelsterbach en bij Petroplus Shipping.’

Sluiscapaciteit

Met dit schip vaart de ploeg meestal van Rotterdam naar Antwerpen. Het bevalt de ploegleden goed, al geniet iets meer afwisseling de voorkeur. ‘Op zich ga ik liever overal naartoe, maar dit werk geeft de bemanning een hoop rust.’ De gedachte dat mensen in loondienst gasolieverspillend varen, wijst hij van de hand. ‘In dit werk kun je goed gasolie sparen. We denken wel aan de baas. Als hij goed is voor ons, zijn wij goed voor hem. Alle schepen bij deze firma doen het zo.’

In zijn vaargebied mag er wel iets verbeteren aan de kegelligplaatsen, want die verdwijnen steeds vaker. Daarnaast mag sluis Vreeswijk ook wel een update hebben, constateert hij. Voor de problematiek rondom sluis Vreeswijk heeft hij trouwens een alternatieve oplossing. ‘Van mij mogen ze de capaciteit van sluis Vreeswijk uitbreiden. Deze sluis is niet meer van deze tijd. Wat ook een oplossing kan zijn is estuaire vaart van Rotterdam naar Amsterdam voor de grote schepen mogelijk te maken. We hebben een prachtige kustlijn, waarlangs ze kunnen varen. Dan kunnen ze buitenom van Amsterdam naar Rotterdam.’

Hobbyfotograaf

De Jong vaart nu twee-weken-op-twee-weken-af en regelt dat met de rest van de ploeg. De ploegleden voeren niet altijd dit systeem. Ze werkten bijvoorbeeld ook in een systeem van 14 weken aan boord en zeven weken thuis, of 20 dagen op 10 dagen af. Dit systeem bevalt De Jong het beste. Hij is in zijn vrije tijd actief Feyenoordsupporter en fotografeert hobbymatig schepen (http://binnenvaartnet.webs.com).

De toekomst voor het personeel in de binnenvaart ziet hij met enige zorg tegemoet. ‘Hier bij deze baas gaat het nog wel goed, maar ik zie om me heen dat het goedkoper moet. Voor de Nederlanders, Belgen en Duitsers zie ik het daarom somber in. Je ziet dat Tsjechen en Slowaken ook patenten halen en het werk goedkoper doen. Het is voor het West-Europese personeel moeilijk om daartegen te concurreren.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Odessa. Lengte: 85 meter. Breedte: 10,50 meter. Diepgang: 3,54 meter. Tonnage: 2037. Europanummer: 02332580. Motor: Caterpillar, 1050 pk. Thuishaven: Remich. Bouwjaar: 2009. Eigenaar: Delta Tank AG.

Kapitein neemt zijn eigen ploeg mee | Schuttevaer.nl

Kapitein neemt zijn eigen ploeg mee

Marcel de Jong vaart als kapitein op de dubbelwandige tanker Odessa. Hij vaart sinds 1987 en formeerde in de loop van de jaren een vaste ploeg bemanningsleden, waarmee hij zich als complete bemanning aanbiedt op een tankschip.

Odessa
  • Twee Hollandse kapiteins, drie Spaanse matrozen en een Hongaar
  • ‘Estuaire vaart zou sluis Vreeswijk kunnen ontlasten’

Door

Henriette Driesen-Joanknecht

‘Momenteel heb ik nog een Spaanse matroos met wie ik al sinds 1989 werk aan boord. De ander, die ik uit dezelfde tijd ken, is intussen met pensioen. Deze twee zijn altijd met mij meegegaan en ik heb ook al familieleden van ze aan boord gehad. Mijn ploeg bestaat uit twee Hollandse kapiteins, drie Spaanse matrozen en een Hongaar. We werken respectievelijk 15, 4 jaar en 1 jaar met elkaar’, vertelt hij.

Het lukt de ploeg tot nu toe altijd om aan werk te komen. Daarvoor zetten de leden, als dat nodig is, een advertentie. Voor de bemanningsleden uit de ploeg heeft het als voordeel dat iedereen op elkaar is ingespeeld. Voor de werkgever dat het schip in een keer bemand is. Veel wisselt de ploeg niet, want hij werkt al vijf jaar bij deze baas.

Uithalen

De Jong haalde de Odessa van de werf. ‘Mijn baas wilde dat een kapitein met hem meeliep op de werf, zodat hij gelijk thuis was op het schip. Dus begon ik in juli 2009 op de werf en op 28 september was de proefvaart. De afbouwperiode vond ik leuk, maar ik vaar liever.’

Hij vaart sinds oktober 1987 en is de zevende generatie schipper. Zijn familie is afkomstig uit de sleepvaart. Zijn vader en twee broers varen bij Smit Internationale. Zijn vader werkt daar al bijna 44 jaar. Marcel begon bij Piet Heuvelman op de Elmar en de Chrismar. Hij doorliep daar het leerlingstelsel voor matroos en sloot dat af met een diploma. Daarna begon hij via een kennis op een tankschip. ‘Ik begon in 1989 op de Henny F van rederij Fongers als matroos. Ik leerde er de twee Spaanse matrozen kennen. De schepen van Fongers werden op een gegeven moment verkocht. Een deel ging naar Plouvier en een deel naar Atlantic, zodoende kwamen ik en de twee matrozen bij Plouvier terecht. Geleidelijk aan breidde de ploeg zich uit en kwamen we op andere schepen terecht. We voeren bijvoorbeeld ook op de Koblenz naar Kelsterbach en bij Petroplus Shipping.’

Sluiscapaciteit

Met dit schip vaart de ploeg meestal van Rotterdam naar Antwerpen. Het bevalt de ploegleden goed, al geniet iets meer afwisseling de voorkeur. ‘Op zich ga ik liever overal naartoe, maar dit werk geeft de bemanning een hoop rust.’ De gedachte dat mensen in loondienst gasolieverspillend varen, wijst hij van de hand. ‘In dit werk kun je goed gasolie sparen. We denken wel aan de baas. Als hij goed is voor ons, zijn wij goed voor hem. Alle schepen bij deze firma doen het zo.’

In zijn vaargebied mag er wel iets verbeteren aan de kegelligplaatsen, want die verdwijnen steeds vaker. Daarnaast mag sluis Vreeswijk ook wel een update hebben, constateert hij. Voor de problematiek rondom sluis Vreeswijk heeft hij trouwens een alternatieve oplossing. ‘Van mij mogen ze de capaciteit van sluis Vreeswijk uitbreiden. Deze sluis is niet meer van deze tijd. Wat ook een oplossing kan zijn is estuaire vaart van Rotterdam naar Amsterdam voor de grote schepen mogelijk te maken. We hebben een prachtige kustlijn, waarlangs ze kunnen varen. Dan kunnen ze buitenom van Amsterdam naar Rotterdam.’

Hobbyfotograaf

De Jong vaart nu twee-weken-op-twee-weken-af en regelt dat met de rest van de ploeg. De ploegleden voeren niet altijd dit systeem. Ze werkten bijvoorbeeld ook in een systeem van 14 weken aan boord en zeven weken thuis, of 20 dagen op 10 dagen af. Dit systeem bevalt De Jong het beste. Hij is in zijn vrije tijd actief Feyenoordsupporter en fotografeert hobbymatig schepen (http://binnenvaartnet.webs.com).

De toekomst voor het personeel in de binnenvaart ziet hij met enige zorg tegemoet. ‘Hier bij deze baas gaat het nog wel goed, maar ik zie om me heen dat het goedkoper moet. Voor de Nederlanders, Belgen en Duitsers zie ik het daarom somber in. Je ziet dat Tsjechen en Slowaken ook patenten halen en het werk goedkoper doen. Het is voor het West-Europese personeel moeilijk om daartegen te concurreren.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Odessa. Lengte: 85 meter. Breedte: 10,50 meter. Diepgang: 3,54 meter. Tonnage: 2037. Europanummer: 02332580. Motor: Caterpillar, 1050 pk. Thuishaven: Remich. Bouwjaar: 2009. Eigenaar: Delta Tank AG.