Door Ina Kuik
In januari stelde de Raad van State de werf ook al in het ongelijk. Den Breejen gebruikt naast het eigen bedrijfsterrein een stuk van de aangrenzende gemeentelijke werkhaven voor de afbouw en reparatie van binnenvaartschepen. De gemeente heeft daar nooit bezwaar tegen gehad en Den Breejen overlegde keurig met de havenmeester over de klussen die werden uitgevoerd. Geen centje pijn, zou je denken. Tot de periode van het najaar 2008 tot en met het voorjaar van 2009. In deze extra drukke periode klaagden omwonenden over geluidsoverlast. Vooral de slijpwerkzaamheden wekten ergernis.
Milieuvergunning
Den Breejen heeft altijd aangenomen dat de gemeente, met de havenverordening in de hand, het bevoegd gezag over de haven had. Dat bleek anders te liggen toen de toezichthouders van de provincie een kijkje kwamen nemen. De gemeentelijke havenverordening gaat namelijk over orde en veiligheid in de haven, maar de Wet Milieubeheer bepaalt de regels rondom de bedrijfactiviteiten in de haven. De activiteiten van Den Breejen moesten volgens de provincie Zuid-Holland worden gezien als bedrijfsmatig en vergunningplichtig. De provincie ging nog een stapje verder met de stelling dat de scheepswerf en de activiteiten op het bijna aangrenzende deel van de werkhaven, als één bedrijf moeten worden gezien. Den Breejen, die voor de scheepswerf wel beschikt over een milieuvergunning, had formeel om uitbreiding van deze vergunning moeten vragen.