Nieuwe markten

Damen Maaskant zet ook in op superjachten zonder visserij te verlaten

Damen Maaskant in Stellendam verbouwt sinds kort superjachten in een speciaal daarvoor ontworpen nieuwe scheepsbouwhal. Dat is niet waar de scheepswerf uit het vissersdorp 75 jaar geleden naam mee maakte. Maar het is ook geen drastische verandering, drukt directeur Eric Moerkerk ons op het hart. ‘We hebben altijd verschillende markten bediend.’

Scintilla Maris, van kotter omgebouwd tot expeditiejacht. Het is een nieuwe nichemarkt voor Damen Maaskant. Foto Damen Maaskant

Rijdend op de Haringvlietdam valt hij meteen op: de nieuwe hal van Damen Maaskant. Speciaal gebouwd om superjachten te refitten of herbouwen. Een nieuwe markt waarin de werf intussen bijna vier jaar actief is. Dat begon allemaal met de boomkorkotter HD-23, die in de saneringsronde haar weg naar de werf vond. Niet in de huidige ronde, maar die uit 2005. ‘Destijds hoefden schepen niet te worden gesloopt om mee te doen aan de saneringsronde. De HD-23 werd verkocht aan een nieuwe eigenaar die 18 jaar geleden bij ons aanklopte. Hij wilde er een woonschip van maken’, vertelt Moerkerk, die nu zes jaar directeur is. Dat project viel echter stil, de eigenaar had geen haast. De HD-23 lag bij de werf voor de kant en zag het ene na het andere schip komen en gaan.

Refit opende ogen

Zo ging dat heel wat jaren door, totdat Moerkerk dacht: het wordt nu wel eens een keer tijd. Hij ging met eigenaar om de tafel en het plan voor een woonschip werd ingeruild voor een schip dat commercieel inzetbaar is; een expeditiejacht dat de eigenaar kan verhuren of gebruiken. Het resultaat is de Scintilla Maris, 45,68 meter lang en 9 meter breed. Voor het oog van de leek lijkt er wellicht weinig veranderd, toch is dat niet het geval. ‘Er zijn trappen in de zij bijgekomen, een nieuwe brug en een zonnedek aan toegevoegd. En van binnen is ze volledig gestript en opnieuw ingericht.’

De refit van de kotter tot het expeditiejacht bracht een nieuw inzicht. ‘Oké, dit kunnen wij dus ook’, besefte Moerkerk. En klanten dachten kennelijk hetzelfde. ‘Halverwege het project kregen we al veel geïnteresseerden.’

Damen Maaskant bouwde vervolgens een nieuwe hal om op de vraag in te springen. Daar wordt momenteel een ander superjacht verbouwd.

Tekst gaat verder onder de foto

Moerkerk loopt richting de recent gebouwde hal, waar nu een ander superjacht herbouwd wordt. Foto Jelmer Bastiaans

De oplevering van de Scintilla Maris wordt aangegrepen om wereldkundig te maken wat Damen Maaskant kan op het gebied van refit en conversion van jachten in allerlei vormen tot 70 meter en 1000GT. ‘Dat is overigens heel wat anders dan ze bij Damen Yachting (Amels) doen. We vissen niet in dezelfde vijver, maar kunnen elkaar wel ondersteunen bij projecten.’

Des te belangrijker om duidelijk te maken wat de Stellendamse werf kan. De media, ook Schuttevaer, komen graag kijken naar de omgebouwde kotter. Maar zo zou onterecht het beeld ontstaan dat de werf in het door de visserijsanering getroffen vissersdorp, de focus heeft verlegd naar superjachten én superjachten alleen.

Niet één hoofdmoot

Moerkerk: ‘We hebben bij Damen Maaskant niet één hoofdmoot. We richten ons op verschillende takken en dat doen wij al heel lang. Wat wij al 75 jaar doen, en nog steeds doen, is de internationale visserij.’

Veel Nederlandse kotters zijn er de afgelopen jaren niet gebouwd. ‘Nieuwbouw is hier in Europa altijd al met pieken en dalen geweest. Al durf ik niet te zeggen of er nog een piek komt in Nederland.’

Maar de Damen-naam helpt de werf bij het binnenhalen van buitenlandse klussen. Trawlers voor Nieuw-Zeeland, bijvoorbeeld. En ook voor de Belgen en de Britten bouwt Moerkerk nog altijd nieuwbouwkotters. ‘Nederlandse boomkotters? Daarvan hebben we er de laatste 15 jaar één gebouwd, maar daarvoor in de plaats zijn andere type vissersschepen met alternatieve vangsttechnieken gekomen die we hebben mogen bouwen voor de Nederlandse vissers.’

Nederlandse kotters die al in de vaart zijn weten Damen Maaskant echter wel te vinden voor reparaties. Al is de werf de wat kleinere reparaties aan Britse kotters kwijtgeraakt. Sinds 1 januari 2020 mogen Britse kotters namelijk alleen naar Stellendam komen als ze eerst in een daarvoor aangewezen haven, zoals Vlissingen, zijn gecontroleerd door de douane. De kotters mogen sinds de Brexit niet meer met direct naar Stellendam. ‘Daardoor kost het die schepen twee dagen extra om hier te komen voor klein onderhoud. Die kiezen nu voor lokale  werven in de UK.’

‘Klant heeft bootje’

Een ander belangrijke klant is Rijkswaterstaat. ‘Daar hebben we een onderhoudscontract mee. We zijn als werf al 15 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud van een deel van de Rijkswaterstaatvloot.’ Met name de zeegaande vloot van Rijkswaterstaat komt naar Stellendam voor onderhoud.

Tekst gaat verder onder de foto

Volle dokken en kades bij Damen Maaskant.

De volgende tak laat zich volgens Moerkerk het best omschrijven als: ‘klant heeft een schip’. Hij lacht wanneer hij dit zegt. Het blijkt, wanneer we later over de werf lopen, een juiste beschrijving. Er ligt een breed scala aan schepen waaraan wordt gewerkt. ‘Eigenlijk alles wat op zee vaart tot 70 meter kan hier langskomen.’

De drie dokken zijn gevuld met van alles en nog wat, net als de steigers. Er wordt gewerkt aan het kustwachtpatrouillevaartuig Zeearend, verschillende kotters, een werkschip en een sleepboot krijgen een opfrisbeurt, een meetvaartuig van Rijkswaterstaat krijgt een nieuwe laag verf en aan de Scintilla Maris wordt de laatste hand gelegd. ‘Dit is wel hoe het hoort te zijn.’

We mogen mee aan boord van het expeditiejacht, dat als kotter ook nieuw werd gebouwd op de werf. Er is zeker 20 man aan het werk, onder wie mensen die de nieuwbouw nog hebben meegemaakt. In de stuurhut van de Scintilla Maris staat een aandenken aan haar vorige leven. Een gedetailleerd scheepsmodel, gemaakt door een van de medewerkers van Damen Maaskant. ‘Hij beschikt over de tekeningen, vandaar de details’, vertelt Moerkerk. ‘Wacht, ik zoek hem even op.’

Niet veel later lopen we achter Peter Zandberg de trap op naar de brug. Trots gaat hij voor de creatie van hem en zijn vader staan: ‘2700 uur mee beziggeweest’.

Tekst gaat verder onder de foto

Peter Zandberg bouwde deze modelversie van de boomkorkotter HD-23. Foto Jelmer Bastiaans

Werkgelegenheid

Het oudere personeel werkt vaak al heel lang op de werf. ‘Soms gaat het zelfs van generatie op generatie. Al wordt dat wel minder.’

En dus is het voor Moerkerk belangrijk nieuw personeel te vinden. Die zoektocht begint al vroeg. Damen Maaskant biedt een eigen opleiding aan. ‘Hier in deze loods’, Moerkerk wijst naar een groene loods midden op het terrein. Een handjevol jongeren is – onder leiding van een leermeester – is er druk in de weer. ‘Zo binden we ze aan onze werf en bieden we ze een diploma en toekomstperspectief.’

Belangrijk, want in dit kleine dorp staan twee werven van statuur. ‘Padmos heeft eenzelfde leertraject. We vissen in dezelfde vijver, maar houden beide het hoofd boven water.’

Damen Maaskant zet ook in op superjachten zonder visserij te verlaten | Schuttevaer.nl
Nieuwe markten

Damen Maaskant zet ook in op superjachten zonder visserij te verlaten

Damen Maaskant in Stellendam verbouwt sinds kort superjachten in een speciaal daarvoor ontworpen nieuwe scheepsbouwhal. Dat is niet waar de scheepswerf uit het vissersdorp 75 jaar geleden naam mee maakte. Maar het is ook geen drastische verandering, drukt directeur Eric Moerkerk ons op het hart. ‘We hebben altijd verschillende markten bediend.’

Scintilla Maris, van kotter omgebouwd tot expeditiejacht. Het is een nieuwe nichemarkt voor Damen Maaskant. Foto Damen Maaskant

Rijdend op de Haringvlietdam valt hij meteen op: de nieuwe hal van Damen Maaskant. Speciaal gebouwd om superjachten te refitten of herbouwen. Een nieuwe markt waarin de werf intussen bijna vier jaar actief is. Dat begon allemaal met de boomkorkotter HD-23, die in de saneringsronde haar weg naar de werf vond. Niet in de huidige ronde, maar die uit 2005. ‘Destijds hoefden schepen niet te worden gesloopt om mee te doen aan de saneringsronde. De HD-23 werd verkocht aan een nieuwe eigenaar die 18 jaar geleden bij ons aanklopte. Hij wilde er een woonschip van maken’, vertelt Moerkerk, die nu zes jaar directeur is. Dat project viel echter stil, de eigenaar had geen haast. De HD-23 lag bij de werf voor de kant en zag het ene na het andere schip komen en gaan.

Refit opende ogen

Zo ging dat heel wat jaren door, totdat Moerkerk dacht: het wordt nu wel eens een keer tijd. Hij ging met eigenaar om de tafel en het plan voor een woonschip werd ingeruild voor een schip dat commercieel inzetbaar is; een expeditiejacht dat de eigenaar kan verhuren of gebruiken. Het resultaat is de Scintilla Maris, 45,68 meter lang en 9 meter breed. Voor het oog van de leek lijkt er wellicht weinig veranderd, toch is dat niet het geval. ‘Er zijn trappen in de zij bijgekomen, een nieuwe brug en een zonnedek aan toegevoegd. En van binnen is ze volledig gestript en opnieuw ingericht.’

De refit van de kotter tot het expeditiejacht bracht een nieuw inzicht. ‘Oké, dit kunnen wij dus ook’, besefte Moerkerk. En klanten dachten kennelijk hetzelfde. ‘Halverwege het project kregen we al veel geïnteresseerden.’

Damen Maaskant bouwde vervolgens een nieuwe hal om op de vraag in te springen. Daar wordt momenteel een ander superjacht verbouwd.

Tekst gaat verder onder de foto

Moerkerk loopt richting de recent gebouwde hal, waar nu een ander superjacht herbouwd wordt. Foto Jelmer Bastiaans

De oplevering van de Scintilla Maris wordt aangegrepen om wereldkundig te maken wat Damen Maaskant kan op het gebied van refit en conversion van jachten in allerlei vormen tot 70 meter en 1000GT. ‘Dat is overigens heel wat anders dan ze bij Damen Yachting (Amels) doen. We vissen niet in dezelfde vijver, maar kunnen elkaar wel ondersteunen bij projecten.’

Des te belangrijker om duidelijk te maken wat de Stellendamse werf kan. De media, ook Schuttevaer, komen graag kijken naar de omgebouwde kotter. Maar zo zou onterecht het beeld ontstaan dat de werf in het door de visserijsanering getroffen vissersdorp, de focus heeft verlegd naar superjachten én superjachten alleen.

Niet één hoofdmoot

Moerkerk: ‘We hebben bij Damen Maaskant niet één hoofdmoot. We richten ons op verschillende takken en dat doen wij al heel lang. Wat wij al 75 jaar doen, en nog steeds doen, is de internationale visserij.’

Veel Nederlandse kotters zijn er de afgelopen jaren niet gebouwd. ‘Nieuwbouw is hier in Europa altijd al met pieken en dalen geweest. Al durf ik niet te zeggen of er nog een piek komt in Nederland.’

Maar de Damen-naam helpt de werf bij het binnenhalen van buitenlandse klussen. Trawlers voor Nieuw-Zeeland, bijvoorbeeld. En ook voor de Belgen en de Britten bouwt Moerkerk nog altijd nieuwbouwkotters. ‘Nederlandse boomkotters? Daarvan hebben we er de laatste 15 jaar één gebouwd, maar daarvoor in de plaats zijn andere type vissersschepen met alternatieve vangsttechnieken gekomen die we hebben mogen bouwen voor de Nederlandse vissers.’

Nederlandse kotters die al in de vaart zijn weten Damen Maaskant echter wel te vinden voor reparaties. Al is de werf de wat kleinere reparaties aan Britse kotters kwijtgeraakt. Sinds 1 januari 2020 mogen Britse kotters namelijk alleen naar Stellendam komen als ze eerst in een daarvoor aangewezen haven, zoals Vlissingen, zijn gecontroleerd door de douane. De kotters mogen sinds de Brexit niet meer met direct naar Stellendam. ‘Daardoor kost het die schepen twee dagen extra om hier te komen voor klein onderhoud. Die kiezen nu voor lokale  werven in de UK.’

‘Klant heeft bootje’

Een ander belangrijke klant is Rijkswaterstaat. ‘Daar hebben we een onderhoudscontract mee. We zijn als werf al 15 jaar verantwoordelijk voor het onderhoud van een deel van de Rijkswaterstaatvloot.’ Met name de zeegaande vloot van Rijkswaterstaat komt naar Stellendam voor onderhoud.

Tekst gaat verder onder de foto

Volle dokken en kades bij Damen Maaskant.

De volgende tak laat zich volgens Moerkerk het best omschrijven als: ‘klant heeft een schip’. Hij lacht wanneer hij dit zegt. Het blijkt, wanneer we later over de werf lopen, een juiste beschrijving. Er ligt een breed scala aan schepen waaraan wordt gewerkt. ‘Eigenlijk alles wat op zee vaart tot 70 meter kan hier langskomen.’

De drie dokken zijn gevuld met van alles en nog wat, net als de steigers. Er wordt gewerkt aan het kustwachtpatrouillevaartuig Zeearend, verschillende kotters, een werkschip en een sleepboot krijgen een opfrisbeurt, een meetvaartuig van Rijkswaterstaat krijgt een nieuwe laag verf en aan de Scintilla Maris wordt de laatste hand gelegd. ‘Dit is wel hoe het hoort te zijn.’

We mogen mee aan boord van het expeditiejacht, dat als kotter ook nieuw werd gebouwd op de werf. Er is zeker 20 man aan het werk, onder wie mensen die de nieuwbouw nog hebben meegemaakt. In de stuurhut van de Scintilla Maris staat een aandenken aan haar vorige leven. Een gedetailleerd scheepsmodel, gemaakt door een van de medewerkers van Damen Maaskant. ‘Hij beschikt over de tekeningen, vandaar de details’, vertelt Moerkerk. ‘Wacht, ik zoek hem even op.’

Niet veel later lopen we achter Peter Zandberg de trap op naar de brug. Trots gaat hij voor de creatie van hem en zijn vader staan: ‘2700 uur mee beziggeweest’.

Tekst gaat verder onder de foto

Peter Zandberg bouwde deze modelversie van de boomkorkotter HD-23. Foto Jelmer Bastiaans

Werkgelegenheid

Het oudere personeel werkt vaak al heel lang op de werf. ‘Soms gaat het zelfs van generatie op generatie. Al wordt dat wel minder.’

En dus is het voor Moerkerk belangrijk nieuw personeel te vinden. Die zoektocht begint al vroeg. Damen Maaskant biedt een eigen opleiding aan. ‘Hier in deze loods’, Moerkerk wijst naar een groene loods midden op het terrein. Een handjevol jongeren is – onder leiding van een leermeester – is er druk in de weer. ‘Zo binden we ze aan onze werf en bieden we ze een diploma en toekomstperspectief.’

Belangrijk, want in dit kleine dorp staan twee werven van statuur. ‘Padmos heeft eenzelfde leertraject. We vissen in dezelfde vijver, maar houden beide het hoofd boven water.’