Hamermoord draait om toerekeningsvatbaarheid

De psychiater en de psycholoog moeten Albert Bieleveld uit Sluiskil, die ervan wordt verdacht de 44-jarige duwbootschipper Ronald van Pelt met een houten hamer te hebben doodgeslagen, opnieuw onderzoeken. De rechtbank in Middelburg gelastte een tweede onderzoek van de gedragsdeskundigen naar aanleiding van verklaringen die twee politiemannen onlangs deden.

Zo had Bieleveld zich vorig jaar 9 september, vlak na de tragedie in de timmerloods op het Kanaaleiland in Sluiskil, op het politiebureau in Terneuzen gemeld en daarbij tamelijk gedetailleerd verteld dat hij iemand met een hamer had doodgeslagen. De psychiater en de psycholoog waren unaniem van mening dat bij de 56-jarige verdachte sprake was van een dissociatieve stoornis op het moment dat hij met de hamer tegen het hoofd van Van Pelt sloeg. Het was volgens deze deskundigen heel goed mogelijk dat Bieleveld bij het slaan het bewustzijn verloor en daardoor zijn impulsen niet meer onder controle had. Bij hun onderzoek hadden ze echter de verklaringen van de agenten over het hoofd gezien. De rechtbank wil dat de beide onderzoekers die politieverklaringen nu alsnog meenemen. Dit is van belang voor het vaststellen van de mate van (on)toerekeningsvatbaarheid van de Sluiskillenaar.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer

Hamermoord draait om toerekeningsvatbaarheid | Schuttevaer.nl

Hamermoord draait om toerekeningsvatbaarheid

De psychiater en de psycholoog moeten Albert Bieleveld uit Sluiskil, die ervan wordt verdacht de 44-jarige duwbootschipper Ronald van Pelt met een houten hamer te hebben doodgeslagen, opnieuw onderzoeken. De rechtbank in Middelburg gelastte een tweede onderzoek van de gedragsdeskundigen naar aanleiding van verklaringen die twee politiemannen onlangs deden.

Zo had Bieleveld zich vorig jaar 9 september, vlak na de tragedie in de timmerloods op het Kanaaleiland in Sluiskil, op het politiebureau in Terneuzen gemeld en daarbij tamelijk gedetailleerd verteld dat hij iemand met een hamer had doodgeslagen. De psychiater en de psycholoog waren unaniem van mening dat bij de 56-jarige verdachte sprake was van een dissociatieve stoornis op het moment dat hij met de hamer tegen het hoofd van Van Pelt sloeg. Het was volgens deze deskundigen heel goed mogelijk dat Bieleveld bij het slaan het bewustzijn verloor en daardoor zijn impulsen niet meer onder controle had. Bij hun onderzoek hadden ze echter de verklaringen van de agenten over het hoofd gezien. De rechtbank wil dat de beide onderzoekers die politieverklaringen nu alsnog meenemen. Dit is van belang voor het vaststellen van de mate van (on)toerekeningsvatbaarheid van de Sluiskillenaar.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.

Abonneer