‘Het fluitschip was in zijn tijd een wonder van innovatie. Het had een breed peervormig ruim, een beperkte diepgang, een lichte constructie en een geweldig drijfvermogen. De exploitatie was goedkoop, want het schip kon met een kleine bemanning gevaren geworden. Maar het meest vernuftige was het ultrasmalle dek. Jaarlijks voeren er vele honderden Nederlandse fluitschepen door de Sont, waar bij Kasteel Kronborg tol geheven werd op basis van de breedte van het dek. Daar was het schip speciaal op ontworpen: veel laadruimte en toch weinig tol betalen.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?