Snelheidslimiet Rotterdam nu ‘vrij van angels’

De lang omstreden snelheidsbeperking voor de binnenvaart in Rotterdam gaat per 1 oktober in voor delen van de Nieuwe Maas en het Hartelkanaal. In de nieuwe verkeersbesluiten is het Havenbedrijf aan alle bezwaren van de binnenvaartorganisaties tegemoetgekomen, zegt directeur Kees de Vries van BLN – Koninklijke Schuttevaer in een eerste reactie op de gepubliceerde verkeersbesluiten. ‘Alle angels zijn eruit.’

Door Dirk van der Meulen

BLN-Koninklijke Schuttevaer en CBRB hebben goede afspraken gemaakt met het Havenbedrijf Rotterdam over de invoering van een snelheidsbeperking per 1-10-2014 op de Nieuwe Maas en het Hartelkanaal. De snelheid wordt niet over de grond, maar door het water gemeten (13 km/uur) en de Oude Maas is geheel van een snelheidsbeperking vrijgesteld. ‘Zo kunnen we er wel mee leven’, stellen Kees de Vries en Jacco Theunisse, die namens BLN-Schuttevaer en CBRB de onderhandelingen met de havenmeester van Rotterdam hebben gevoerd.

Vanaf 1 oktober 2014 geldt op een deel van de Nieuwe Maas en een deel van het Hartelkanaal een dynamische maximale snelheid voor de binnenvaart van 13 kilometer per uur. Door de aanleg van Maasvlakte 2 en de daardoor toenemende goederenstromen hebben het Rijk, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam een aantal afspraken gemaakt die er voor zorgen dat de luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied niet verslechtert. De snelheidsbeperking geldt in principe tot 1 januari 2025. Daarna is de Rotterdamse haven alleen nog toegankelijk voor schepen met schone motoren (minimaal CCR-2).

Goed overleg

De nieuwe maatregel is getroffen in goed overleg met de binnenvaartbranche. Anders dan in de eerste besluiten van 2010 geldt nu geen snelheidsbeperking voor de Oude Maas, wordt de snelheid ten opzicht van het water gemeten (in plaats van de bodem), wordt er geen onderscheid gemaakt tussen soorten schepen en vervalt de snelheidsbeperking bij windkracht 6 of hoger (in plaats van 7 of hoger).

Koninklijke Schuttevaer, CBRB, Kantoor Binnenvaart en twee varende ondernemers tekenden in november 2010 bezwaar aan tegen de snelheidsbeperking, die destijds werd aangemerkt als ‘onveilig, niet effectief en wellicht in strijd met Akte’. In een hoorzitting en nader overleg bleek het Havenbedrijf niet te vermurwen. Kort voor de jaarwisseling in december 2010 schortten de organisaties het overleg op .
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wees een maand later de ingebrachte bezwaren af . In april 2011 overwogen de organisaties in hoger beroep te gaan. Dat veranderde vooralsnog niets aan de zaak, maar vooral door enkele Schuttevaer-afdelingen werd de druk flink opgevoerd. Het Schuttevaer-congres in mei 2011 in Terneuzen besloot het overleg nog een kans te geven. ‘Maar zolang er geen bevredigende oplossing ligt, zetten wij wel de lopende rechtszaken door’, dreigde toenmalig voorzitter Annemarie Jorritsma.
Uiteindelijk besloot het Havenbedrijf de maatregel een jaar uit te stellen tot 1 januari 2014. ‘We hopen er met Rotterdam uit te komen’, zei Kees de Vries eind 2012 in de afdelingsvergadering van Koninklijke Schuttevaer De Amer. Tijdens het verdere overleg bleef het stil. In de definitieve publicatie van 20 augustus in de Staatscourant blijkt de maatregel ‘vrij van angels’.

Dynamische snelheid

De maatregel geldt op de trajecten Nieuwe Maas ter hoogte van Noordereiland, over een lengte van 4 km (km-raai 998 tot km-raai 1002) en op het Hartelkanaal tussen kruising Hartelkanaal/Oude Maas en Harmsenbrug, over een lengte van circa 10 km.

De dynamische snelheid geldt alleen voor binnenschepen bestemd voor vervoer van goederen. De maatregel vervalt bij een windkracht van 6 of hoger op de schaal van Beaufort, gemeten bij het meetpunt Geulhaven.

Snelheid ten opzichte van het water

Op beide trajecten geldt een maximale vaarsnelheid van 13 km/u ten opzichte van het water. De actuele gemiddelde stroomsnelheid wordt telkens omgerekend naar een toegestane vaarsnelheid ten opzichte van de grond in oostelijke en westelijke richting (op- en afvaart).

snelheidsbeperkingDe actuele toegestane vaarsnelheid ten opzichte van de grond voor de op- en afvaart en aanvullende informatie is te vinden via de website: www.portofrotterdam.com/vaarsnelheid. Er is ook een mobiele webpagina waarop de actuele toegestane vaarsnelheid wordt gepubliceerd. Een QR-code verwijst naar de mobiele webpagina. De informatie is ook op te vragen via de betreffende VHF sectorkanalen. De actuele vaarsnelheden zijn vanaf 1 oktober beschikbaar. AIS wordt niet gebruikt voor handhaving van de vaarsnelheid.

Het besluit is vastgelegd in verkeersbesluiten Nr. 2014/24077 (Nieuwe Maas) en Nr. 2014/24078 (Hartelkanaal) die in de Staatscourant van 20 augustus zijn gepubliceerd. Tevens is de scheepvaart geïnformeerd middels Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 134/2014.

Landelijk wordt de informatie over de dynamische snelheid bekend gemaakt via een Bekendmaking aan de Scheepvaart en de binnenvaartmedia. De maatregel is van beperkte duur, naar verwachting voor een aantal jaren, volgens het Havenbedrijf.

Andere maatregelen

Een andere maatregel voor de binnenvaart is de verplichting dat vanaf 2025 alleen binnenvaartschepen die zijn voorzien van een schone motor (minimaal CCR-2) de Rotterdamse haven mogen aandoen.

Voor het vrachtvervoer over de weg geldt dat alleen vrachtwagens met schone motoren toegang hebben tot de Maasvlakte. Om verspreiding van emissies naar de omgeving te beperken komen er schermen bij tunnelmonden langs de A4 en de A15.

Met uitzondering van de schermen zijn al deze maatregelen tijdelijk, omdat de luchtkwaliteit op termijn zodanig verbetert door het gebruik van schonere technieken, dat de normen voor de luchtkwaliteit uiteindelijk nergens meer zullen worden overschreden. Aanvullende maatregelen zijn dan volgens het Havenbedrijf niet meer nodig.

Deel dit artikel

Reacties (5)

  • Geachte heer G. Verm.

    Ik heb een abonnement bij Numij en in de “Herziene Rijnvaartakte die ik heb, staat in artikel 1 “De vaart op de Rijn en zijn uitmondingen van Bazel tot open zee, hetzij stroomafwaarts hetzij stroomopwaarts, is vrij voor schepen van alle naties voor het vervoer van goederen en personen, met inachtneming van de in dit Verdrag vervatte bepalingen en van de in het belang van de algemene veiligheid getroffen maatregelen. Behoudens deze voorschriften zal geen enkel beletsel hoegenaamd aan de vrije scheepvaart in de weg worden gelegd. De Lek en de Waal worden beschouwd deel uit te maken van de Rijn”. In een toelichting van de Herziene Rijnvaartakte staat “Bij onderhandelingen, die uiteindelijk leiden tot de Akte van Mainz (1831), stelde Nederland zich op het standpunt dat slechts de Lek een voortzetting van de Rijn was. Op dit punt heeft Nederland moeten toegeven: ook de Waal is een voortzetting van de Rijn. Verder hield Nederland vol dat de zinsnede “jusqu’à la mer” in het Vredesverdrag van Parijs 1814 betekend “tot aan zee”, in casu tot waar de vloed merkbaar is. Dit overigens zwaar omstreden principe is overeind gebleven en nadien in de Herziene Rijnvaartakte overgenomen. Daarom gelden de internationale rijnvaartreglementen in ons land op de Rijn, de Waal, het Pannerdensche kanaal, de Nederlandse Rijn en Lek, tot Gorinchem resp. Krimpen a/d Lek en niet tot tussen de pieren bij Hoek van Holland.
    Voor deze z.g. “conventionele Aktewateren”, in casu “Rijn-Waal-Lek”worden de scheepvaartreglementen opgesteld door de CCR.
    Daaronder staat dat de Akte heeft ook invloed op de regelgeving op Nederlandse wateren die zijn gelegen tussen de Rijn-Waal_Lek enerzijds en open zee c.q. België anderzijds. Tot zover de Nederlandse teksten. Ik ben helaas, niet instaat, om juridische teksten in een andere taal na te lezen. Er ontbreekt het één en andere aan mijn talenknobbel.

    Zover ik geïnformeerd ben, is het Breediep open gebleven, nadat een collega een zaak had aangespannen. Op grond van de Akte heeft de rechter toen besloten dat het Breediep open moest blijven. Zoals de meesten onder ons weten, is ook de afsluiting van het Zuid-Hollandsdiep aan de beneden zijde omstreden. Ook hier wordt in de wandelgangen over gezegd, dat de Akte invloed kan hebben op het eventueel openstellen van de benedenkant voor de scheepvaart. Ik heb in dec. 2011 ook de CCR benaderd over de snelheidsbeperking. Het antwoordt wat ik in jan 2012 kreeg was geen ja en geen nee. Alleen werd er wel gesteld dat het milieu ook onder de veiligheid kon vallen. Een echt antwoordt van de juridische afdeling ontbreekt dus. Ik kan mij er ook wat bij voorstellen dat de CCR zich niet graag mengt in deze problematiek. Het legt tenslotte allemaal nogal politiek gevoelig. Ik denk dat er maar één oplossing is, laat de rechter of de “Raad van State” zich hier maar over buigen. Tenslotte wil ik er nog dit aan toevoegen, als wij ons allemaal laten ringeloren door wet- en regelgeving die geen hout snijden en waarmee miljoenen belastinggeld verloren gaan, om bepaalde diplomatieke groeperingen te vrede te stellen, vind ik het mijn burgerplicht mij hier tegen te verzetten. Als we alles als zoete koek blijven slikken in dit land raken we nog verder van het pad. Ik ben een ontzettende voorstander van alles wat schoner kan. Wat hier echter gebeurd is politieke voor de bühne.

    Geplaatst door: H van Buren op
  • Beste H. v. Buren, geachte Lezers,

    Ik kan de redenatie en argumenten van dhr. v.Buren geod volgen en grotendeels onderschrijven. Zeker waar het hier een REKEN-methodiek betreft. Kortom de nattur en de wetenschap NEEMT AAN en berekend vervolgens. Het zijn gewoon *bloody* boekhouders!

    Nu ben ik niet achterdochtig, dus daar gas ik niet verder op in. Echter aangaande de Akte (v.Mannheim 1868) ziet er wel een klein adderrtje onder het gras. Genoemde Akte stoelt op de eerdere acte van Mainz 1816, onder andere middels de oprichting van de CCR.

    In alle teksten wordt gesproekn in het Frans(=de taal van het Verdrag) ” .. tot aan de Zee, tot aan waar de eerste invloeden van de zee merkbaar zijn.” In het originele verdrag: “.. a la Mer, jusque a la Mer.

    Over deze exacte verwoording is letterlijk jaren onderhandeld. En voor deze exacte bewoording was juist de delegatie van het Koninkrijk de Nederlanden(!) de vragende partij. Naar verluid was de Tol-inning op de scheepvaart van/naar Zee door onder andere Rotterdam een doorslaggevend argument.

    Jusque a la Mer: Dat betekend ‘daar tot waar de invloeden van de zee merkbaar zijn. Lees: waar een meetbaar verschil tussen eb en vloed nog waarneembaar is. Nadat het huidige België in 1831 door onafhankelijkheid buiten het verdrag ging vallen, is in de bepalingen van de Vrede van Versaille(1919) aangaande de Rijnvaart; zijn België en ook ‘Ver.Kon.Gr.Brittannië & Ierland’ Verdragslanden van de Rijnvaartverdrag geworden.

    De huidige uitwerking is onder andere dat het NL RPR maar geldig is tussen het Spijkse veer(Gem. Lobith) en Gorinchem(aan de Boven-Merwede), danwel Schoonhoven(aan de Lek gelegen). Ook dat de Rijn-kilometrering is doorgetrokken tot in Antwerpen, het noordoostelijk deel van het Volkerak (als deel van de Schelde-Rijn verbinding) en dus als niet-zijnde een kustwater wordt genoemd(geen grootvaarbewijs Alle Binnenwateren benodigd op dit deel van het Volkerak!). Dit alles zijn dagelijks merkbare uitwerkingen van deze verdragen.

    Dus eerst als NL-vertegenwoordiger zeggen dat; ‘de (invloed van) de Zee begind in Gorinchem, en later De Akte(v.Mannheim) gebruiken in een argument rondom het Havengebied van Rotterdam; lijkt mij niet echt vruchtbaar.

    Met vriendelijke groet,

    Geplaatst door: G. Verm. op
  • Hr. van Buren het laat zich heel gemakkelijk raden waarom u niet mee mocht doen aan de test “meten aan de pijp” , want lees uw repliek, u weet te veel, ben te handig en geeft onderbouwd TEGENGAS en dat kunnen ze niet gebruiken, zo simpel is het

    Geplaatst door: Arno Vogelaar op
  • VOLLEDIG DE WEG KWIJT!!!!!!!

    Geplaatst door: M Smitsman op
  • Geachte lezers,

    Ik ben nog steeds tegen de huidige gepubliceerde verkeersbesluiten. Kees blij, maar ik niet.
    Ze snijden n.m. geen hout en het milieueffect zal nihil zijn. Ik verwacht dat het milieueffect überhaupt niet meetbaar is, maar dit terzijde. Ik denk zelfs, dat de gehele milieubelasting om het hele verkeersbesluit uit te voeren en te handhaven, groter zal zijn als het effect. Ik kan dat niet onderbouwen, omdat er, zover ik ben geïnformeerd, geen milieurapportage over is.

    Waar het mij om gaat is het volgende: in het bestemmingsplan Maasvlakte 2 staat op pag. 74 lid.2 “Vanaf de eerste economische activiteit op Maasvlakte 2 toto uiterlijk 2025 wordt een reductie van 20% van de maximumsnelheid (rekening houdend met de stroomsnelheden) ingevoerd. Hier sta ik helemaal achter, dit is ook geen probleem. De binnenvaart, vaart bijna altijd deze snelheid of nog langzamer. Met deze maatregel zouden we geen enkele hinder onder vinden.
    In de overeenkomst luchtkwaliteit Maasvlakte 2, pag. 6, worden opeens de woorden uit het bestemmingsplan verdraaid en praat men over “de beperking is zodanig dat de gemiddeld gewogen representatieve snelheid van binnenvaartschepen, als omschreven in Annex VI van de bij het Bestemmingsplan opgestelde milieueffectenrapport behorende “bijlage luchtkwaliteit”, met twintig procent wordt gereduceerd”. Hierop, is door niemand in 2008 actie ondernomen. Er had gelijk gereageerd moeten worden op de “gemiddeld gewogen representatieve snelheid”. Helaas het “Vasteland sliep”. Inmiddels heet deze snelheid al dynamische maximale snelheid. Misschien oever een paar maanden wel, de duurzame maximale snelheid. Wie weet?

    Ik heb geprobeerd, gezamenlijk met de BBU, na de eerste ronden bezwaarschriften in 2010 aan te tonen dat wij helemaal niet zoveel vervuilen, als wordt gedacht. We zouden met de “Hanna” mee doen aan het project “meten aan de pijp” van het EICB. Martin van Dijk zou hier een rapport over schrijven enz. enz. Helaas, wij zijn afgewezen om mee te doen aan dit project, terwijl Erik van Toor zijn uiterste best heeft gedaan, om de metingen wel uit te laten voeren. Ik kreeg een keurig briefje van het EICB dat ik uiteraard op eigen kosten de metingen uit kon laten voeren. Wie dit meten heeft tegen gehouden op de “Hanna”, is mij nog steeds een raadsel. Eén ding weet ik wel, een collega is een week na onze afwijzing, benaderd om mee te doen, omdat ze nog te weinig schepen hadden. Was er misschien iemand bang voor de uitkomst van ons rapportje/onderzoekje?

    Wat de binnenvaart vooral vergeet, is dat mijn inziens, de “ Akte van Mannheim “ niet wordt gerespecteerd. In de “Akte van Mannheim”. In artikel 1 staat n.m. “De vaart op de Rijn en zijn uitmondingen van Bazel tot in de open zee, hetzij stroomafwaarts hetzij stroomopwaarts, is vrij voor de schepen van alle naties voor het vervoer van goederen en personen, met inachtneming van de in dit Verdrag vervatte bepalingen en van de in het belang van de algemene veiligheid getroffen maatregelen. Behoudens deze voorschriften zal geen enkel beletsel hoegenaamd aan de vrije scheepvaart in de weg worden gelegd”. Zowel de Nieuwe Maas als het Hartelkanaal zijn akte wateren.
    Wat weerhoudt, Dordrecht, Gorinchem, Nijmegen en Arnhem ervan, om de scheepvaart te misbruiken voor hun eigen milieudoelstellingen. De maatregelen in Rotterdam zijn milieu maatregelen, die niets te maken hebben met maatregelen die getroffen kunnen worden voor de algemene veiligheid. Het invoeren van de verkeersbesluiten in Rotterdam wordt een vrijbrief voor andere gemeente. Als dit soort milieumaatregelen door andere gemeente worden opgepakt, ligt er binnen de kortste keren een lijstje in de stuurhut hoe hard we waar en hoe mogen varen.

    Wat mij verder nog tegen de borst stuit is de manier waarop Rotterdam, op de plaats waar wij langzaam moeten varen, met het milieu omgaat. Rond de Maasbruggen wordt ik regelmatig geconfronteerd met een rubber RIB boot met heel veel pk’s, die daar allen maar, voor de fun, het milieubelast. Verder vaart de watertaxi vrolijk vol aan rond en de Formule 1 is ieder jaar weer welkom om over de Erasmusbrug te racen. De milieubelasting van deze zaken, worden gemakshalve maar even verzwegen.

    Het mag voor Kees een gelopen wedstrijd zijn, voor mij nog lang niet.
    Op dit moment is een jurist aan het bekijken wat de kansen zijn voor een bezwaarschrift en komende week is er overleg met het HBR.

    Geplaatst door: H van Buren op

Reageer

Snelheidslimiet Rotterdam nu ‘vrij van angels’ | Schuttevaer.nl

Snelheidslimiet Rotterdam nu ‘vrij van angels’

De lang omstreden snelheidsbeperking voor de binnenvaart in Rotterdam gaat per 1 oktober in voor delen van de Nieuwe Maas en het Hartelkanaal. In de nieuwe verkeersbesluiten is het Havenbedrijf aan alle bezwaren van de binnenvaartorganisaties tegemoetgekomen, zegt directeur Kees de Vries van BLN – Koninklijke Schuttevaer in een eerste reactie op de gepubliceerde verkeersbesluiten. ‘Alle angels zijn eruit.’

Door Dirk van der Meulen

BLN-Koninklijke Schuttevaer en CBRB hebben goede afspraken gemaakt met het Havenbedrijf Rotterdam over de invoering van een snelheidsbeperking per 1-10-2014 op de Nieuwe Maas en het Hartelkanaal. De snelheid wordt niet over de grond, maar door het water gemeten (13 km/uur) en de Oude Maas is geheel van een snelheidsbeperking vrijgesteld. ‘Zo kunnen we er wel mee leven’, stellen Kees de Vries en Jacco Theunisse, die namens BLN-Schuttevaer en CBRB de onderhandelingen met de havenmeester van Rotterdam hebben gevoerd.

Vanaf 1 oktober 2014 geldt op een deel van de Nieuwe Maas en een deel van het Hartelkanaal een dynamische maximale snelheid voor de binnenvaart van 13 kilometer per uur. Door de aanleg van Maasvlakte 2 en de daardoor toenemende goederenstromen hebben het Rijk, de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam een aantal afspraken gemaakt die er voor zorgen dat de luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied niet verslechtert. De snelheidsbeperking geldt in principe tot 1 januari 2025. Daarna is de Rotterdamse haven alleen nog toegankelijk voor schepen met schone motoren (minimaal CCR-2).

Goed overleg

De nieuwe maatregel is getroffen in goed overleg met de binnenvaartbranche. Anders dan in de eerste besluiten van 2010 geldt nu geen snelheidsbeperking voor de Oude Maas, wordt de snelheid ten opzicht van het water gemeten (in plaats van de bodem), wordt er geen onderscheid gemaakt tussen soorten schepen en vervalt de snelheidsbeperking bij windkracht 6 of hoger (in plaats van 7 of hoger).

Koninklijke Schuttevaer, CBRB, Kantoor Binnenvaart en twee varende ondernemers tekenden in november 2010 bezwaar aan tegen de snelheidsbeperking, die destijds werd aangemerkt als ‘onveilig, niet effectief en wellicht in strijd met Akte’. In een hoorzitting en nader overleg bleek het Havenbedrijf niet te vermurwen. Kort voor de jaarwisseling in december 2010 schortten de organisaties het overleg op .
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu wees een maand later de ingebrachte bezwaren af . In april 2011 overwogen de organisaties in hoger beroep te gaan. Dat veranderde vooralsnog niets aan de zaak, maar vooral door enkele Schuttevaer-afdelingen werd de druk flink opgevoerd. Het Schuttevaer-congres in mei 2011 in Terneuzen besloot het overleg nog een kans te geven. ‘Maar zolang er geen bevredigende oplossing ligt, zetten wij wel de lopende rechtszaken door’, dreigde toenmalig voorzitter Annemarie Jorritsma.
Uiteindelijk besloot het Havenbedrijf de maatregel een jaar uit te stellen tot 1 januari 2014. ‘We hopen er met Rotterdam uit te komen’, zei Kees de Vries eind 2012 in de afdelingsvergadering van Koninklijke Schuttevaer De Amer. Tijdens het verdere overleg bleef het stil. In de definitieve publicatie van 20 augustus in de Staatscourant blijkt de maatregel ‘vrij van angels’.

Dynamische snelheid

De maatregel geldt op de trajecten Nieuwe Maas ter hoogte van Noordereiland, over een lengte van 4 km (km-raai 998 tot km-raai 1002) en op het Hartelkanaal tussen kruising Hartelkanaal/Oude Maas en Harmsenbrug, over een lengte van circa 10 km.

De dynamische snelheid geldt alleen voor binnenschepen bestemd voor vervoer van goederen. De maatregel vervalt bij een windkracht van 6 of hoger op de schaal van Beaufort, gemeten bij het meetpunt Geulhaven.

Snelheid ten opzichte van het water

Op beide trajecten geldt een maximale vaarsnelheid van 13 km/u ten opzichte van het water. De actuele gemiddelde stroomsnelheid wordt telkens omgerekend naar een toegestane vaarsnelheid ten opzichte van de grond in oostelijke en westelijke richting (op- en afvaart).

snelheidsbeperkingDe actuele toegestane vaarsnelheid ten opzichte van de grond voor de op- en afvaart en aanvullende informatie is te vinden via de website: www.portofrotterdam.com/vaarsnelheid. Er is ook een mobiele webpagina waarop de actuele toegestane vaarsnelheid wordt gepubliceerd. Een QR-code verwijst naar de mobiele webpagina. De informatie is ook op te vragen via de betreffende VHF sectorkanalen. De actuele vaarsnelheden zijn vanaf 1 oktober beschikbaar. AIS wordt niet gebruikt voor handhaving van de vaarsnelheid.

Het besluit is vastgelegd in verkeersbesluiten Nr. 2014/24077 (Nieuwe Maas) en Nr. 2014/24078 (Hartelkanaal) die in de Staatscourant van 20 augustus zijn gepubliceerd. Tevens is de scheepvaart geïnformeerd middels Bekendmaking aan de Scheepvaart nr. 134/2014.

Landelijk wordt de informatie over de dynamische snelheid bekend gemaakt via een Bekendmaking aan de Scheepvaart en de binnenvaartmedia. De maatregel is van beperkte duur, naar verwachting voor een aantal jaren, volgens het Havenbedrijf.

Andere maatregelen

Een andere maatregel voor de binnenvaart is de verplichting dat vanaf 2025 alleen binnenvaartschepen die zijn voorzien van een schone motor (minimaal CCR-2) de Rotterdamse haven mogen aandoen.

Voor het vrachtvervoer over de weg geldt dat alleen vrachtwagens met schone motoren toegang hebben tot de Maasvlakte. Om verspreiding van emissies naar de omgeving te beperken komen er schermen bij tunnelmonden langs de A4 en de A15.

Met uitzondering van de schermen zijn al deze maatregelen tijdelijk, omdat de luchtkwaliteit op termijn zodanig verbetert door het gebruik van schonere technieken, dat de normen voor de luchtkwaliteit uiteindelijk nergens meer zullen worden overschreden. Aanvullende maatregelen zijn dan volgens het Havenbedrijf niet meer nodig.

Deel dit artikel

Reacties (5)

  • Geachte heer G. Verm.

    Ik heb een abonnement bij Numij en in de “Herziene Rijnvaartakte die ik heb, staat in artikel 1 “De vaart op de Rijn en zijn uitmondingen van Bazel tot open zee, hetzij stroomafwaarts hetzij stroomopwaarts, is vrij voor schepen van alle naties voor het vervoer van goederen en personen, met inachtneming van de in dit Verdrag vervatte bepalingen en van de in het belang van de algemene veiligheid getroffen maatregelen. Behoudens deze voorschriften zal geen enkel beletsel hoegenaamd aan de vrije scheepvaart in de weg worden gelegd. De Lek en de Waal worden beschouwd deel uit te maken van de Rijn”. In een toelichting van de Herziene Rijnvaartakte staat “Bij onderhandelingen, die uiteindelijk leiden tot de Akte van Mainz (1831), stelde Nederland zich op het standpunt dat slechts de Lek een voortzetting van de Rijn was. Op dit punt heeft Nederland moeten toegeven: ook de Waal is een voortzetting van de Rijn. Verder hield Nederland vol dat de zinsnede “jusqu’à la mer” in het Vredesverdrag van Parijs 1814 betekend “tot aan zee”, in casu tot waar de vloed merkbaar is. Dit overigens zwaar omstreden principe is overeind gebleven en nadien in de Herziene Rijnvaartakte overgenomen. Daarom gelden de internationale rijnvaartreglementen in ons land op de Rijn, de Waal, het Pannerdensche kanaal, de Nederlandse Rijn en Lek, tot Gorinchem resp. Krimpen a/d Lek en niet tot tussen de pieren bij Hoek van Holland.
    Voor deze z.g. “conventionele Aktewateren”, in casu “Rijn-Waal-Lek”worden de scheepvaartreglementen opgesteld door de CCR.
    Daaronder staat dat de Akte heeft ook invloed op de regelgeving op Nederlandse wateren die zijn gelegen tussen de Rijn-Waal_Lek enerzijds en open zee c.q. België anderzijds. Tot zover de Nederlandse teksten. Ik ben helaas, niet instaat, om juridische teksten in een andere taal na te lezen. Er ontbreekt het één en andere aan mijn talenknobbel.

    Zover ik geïnformeerd ben, is het Breediep open gebleven, nadat een collega een zaak had aangespannen. Op grond van de Akte heeft de rechter toen besloten dat het Breediep open moest blijven. Zoals de meesten onder ons weten, is ook de afsluiting van het Zuid-Hollandsdiep aan de beneden zijde omstreden. Ook hier wordt in de wandelgangen over gezegd, dat de Akte invloed kan hebben op het eventueel openstellen van de benedenkant voor de scheepvaart. Ik heb in dec. 2011 ook de CCR benaderd over de snelheidsbeperking. Het antwoordt wat ik in jan 2012 kreeg was geen ja en geen nee. Alleen werd er wel gesteld dat het milieu ook onder de veiligheid kon vallen. Een echt antwoordt van de juridische afdeling ontbreekt dus. Ik kan mij er ook wat bij voorstellen dat de CCR zich niet graag mengt in deze problematiek. Het legt tenslotte allemaal nogal politiek gevoelig. Ik denk dat er maar één oplossing is, laat de rechter of de “Raad van State” zich hier maar over buigen. Tenslotte wil ik er nog dit aan toevoegen, als wij ons allemaal laten ringeloren door wet- en regelgeving die geen hout snijden en waarmee miljoenen belastinggeld verloren gaan, om bepaalde diplomatieke groeperingen te vrede te stellen, vind ik het mijn burgerplicht mij hier tegen te verzetten. Als we alles als zoete koek blijven slikken in dit land raken we nog verder van het pad. Ik ben een ontzettende voorstander van alles wat schoner kan. Wat hier echter gebeurd is politieke voor de bühne.

    Geplaatst door: H van Buren op
  • Beste H. v. Buren, geachte Lezers,

    Ik kan de redenatie en argumenten van dhr. v.Buren geod volgen en grotendeels onderschrijven. Zeker waar het hier een REKEN-methodiek betreft. Kortom de nattur en de wetenschap NEEMT AAN en berekend vervolgens. Het zijn gewoon *bloody* boekhouders!

    Nu ben ik niet achterdochtig, dus daar gas ik niet verder op in. Echter aangaande de Akte (v.Mannheim 1868) ziet er wel een klein adderrtje onder het gras. Genoemde Akte stoelt op de eerdere acte van Mainz 1816, onder andere middels de oprichting van de CCR.

    In alle teksten wordt gesproekn in het Frans(=de taal van het Verdrag) ” .. tot aan de Zee, tot aan waar de eerste invloeden van de zee merkbaar zijn.” In het originele verdrag: “.. a la Mer, jusque a la Mer.

    Over deze exacte verwoording is letterlijk jaren onderhandeld. En voor deze exacte bewoording was juist de delegatie van het Koninkrijk de Nederlanden(!) de vragende partij. Naar verluid was de Tol-inning op de scheepvaart van/naar Zee door onder andere Rotterdam een doorslaggevend argument.

    Jusque a la Mer: Dat betekend ‘daar tot waar de invloeden van de zee merkbaar zijn. Lees: waar een meetbaar verschil tussen eb en vloed nog waarneembaar is. Nadat het huidige België in 1831 door onafhankelijkheid buiten het verdrag ging vallen, is in de bepalingen van de Vrede van Versaille(1919) aangaande de Rijnvaart; zijn België en ook ‘Ver.Kon.Gr.Brittannië & Ierland’ Verdragslanden van de Rijnvaartverdrag geworden.

    De huidige uitwerking is onder andere dat het NL RPR maar geldig is tussen het Spijkse veer(Gem. Lobith) en Gorinchem(aan de Boven-Merwede), danwel Schoonhoven(aan de Lek gelegen). Ook dat de Rijn-kilometrering is doorgetrokken tot in Antwerpen, het noordoostelijk deel van het Volkerak (als deel van de Schelde-Rijn verbinding) en dus als niet-zijnde een kustwater wordt genoemd(geen grootvaarbewijs Alle Binnenwateren benodigd op dit deel van het Volkerak!). Dit alles zijn dagelijks merkbare uitwerkingen van deze verdragen.

    Dus eerst als NL-vertegenwoordiger zeggen dat; ‘de (invloed van) de Zee begind in Gorinchem, en later De Akte(v.Mannheim) gebruiken in een argument rondom het Havengebied van Rotterdam; lijkt mij niet echt vruchtbaar.

    Met vriendelijke groet,

    Geplaatst door: G. Verm. op
  • Hr. van Buren het laat zich heel gemakkelijk raden waarom u niet mee mocht doen aan de test “meten aan de pijp” , want lees uw repliek, u weet te veel, ben te handig en geeft onderbouwd TEGENGAS en dat kunnen ze niet gebruiken, zo simpel is het

    Geplaatst door: Arno Vogelaar op
  • VOLLEDIG DE WEG KWIJT!!!!!!!

    Geplaatst door: M Smitsman op
  • Geachte lezers,

    Ik ben nog steeds tegen de huidige gepubliceerde verkeersbesluiten. Kees blij, maar ik niet.
    Ze snijden n.m. geen hout en het milieueffect zal nihil zijn. Ik verwacht dat het milieueffect überhaupt niet meetbaar is, maar dit terzijde. Ik denk zelfs, dat de gehele milieubelasting om het hele verkeersbesluit uit te voeren en te handhaven, groter zal zijn als het effect. Ik kan dat niet onderbouwen, omdat er, zover ik ben geïnformeerd, geen milieurapportage over is.

    Waar het mij om gaat is het volgende: in het bestemmingsplan Maasvlakte 2 staat op pag. 74 lid.2 “Vanaf de eerste economische activiteit op Maasvlakte 2 toto uiterlijk 2025 wordt een reductie van 20% van de maximumsnelheid (rekening houdend met de stroomsnelheden) ingevoerd. Hier sta ik helemaal achter, dit is ook geen probleem. De binnenvaart, vaart bijna altijd deze snelheid of nog langzamer. Met deze maatregel zouden we geen enkele hinder onder vinden.
    In de overeenkomst luchtkwaliteit Maasvlakte 2, pag. 6, worden opeens de woorden uit het bestemmingsplan verdraaid en praat men over “de beperking is zodanig dat de gemiddeld gewogen representatieve snelheid van binnenvaartschepen, als omschreven in Annex VI van de bij het Bestemmingsplan opgestelde milieueffectenrapport behorende “bijlage luchtkwaliteit”, met twintig procent wordt gereduceerd”. Hierop, is door niemand in 2008 actie ondernomen. Er had gelijk gereageerd moeten worden op de “gemiddeld gewogen representatieve snelheid”. Helaas het “Vasteland sliep”. Inmiddels heet deze snelheid al dynamische maximale snelheid. Misschien oever een paar maanden wel, de duurzame maximale snelheid. Wie weet?

    Ik heb geprobeerd, gezamenlijk met de BBU, na de eerste ronden bezwaarschriften in 2010 aan te tonen dat wij helemaal niet zoveel vervuilen, als wordt gedacht. We zouden met de “Hanna” mee doen aan het project “meten aan de pijp” van het EICB. Martin van Dijk zou hier een rapport over schrijven enz. enz. Helaas, wij zijn afgewezen om mee te doen aan dit project, terwijl Erik van Toor zijn uiterste best heeft gedaan, om de metingen wel uit te laten voeren. Ik kreeg een keurig briefje van het EICB dat ik uiteraard op eigen kosten de metingen uit kon laten voeren. Wie dit meten heeft tegen gehouden op de “Hanna”, is mij nog steeds een raadsel. Eén ding weet ik wel, een collega is een week na onze afwijzing, benaderd om mee te doen, omdat ze nog te weinig schepen hadden. Was er misschien iemand bang voor de uitkomst van ons rapportje/onderzoekje?

    Wat de binnenvaart vooral vergeet, is dat mijn inziens, de “ Akte van Mannheim “ niet wordt gerespecteerd. In de “Akte van Mannheim”. In artikel 1 staat n.m. “De vaart op de Rijn en zijn uitmondingen van Bazel tot in de open zee, hetzij stroomafwaarts hetzij stroomopwaarts, is vrij voor de schepen van alle naties voor het vervoer van goederen en personen, met inachtneming van de in dit Verdrag vervatte bepalingen en van de in het belang van de algemene veiligheid getroffen maatregelen. Behoudens deze voorschriften zal geen enkel beletsel hoegenaamd aan de vrije scheepvaart in de weg worden gelegd”. Zowel de Nieuwe Maas als het Hartelkanaal zijn akte wateren.
    Wat weerhoudt, Dordrecht, Gorinchem, Nijmegen en Arnhem ervan, om de scheepvaart te misbruiken voor hun eigen milieudoelstellingen. De maatregelen in Rotterdam zijn milieu maatregelen, die niets te maken hebben met maatregelen die getroffen kunnen worden voor de algemene veiligheid. Het invoeren van de verkeersbesluiten in Rotterdam wordt een vrijbrief voor andere gemeente. Als dit soort milieumaatregelen door andere gemeente worden opgepakt, ligt er binnen de kortste keren een lijstje in de stuurhut hoe hard we waar en hoe mogen varen.

    Wat mij verder nog tegen de borst stuit is de manier waarop Rotterdam, op de plaats waar wij langzaam moeten varen, met het milieu omgaat. Rond de Maasbruggen wordt ik regelmatig geconfronteerd met een rubber RIB boot met heel veel pk’s, die daar allen maar, voor de fun, het milieubelast. Verder vaart de watertaxi vrolijk vol aan rond en de Formule 1 is ieder jaar weer welkom om over de Erasmusbrug te racen. De milieubelasting van deze zaken, worden gemakshalve maar even verzwegen.

    Het mag voor Kees een gelopen wedstrijd zijn, voor mij nog lang niet.
    Op dit moment is een jurist aan het bekijken wat de kansen zijn voor een bezwaarschrift en komende week is er overleg met het HBR.

    Geplaatst door: H van Buren op

Reageer