Door Karel Kersten
Van Oss naar de Maas is te lopen, maar nog niet door mij, daarom dus met mijn moeder in de bus. Waarheen precies? Naar Lith, de stuw en de sluis. Waarom? Omdat mama graag naar Lith gaat. Hoe dat zo? Nou, zij is een schippersvrouw, ik ben een schipperskind, mijn broers zijn schipper, ze sturen me ansichtkaarten helemaal uit Antwerpen en Wemeldinge, uit Straatsburg en Maasbracht. Op die kaarten staan schepen, ik plak ze boven m’n bed en ‘s nachts sta ik aan het roer, in droomvaart van Rotterdam naar Bazel. Of langs Lith door de sluis.
Het zinkt!
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?