• Interstream Barging brengt scheepsbemanningen en terminalpersoneel bijeen
• Kennismaken voor wederzijds begrip

Door Bart Oosterveld

Het lijkt achteraf vreemd dat nog niemand op het idee was gekomen: breng op de jaarlijkse veiligheidsdag niet alleen kapiteins samen, maar nodig ook het overige boordpersoneel uit. En laat die kennismaken met het personeel op de steigers van de raffinaderijen en de tankopslagen. Praat niet alleen over de fijne puntjes van het ADN en veiligheidsregels, maar geef elkaar inzicht in de problemen op het schip en op de wal. Dat is in een notendop de opzet van de twee bemanningsdagen die Interstream Barging, de grootste tankbevrachter van Europa, de afgelopen twee weken in Dordrecht hield.

Acteurs

‘De opzet is eigenlijk heel simpel’, zegt Ton Mol, ‘er samen met elkaar voor zorgen dat de samenwerking beter wordt. Niet door het stellen van regels, maar door sturen op het gedrag van mensen. Een glimlach staat hierbij centraal.’

Hij benadrukt dat de voorschriften niet uit het oog moeten worden verloren, want zeker in de tankvaart met zijn gevaarlijke producten moet veilig werken voor alles gaan.

Plaats van handeling was voor beide bijeenkomsten het Energiehuis in Dordrecht. In de theaterzaal waren grote ronde tafels geplaatst, waar de genodigden door elkaar aan tafel werden gezet. Doel: ook ‘de overkant’ leren kennen en inzichten delen. De discussie werd losgemaakt door twee acteurs. In een van hun sketches speelde de ene acteur een steigerman en de ander een schipper. De laatste had het helemaal gehad na 14 uur varen. Hij had bijna een ton in de schroef gehad en moest toen ook nog twee uur drijven voordat hij aan de steiger terecht kon. Maar op het kantoortje trof hij een steigerman die zat te bellen en absoluut geen aandacht voor hem had. Gaandeweg het toneeltje liep de spanning tussen beiden steeds hoger op. De zaal mocht vervolgens zeggen waar het fout ging. Op aanwijzingen van het publiek deden de acteurs een paar stappen terug in de conversatie en speelden de scène opnieuw. Met een meer bevredigend resultaat voor beide partijen.

‘Schippertje’

Wat een aantal schippers in de zaal duidelijk hoog zat in deze situatie, is de afhankelijkheid van de mensen op de wal. Onduidelijkheid over het tijdstip van laden of lossen, geen planning kunnen maken wanneer het boordpersoneel na een enerverende dag eindelijk eens een paar uur kan slapen, dan toch uit bed gebeld worden. Maar misschien komt de term ‘schippertje’ uit de mond van mensen op de steiger nog wel het hardst aan.

Tijdens de bespreking kwam ook naar voren dat schippers lang niet altijd in de gaten hebben wat er op het land aan de hand is. In de genoemde scène in het steigerkantoortje was te horen dat er een ‘spill’ was geweest die nog op papier moest worden gezet. Wat gaat dan voor? Operators hebben meer te doen dan alleen de laadarm aankoppelen. Vaak gaat er een heel logistiek proces aan vooraf. Een beetje begrip daarvoor kan ook wel, was van verschillende tafels te horen.

Hoge opkomst

Beide dagen waren goed bezocht. In totaal namen meer dan 300 mannen en vrouwen deel. Onder hen vertegenwoordigers van Total Antwerpen, Shell, Exxon, Koole, Vopak en Sabick en natuurlijk van een groot aantal Interstream-tankers. Maar opvallend genoeg waren ook mensen van collega-tankrederijen Gefo en Wijgula uitgenodigd. Op het vlak van bevrachting zijn die zeker de concurrent van Interstream, maar zoals Ton Mol het treffend zei: ‘Als het om veiligheid gaat speelt concurrentie geen rol.’

Een van de mensen van de vloot was kapitein André Uta van Interfluvial, dat met twee eigen en één gecharterd schip voor Interstream vaart. Hij maakte destijds ook de kapiteinsdagen mee en is enthousiast over de nieuwe opzet. Dat gold ook voor Robin van den Berg van mts Admiral van Admiral VOF. Hoewel veel schippers in hun vrije week naar Dordrecht waren afgereisd, had Van den Berg zijn schip stilgelegd voor deze dag. Zo kon hij met de hele bemanning aanwezig zijn.

Glimlach

Danny van Leeuwen was een van de walvertegenwoordigers. Als supervisor bij ATM Moerdijk beaamt hij dat goede communicatie heel belangrijk is, ‘en altijd met een glimlach’. Hij onderschrijft wat in de zaal al werd gezegd: schippers denken dat de mensen op het bedrijf alleen met de schepen van doen hebben. ‘Dat is niet zo. Bij ons heeft misschien maar 20% te maken met de aankomst van schepen. Wij beheren bijvoorbeeld een biologische zuiveringsinstallatie waar veel werk mee gemoeid is. Plannen is ook vaak moeilijk. Stel dat een schip, na te zijn schoongemaakt, wordt afgekeurd. Dan begint het hele proces weer van voor af aan. Dat realiseert een andere schipper die ligt te wachten zich misschien niet.’