Bij dieselelektrische voortstuwing was dit al mogelijk. Als de belasting daalt gaat het toerental van de elektromotor omhoog en stijgt de belasting, dan daalt het toerental. De generatoren die de stroom leveren worden zo steeds optimaal belast. Bij direct door een dieselmotor aangedreven schroeven is dat normaal gesproken, niet mogelijk. Het ingestelde toerental wordt immers vastgehouden door de regulateur. In de zeevaart gebruikt men daarom op veel schepen schroeven met een verstelbare spoed (Controlled Pitch Propellers of CPP’s). De spoed kan dan, afhankelijk van de vermogensvraag, worden vergroot of verkleind om de belasting van de motor te optimaliseren.
Met softwarematige aanpassingen van de brandstofinspuiting maakt Caterpillar het nu mogelijk motoren al vanaf 1300 toeren per minuut hun optimale koppel te laten leveren en dit optimale koppel door te laten lopen tot 1800 toeren per minuut. Wanneer bijvoorbeeld een zandpomp zwaar wordt belast draait hij 1300 toeren. Wanneer de pomp lichter wordt belast gaat het toerental omhoog tot de belasting weer optimaal is. Dat verbetert het rendement van motor en pomp.