‘Uiteindelijk toch niet zo erg aan boord’

Jaap en Dineke Moerland-Bruinsma varen sinds vijf jaar op het beunschip Bremare, want Jaap zei op een dag: ‘Dien we gaan een schip kopen’. Doe maar niet, was de eerste reactie van Dineke. Maar na een periode van gewenning, waarin ze veel leerde, bleek het toch niet zo erg aan boord.

‘Uiteindelijk toch niet zo erg aan boord'

Door

Henriette Driesen-Joanknecht

‘Ik vond er in het begin niet veel aan. Daar stond ik dan in de regen voorop en wist nauwelijks wat stuurboord en bakboord was. Nu vind ik het hartstikke leuk, maar dat komt ook doordat ik nu niet meer in de regen buiten sta. Ik kan inmiddels bijna alles aan boord en ben de vrijheid gaan waarderen. Je hebt geen gezeur van andere mensen om je heen. Je zit met z’n tweeën en klaar’, vertelt ze.

Dineke leerde alles in de praktijk. Jaap had voor haar wel een cursus aangevraagd, maar die heeft ze niet bekeken. ‘Die heb ik netjes in een koffertje gestopt en dat nooit meer open gedaan. Weet je wel hoeveel lesstof het is? Ik heb geen zin dat allemaal door te lezen. Ik ben nu stuurman en weet wat ik moet doen.’

Vergunning

Jaap werkte onder meer als controleur en in de tankvaart. Hij koos voor een beunschip, omdat hij iets anders wilde en in het weekend thuis wilde zijn. ‘Ik was de olie zat. Dat monsters nemen en je stinkt heel de tijd. Een gewoon tankschip lag me niet. Ik wilde niet de Rijn en Donau op. Tot Duisburg is mij ver genoeg. Met een beunschip vaar je meestal in Nederland en België en je kunt in het weekend naar huis.’

  • ‘Weet je wel hoeveel lesstof zo’n binnenvaartcursus is?’ 

Het schip bevalt tot nu toe goed. Ze kunnen er prima van leven. ‘We hebben er tot nu toe altijd goed mee gevaren. Ook in de crisis, toen voeren we van Amsterdam naar Lelystad met granietstenen en haalden we af en toe zand in Hagestein.’

Ze zijn optimistisch over de toekomst voor hun schip. Het is namelijk een van de weinige schepen die de Flevopolder in kunnen. ‘We denken dat het er wel goed uitziet. In totaal kunnen zo’n 50 schepen de Flevopolder in en van de beunschepen zijn het er maar 10. En wij zijn het langste schip dat erin kan. We moeten elk jaar een vergunning aanvragen.’

Keuring 2013

De Bremare lag dit jaar voor het eerst stil vanwege ijs. Dat kwam niet zo goed uit. Ze hebben net een grote reparatie gehad. ‘De motor is er met de kerst uitgehaald, omdat de blower in elkaar was gelopen en het gruis als schuurpasta werkte in de motor. Die reparatie kostte 56.000 euro. Nu kunnen we weer opnieuw beginnen met sparen.’

Het schip is wel al grotendeels klaar voor de SI-keuring in 2013. ‘De stuurhut is aangepakt en het noodstuurwerk en de radar voldoen aan de eisen. We verwachten hooguit een paar stukjes scheepshuid te moeten vervangen. Na 2013 hebben we weer zeven jaar de tijd om aan de volgende eisen te voldoen.’

Jaap en Dineke komen allebei uit een schippersgezin. Haar ouders voeren op een De Haas-tanker en ze woonde gedurende haar schooltijd in een kosthuis in Vlaardingen. Haar moeder ging later naar de wal, omdat het niet goed ging met haar broertje.

Zijn ouders voeren op de spits Actief en hij zat in Wemeldinge op het internaat. Hij deed nog een paar klassen ambachtsschool en ging naar boord toen zijn broer in militaire dienst zat. Maar hij had het niet naar zijn zin bij zijn ouders aan boord, solliciteerde bij Van Ommeren en haalde daar zijn binnenvaartpapieren.

Enorm bedrijf

‘Van Ommeren was in die tijd een enorme firma. We hadden toen dacht ik 82 schepen en een eigen opleidingsschip. We deden met het sleepschip Teutonia een week over een reis van Rotterdam naar Gent en we zaten met vijf man aan boord. We hadden geen elektriciteit.

‘Ik heb ook op de duwboot Duwvogel gewerkt. Daarop waren we met een man of acht. Een kapitein, tweede kapitein, stuurman met patent, machinist, motordrijver en een paar matrozen. Na de Duwvogel kwam ik terecht op de schepen die naar Antwerpen voeren, de Arcadia, Istria en Magnesia waren dat. Na mijn diensttijd werkte ik bij mijn schoonvader op de Henny-F jr van rederij Fongers. Na ons trouwen zijn we daar voorop gaan wonen. In 1975 ben ik aan de wal gaan werken en daarna weer gaan varen om daarna weer aan de wal te gaan, enzovoort, tot ik een schip kocht.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Bremare. Lengte: 65 meter. Breedte: 7,53 meter. Diepgang: 2,80 meter. Tonnage: 800. Europanummer: 2313614. Motor: Detroit Diesel, 460 pk. Thuishaven: Vlaardingen. Bouwjaar: 1946. Eigenaar: VOF Bremare.

‘Uiteindelijk toch niet zo erg aan boord’ | Schuttevaer.nl

‘Uiteindelijk toch niet zo erg aan boord’

Jaap en Dineke Moerland-Bruinsma varen sinds vijf jaar op het beunschip Bremare, want Jaap zei op een dag: ‘Dien we gaan een schip kopen’. Doe maar niet, was de eerste reactie van Dineke. Maar na een periode van gewenning, waarin ze veel leerde, bleek het toch niet zo erg aan boord.

‘Uiteindelijk toch niet zo erg aan boord'

Door

Henriette Driesen-Joanknecht

‘Ik vond er in het begin niet veel aan. Daar stond ik dan in de regen voorop en wist nauwelijks wat stuurboord en bakboord was. Nu vind ik het hartstikke leuk, maar dat komt ook doordat ik nu niet meer in de regen buiten sta. Ik kan inmiddels bijna alles aan boord en ben de vrijheid gaan waarderen. Je hebt geen gezeur van andere mensen om je heen. Je zit met z’n tweeën en klaar’, vertelt ze.

Dineke leerde alles in de praktijk. Jaap had voor haar wel een cursus aangevraagd, maar die heeft ze niet bekeken. ‘Die heb ik netjes in een koffertje gestopt en dat nooit meer open gedaan. Weet je wel hoeveel lesstof het is? Ik heb geen zin dat allemaal door te lezen. Ik ben nu stuurman en weet wat ik moet doen.’

Vergunning

Jaap werkte onder meer als controleur en in de tankvaart. Hij koos voor een beunschip, omdat hij iets anders wilde en in het weekend thuis wilde zijn. ‘Ik was de olie zat. Dat monsters nemen en je stinkt heel de tijd. Een gewoon tankschip lag me niet. Ik wilde niet de Rijn en Donau op. Tot Duisburg is mij ver genoeg. Met een beunschip vaar je meestal in Nederland en België en je kunt in het weekend naar huis.’

  • ‘Weet je wel hoeveel lesstof zo’n binnenvaartcursus is?’ 

Het schip bevalt tot nu toe goed. Ze kunnen er prima van leven. ‘We hebben er tot nu toe altijd goed mee gevaren. Ook in de crisis, toen voeren we van Amsterdam naar Lelystad met granietstenen en haalden we af en toe zand in Hagestein.’

Ze zijn optimistisch over de toekomst voor hun schip. Het is namelijk een van de weinige schepen die de Flevopolder in kunnen. ‘We denken dat het er wel goed uitziet. In totaal kunnen zo’n 50 schepen de Flevopolder in en van de beunschepen zijn het er maar 10. En wij zijn het langste schip dat erin kan. We moeten elk jaar een vergunning aanvragen.’

Keuring 2013

De Bremare lag dit jaar voor het eerst stil vanwege ijs. Dat kwam niet zo goed uit. Ze hebben net een grote reparatie gehad. ‘De motor is er met de kerst uitgehaald, omdat de blower in elkaar was gelopen en het gruis als schuurpasta werkte in de motor. Die reparatie kostte 56.000 euro. Nu kunnen we weer opnieuw beginnen met sparen.’

Het schip is wel al grotendeels klaar voor de SI-keuring in 2013. ‘De stuurhut is aangepakt en het noodstuurwerk en de radar voldoen aan de eisen. We verwachten hooguit een paar stukjes scheepshuid te moeten vervangen. Na 2013 hebben we weer zeven jaar de tijd om aan de volgende eisen te voldoen.’

Jaap en Dineke komen allebei uit een schippersgezin. Haar ouders voeren op een De Haas-tanker en ze woonde gedurende haar schooltijd in een kosthuis in Vlaardingen. Haar moeder ging later naar de wal, omdat het niet goed ging met haar broertje.

Zijn ouders voeren op de spits Actief en hij zat in Wemeldinge op het internaat. Hij deed nog een paar klassen ambachtsschool en ging naar boord toen zijn broer in militaire dienst zat. Maar hij had het niet naar zijn zin bij zijn ouders aan boord, solliciteerde bij Van Ommeren en haalde daar zijn binnenvaartpapieren.

Enorm bedrijf

‘Van Ommeren was in die tijd een enorme firma. We hadden toen dacht ik 82 schepen en een eigen opleidingsschip. We deden met het sleepschip Teutonia een week over een reis van Rotterdam naar Gent en we zaten met vijf man aan boord. We hadden geen elektriciteit.

‘Ik heb ook op de duwboot Duwvogel gewerkt. Daarop waren we met een man of acht. Een kapitein, tweede kapitein, stuurman met patent, machinist, motordrijver en een paar matrozen. Na de Duwvogel kwam ik terecht op de schepen die naar Antwerpen voeren, de Arcadia, Istria en Magnesia waren dat. Na mijn diensttijd werkte ik bij mijn schoonvader op de Henny-F jr van rederij Fongers. Na ons trouwen zijn we daar voorop gaan wonen. In 1975 ben ik aan de wal gaan werken en daarna weer gaan varen om daarna weer aan de wal te gaan, enzovoort, tot ik een schip kocht.’

Scheepsgegevens

Scheepsnaam: Bremare. Lengte: 65 meter. Breedte: 7,53 meter. Diepgang: 2,80 meter. Tonnage: 800. Europanummer: 2313614. Motor: Detroit Diesel, 460 pk. Thuishaven: Vlaardingen. Bouwjaar: 1946. Eigenaar: VOF Bremare.