Toen rivierschepen nog werden gesleept

Rond 1860 nam de riviersleepvaart in belangrijke mate toe. Zo’n 100 jaar later was het sleepschip ruim in de meerderheid ten opzichte van het toen bijna verdwenen zeilvrachtschip. Het motorvrachtschip was nog in opkomst. Zo heeft het sleepschip bijna een eeuw rivieren en kanalen gedomineerd. Gewoonlijk hingen meerdere sleepschepen achter elkaar aan een sleepboot.

sleepschip

Rinus de Jongh, geboren aan boord van een sleepschip, las in 2008 in een bijlage van verenigingsblad De Binnenvaart over dit scheepstype. Hij realiseerde zich toen dat met het verdwijnen van het sleepschip de kennis en ervaring van en met dit schip eenzelfde lot zou zijn beschoren. Dat inspireerde hem om zijn in de praktijk opgedane kennis, ervaring en het werken en leven aan boord van sleepschepen op papier te zetten. Het boek waar dat toe leidde is nu verschenen: ‘Sleepschepen. Herinneringen van een schippersjongen aan de riviersleepvaart’. Het bevat zijn persoonlijke herinneringen aan de sleepschepen van zijn ouders, grootouders en zichzelf.

De Jongh begint met een beschrijving van het leven van zijn grootvader op het sleepschip St. Antonius. De bijgaande foto laat zien hoe zo’n schip eruit zag met de opvallende open stuurbak, het horizontale stuurrad van bijna drie meter in doorsnee en twee grote mastkokers. Op de schepen van toen, zeker op sleepschepen, ontbrak elke vorm van comfort. Het gezin van De Jonghs grootouders telde op het laatst negen personen. De oudste jongens sliepen in het vooronder, de middeloudste in het achteronder en de jongsten onder of in het ouderlijk bed. Gas en elektriciteit ontbraken, drinkwater werd uit een tank aan dek geschept. Uiteraard was er geen toilet. Men gebruikte toiletemmers die ’s ochtends overboord leeg werden gekieperd. De ankerlieren werden met de hand bediend.

Verdronken

De Jonghs grootouders hebben tot mei 1929 op de St. Antonius gevaren. Men lag toen bij Zwolle in het Almeloos Kanaal. Grootvader De Jongh, 49 jaar oud, ging op een avond van boord en kwam niet meer terug. Wel werd zijn pet in het kanaal gevonden. Waarschijnlijk is hij, na cafébezoek, in het kanaal gevallen en verdronken. De vader van Rinus de Jongh, Martinus, is toen terug aan boord gekomen om de schipperstaak over te nemen. In 1936 trouwde hij, op het moment dat hij zetschipper was op het sleepschip Pieter Johannes. Ook zijn drie broers werden schipper: zelden koos een schippersjongen in die tijd voor een ander beroep.

In 1942 werd Rinus geboren, de schrijver van dit boek. Ook nu vond weer een drama plaats toen Rinus’ broertje Lambertus in 1944 aan difterie overleed. Behalve de periode dat het schip na bominslag op de werf moest, heeft het gezin er vrijwel de hele oorlog mee gevaren.

Overstap

Vader De Jongh nam in 1948 ontslag toen duidelijk werd dat de Pieter Johannes van een motor zou worden voorzien en hij meende dat hij daar, gezien zijn opleiding, niet geschikt voor was. Hij werkte enige tijd aan de wal totdat hij een jaar later schipper op het sleepschip Germich werd. In 1954 verkaste hij met het gezin naar het sleepschip Virfi, waarmee lange reizen op de Rijn werden gemaakt.

Rinus ging aanvankelijk naar een varende school maar belandde in 1949 bij familie in Rotterdam. Toen hij in 1957 15 jaar werd monsterde hij als tweede matroos aan op de Virfi. In 1959 kwam het gezin De Jongh op het sleepschip Seam 15 terecht. Rinus onderbrak zijn maritieme loopbaan van april 1961 tot september 1962 voor het vervullen van zijn militaire dienstplicht. Daarna kwam hij weer op de Seam 15 terecht. In 1963 trouwde hij en in 1965 volgde hij zijn vader op als schipper.

In 1970 stapte hij over naar de tankvaart en werd schipper op Arcturus van Tankrederij Gebroeders De Haas. Een jaar later zei hij het schippersleven vaarwel voor een baan aan de wal.

Rinus de Jongh vertelt in zijn boek prachtig over alle avonturen die hij op de sleepschepen heeft beleefd. Alle ins en outs van dit aparte varende bestaan komen aan de orde. Een boeiend boek, alleen is het jammer dat er veel tikfouten in staan. Een wat steviger eindredactie zou hier niet hebben misstaan. (JvdW)

Sleepschepen, door Rinus de Jongh is een uitgave van Lanasta in Emmen. Het telt 160 pagina’s en vele illustraties, deels in kleur. ISBN 978-90-8616-103-4. Prijs: 34,95 euro.

Toen rivierschepen nog werden gesleept | Schuttevaer.nl

Toen rivierschepen nog werden gesleept

Rond 1860 nam de riviersleepvaart in belangrijke mate toe. Zo’n 100 jaar later was het sleepschip ruim in de meerderheid ten opzichte van het toen bijna verdwenen zeilvrachtschip. Het motorvrachtschip was nog in opkomst. Zo heeft het sleepschip bijna een eeuw rivieren en kanalen gedomineerd. Gewoonlijk hingen meerdere sleepschepen achter elkaar aan een sleepboot.

sleepschip

Rinus de Jongh, geboren aan boord van een sleepschip, las in 2008 in een bijlage van verenigingsblad De Binnenvaart over dit scheepstype. Hij realiseerde zich toen dat met het verdwijnen van het sleepschip de kennis en ervaring van en met dit schip eenzelfde lot zou zijn beschoren. Dat inspireerde hem om zijn in de praktijk opgedane kennis, ervaring en het werken en leven aan boord van sleepschepen op papier te zetten. Het boek waar dat toe leidde is nu verschenen: ‘Sleepschepen. Herinneringen van een schippersjongen aan de riviersleepvaart’. Het bevat zijn persoonlijke herinneringen aan de sleepschepen van zijn ouders, grootouders en zichzelf.

De Jongh begint met een beschrijving van het leven van zijn grootvader op het sleepschip St. Antonius. De bijgaande foto laat zien hoe zo’n schip eruit zag met de opvallende open stuurbak, het horizontale stuurrad van bijna drie meter in doorsnee en twee grote mastkokers. Op de schepen van toen, zeker op sleepschepen, ontbrak elke vorm van comfort. Het gezin van De Jonghs grootouders telde op het laatst negen personen. De oudste jongens sliepen in het vooronder, de middeloudste in het achteronder en de jongsten onder of in het ouderlijk bed. Gas en elektriciteit ontbraken, drinkwater werd uit een tank aan dek geschept. Uiteraard was er geen toilet. Men gebruikte toiletemmers die ’s ochtends overboord leeg werden gekieperd. De ankerlieren werden met de hand bediend.

Verdronken

De Jonghs grootouders hebben tot mei 1929 op de St. Antonius gevaren. Men lag toen bij Zwolle in het Almeloos Kanaal. Grootvader De Jongh, 49 jaar oud, ging op een avond van boord en kwam niet meer terug. Wel werd zijn pet in het kanaal gevonden. Waarschijnlijk is hij, na cafébezoek, in het kanaal gevallen en verdronken. De vader van Rinus de Jongh, Martinus, is toen terug aan boord gekomen om de schipperstaak over te nemen. In 1936 trouwde hij, op het moment dat hij zetschipper was op het sleepschip Pieter Johannes. Ook zijn drie broers werden schipper: zelden koos een schippersjongen in die tijd voor een ander beroep.

In 1942 werd Rinus geboren, de schrijver van dit boek. Ook nu vond weer een drama plaats toen Rinus’ broertje Lambertus in 1944 aan difterie overleed. Behalve de periode dat het schip na bominslag op de werf moest, heeft het gezin er vrijwel de hele oorlog mee gevaren.

Overstap

Vader De Jongh nam in 1948 ontslag toen duidelijk werd dat de Pieter Johannes van een motor zou worden voorzien en hij meende dat hij daar, gezien zijn opleiding, niet geschikt voor was. Hij werkte enige tijd aan de wal totdat hij een jaar later schipper op het sleepschip Germich werd. In 1954 verkaste hij met het gezin naar het sleepschip Virfi, waarmee lange reizen op de Rijn werden gemaakt.

Rinus ging aanvankelijk naar een varende school maar belandde in 1949 bij familie in Rotterdam. Toen hij in 1957 15 jaar werd monsterde hij als tweede matroos aan op de Virfi. In 1959 kwam het gezin De Jongh op het sleepschip Seam 15 terecht. Rinus onderbrak zijn maritieme loopbaan van april 1961 tot september 1962 voor het vervullen van zijn militaire dienstplicht. Daarna kwam hij weer op de Seam 15 terecht. In 1963 trouwde hij en in 1965 volgde hij zijn vader op als schipper.

In 1970 stapte hij over naar de tankvaart en werd schipper op Arcturus van Tankrederij Gebroeders De Haas. Een jaar later zei hij het schippersleven vaarwel voor een baan aan de wal.

Rinus de Jongh vertelt in zijn boek prachtig over alle avonturen die hij op de sleepschepen heeft beleefd. Alle ins en outs van dit aparte varende bestaan komen aan de orde. Een boeiend boek, alleen is het jammer dat er veel tikfouten in staan. Een wat steviger eindredactie zou hier niet hebben misstaan. (JvdW)

Sleepschepen, door Rinus de Jongh is een uitgave van Lanasta in Emmen. Het telt 160 pagina’s en vele illustraties, deels in kleur. ISBN 978-90-8616-103-4. Prijs: 34,95 euro.