Teun Klop tendert al 58 jaar bemanning en goederen

Teun Klop en zijn vlet de Panter zijn een fenomeen in de Berghaven van Hoek van Holland. Al 58 jaar lang werkt hij vanuit de havenkom. Nu, op 71-jarige leeftijd, gaat hij er mee stoppen. ‘Maar ik ga het wel heel erg missen, hé.’

Teun Klop

Door

Tobias Pieffers

Je ziet hem niet gelijk liggen als je de haven inloopt. Maar als je de mensen in de buurt vraagt naar Teun Klop of de Panter weten ze vrijwel allemaal hoe je moet lopen. ‘Achteraan, die blauwgroene is het.’ Klop kan gerust een fenomeen worden genoemd. Hij is één van de weinigen die even bij het Loodswezen kan binnenlopen om een paar boutjes te lenen, of de havenpolitie op de koffie krijgt. Maar Teun Klop is dan ook niet zomaar iemand in de Berghaven. Hij werkt er langer dan wie ook. Bij werkgevers is hij bekend vanwege zijn zelfstandigheid en loyaliteit, bij diensten als de havenpolitie vanwege zijn hulpvaardigheid, en bij zijn passagiers meest waarschijnlijk vanwege zijn strakke hand. Want op Klop’s boot gelden Klop’s regels en niemand overtreedt die.

Vooral baggerschepen

Klop begon met varen op zijn veertiende. Op een tender. En dat doet hij nog steeds, vanuit dezelfde plek ook, en het liefst met zijn vrouw Luus en zijn hondjes Molly en Brammetje. Onder de vlag van Acta Marine tendert hij bemanning en onderdelen op en neer naar schepen, baggerschepen voornamelijk. ‘Dit is prachtig werk, maar je moet het wel serieus oppakken, het kan heel gevaarlijk zijn. Als je tussen deze vlet en het schip valt ben je er zo geweest. Daarom ben ik heel streng. Met mij valt niet te spotten. Zwemvest aan, werkschoenen aan, rustig doen aan boord en beleefd zijn. Anders sta je zo weer aan wal.’ Ooit stuurde hij een hoge pief van boord af omdat die geen zwemvest aan wilde. ‘Later hoorde ik dat hij dat best had kunnen waarderen.’

  • ‘Ik ga het missen, maar je wordt een keer oud’

Het lange varen zit in de familie. ‘Wij voelen ons meer thuis op het water. Mijn broers varen ook allebei al zo’n 50 jaar en mijn vader hield het zelfs 60 jaar vol. Maar ja, je wordt een keer oud. Ik had zes jaar geleden al met pensioen kunnen gaan maar dat wou ik niet, het werk hé.’

Veel vrijheid

Eén van de redenen dat Klop het zolang volgehouden heeft is zijn goede band met zijn werkgever Acta Marine en diens cliënten Boskalis en Van Oord. ‘Ik heb altijd ontzettend veel vrijheid gekregen. Acta Marine, Boskalis en Van Oord zijn goede clubs om voor te werken, dat mag best eens gezegd worden.’ Maar deze bedrijven hebben ook altijd op hem kunnen bouwen. Toen hij ooit met zijn Panter in Den Helder lag kwam zijn baas aan boord. ‘Die wist niet wat hij zag. Ik stuurde vanuit Den Helder de vletten in Hoek van Holland aan omdat ik precies wist wat er wanneer moest gebeuren. Ik had nou eenmaal goed contact met de kapiteins daar.’

In 58 jaar tijd doe je nogal wat ervaring op, vertelt Klop. ‘Soms vaar ik hier naar buiten en dan zie ik dat mensen niet helemaal goed voorliggen, dan roep ik ze op en vertel ze wat ze moeten doen. Een touwtje achter het schip hangen bijvoorbeeld, daaraan kan je goed zien hoe je nu werkelijk voortbeweegt ten opzichte van je koers. Zo ben ik nou eenmaal, maar mensen naar binnen slepen doe ik niet.’

Maar de ervaringen beperken zich niet tot stuurmanskunsten. ‘Ik heb ook nare ervaringen gehad, ja. De dood gezien, dat is verschrikkelijk, en daar praat ik liever niet over.’ Toch weigert Klop nooit een verzoek om hulp te verlenen, zo was hij ook betrokken bij de zoektocht naar vermisten van een gekapseisde sleper voor de haven van Rotterdam. Het grootste verschil dat Klop in die meer dan halve eeuw tijd is opgevallen is ‘dat alles tegenwoordig zoveel gejaagder is geworden’. ‘Alles moet maar snel snel, altijd haast, dat heeft wel een deel van de gezelligheid weggenomen.’ Zijn vrouw Luus knikt instemmend.

Stilletjes

Hij was liever stilletjes vertrokken, had zijn laatste werkdag afgemaakt en de deur achter zich dichtgetrokken. Niet meer omkijken. ‘Ik blijf nou eenmaal liever op de achtergrond’, zegt hij. Maar zijn stiefdochter wilde dat niet laten gebeuren en regelde een bezoek van Schuttevaer. ‘Dat is ook lief van d’r, het is een goeie meid hé.’ Klop maakt nu zijn laatste project af. ‘Dan is het mooi geweest. Ik zal ook niet meer omkijken, dat kan ik niet en dat heeft mijn vader ook nooit gedaan. Ik hoop alleen dat de volgende schipper deze vlet ook zo goed verzorgd. Anders heb ik liever dat ze gesloopt wordt.’

 

Teun Klop tendert al 58 jaar bemanning en goederen | Schuttevaer.nl

Teun Klop tendert al 58 jaar bemanning en goederen

Teun Klop en zijn vlet de Panter zijn een fenomeen in de Berghaven van Hoek van Holland. Al 58 jaar lang werkt hij vanuit de havenkom. Nu, op 71-jarige leeftijd, gaat hij er mee stoppen. ‘Maar ik ga het wel heel erg missen, hé.’

Teun Klop

Door

Tobias Pieffers

Je ziet hem niet gelijk liggen als je de haven inloopt. Maar als je de mensen in de buurt vraagt naar Teun Klop of de Panter weten ze vrijwel allemaal hoe je moet lopen. ‘Achteraan, die blauwgroene is het.’ Klop kan gerust een fenomeen worden genoemd. Hij is één van de weinigen die even bij het Loodswezen kan binnenlopen om een paar boutjes te lenen, of de havenpolitie op de koffie krijgt. Maar Teun Klop is dan ook niet zomaar iemand in de Berghaven. Hij werkt er langer dan wie ook. Bij werkgevers is hij bekend vanwege zijn zelfstandigheid en loyaliteit, bij diensten als de havenpolitie vanwege zijn hulpvaardigheid, en bij zijn passagiers meest waarschijnlijk vanwege zijn strakke hand. Want op Klop’s boot gelden Klop’s regels en niemand overtreedt die.

Vooral baggerschepen

Klop begon met varen op zijn veertiende. Op een tender. En dat doet hij nog steeds, vanuit dezelfde plek ook, en het liefst met zijn vrouw Luus en zijn hondjes Molly en Brammetje. Onder de vlag van Acta Marine tendert hij bemanning en onderdelen op en neer naar schepen, baggerschepen voornamelijk. ‘Dit is prachtig werk, maar je moet het wel serieus oppakken, het kan heel gevaarlijk zijn. Als je tussen deze vlet en het schip valt ben je er zo geweest. Daarom ben ik heel streng. Met mij valt niet te spotten. Zwemvest aan, werkschoenen aan, rustig doen aan boord en beleefd zijn. Anders sta je zo weer aan wal.’ Ooit stuurde hij een hoge pief van boord af omdat die geen zwemvest aan wilde. ‘Later hoorde ik dat hij dat best had kunnen waarderen.’

  • ‘Ik ga het missen, maar je wordt een keer oud’

Het lange varen zit in de familie. ‘Wij voelen ons meer thuis op het water. Mijn broers varen ook allebei al zo’n 50 jaar en mijn vader hield het zelfs 60 jaar vol. Maar ja, je wordt een keer oud. Ik had zes jaar geleden al met pensioen kunnen gaan maar dat wou ik niet, het werk hé.’

Veel vrijheid

Eén van de redenen dat Klop het zolang volgehouden heeft is zijn goede band met zijn werkgever Acta Marine en diens cliënten Boskalis en Van Oord. ‘Ik heb altijd ontzettend veel vrijheid gekregen. Acta Marine, Boskalis en Van Oord zijn goede clubs om voor te werken, dat mag best eens gezegd worden.’ Maar deze bedrijven hebben ook altijd op hem kunnen bouwen. Toen hij ooit met zijn Panter in Den Helder lag kwam zijn baas aan boord. ‘Die wist niet wat hij zag. Ik stuurde vanuit Den Helder de vletten in Hoek van Holland aan omdat ik precies wist wat er wanneer moest gebeuren. Ik had nou eenmaal goed contact met de kapiteins daar.’

In 58 jaar tijd doe je nogal wat ervaring op, vertelt Klop. ‘Soms vaar ik hier naar buiten en dan zie ik dat mensen niet helemaal goed voorliggen, dan roep ik ze op en vertel ze wat ze moeten doen. Een touwtje achter het schip hangen bijvoorbeeld, daaraan kan je goed zien hoe je nu werkelijk voortbeweegt ten opzichte van je koers. Zo ben ik nou eenmaal, maar mensen naar binnen slepen doe ik niet.’

Maar de ervaringen beperken zich niet tot stuurmanskunsten. ‘Ik heb ook nare ervaringen gehad, ja. De dood gezien, dat is verschrikkelijk, en daar praat ik liever niet over.’ Toch weigert Klop nooit een verzoek om hulp te verlenen, zo was hij ook betrokken bij de zoektocht naar vermisten van een gekapseisde sleper voor de haven van Rotterdam. Het grootste verschil dat Klop in die meer dan halve eeuw tijd is opgevallen is ‘dat alles tegenwoordig zoveel gejaagder is geworden’. ‘Alles moet maar snel snel, altijd haast, dat heeft wel een deel van de gezelligheid weggenomen.’ Zijn vrouw Luus knikt instemmend.

Stilletjes

Hij was liever stilletjes vertrokken, had zijn laatste werkdag afgemaakt en de deur achter zich dichtgetrokken. Niet meer omkijken. ‘Ik blijf nou eenmaal liever op de achtergrond’, zegt hij. Maar zijn stiefdochter wilde dat niet laten gebeuren en regelde een bezoek van Schuttevaer. ‘Dat is ook lief van d’r, het is een goeie meid hé.’ Klop maakt nu zijn laatste project af. ‘Dan is het mooi geweest. Ik zal ook niet meer omkijken, dat kan ik niet en dat heeft mijn vader ook nooit gedaan. Ik hoop alleen dat de volgende schipper deze vlet ook zo goed verzorgd. Anders heb ik liever dat ze gesloopt wordt.’