Zes Urkers thuis op Britse bokker

De bemanning van de P-224 Miranda gaat in 2011 het derde jaar in aan boord. Alleen de schipper niet. Hij vaart namelijk al zeven jaar op de Britse bokker en kent het schip door en door. Aanvankelijk was de in het Britse Portsmouth geregistreerde kotter eigendom van rederij Jaczon en Klaas van den Berg. Toen de kotter zeven jaar geleden volledig in handen kwam van Jaczon is Tiemen-Klaas Wezelman aan boord gebleven en zetschipper geworden.

Klaas Ruiten

Door

W.M. den Heijer

Klaas van den Berg besloot met een andere kotter, de GY-127, een nieuwe koers in te gaan. Tiemen-Klaas voelt zich, net als de rest van de opvarenden, thuis op de pittige bokker, die ’s zomers succes boekt met het twinriggen.

  • ‘Hoogste besomming in stormweek van november’
  • ‘De trainer van Ajax zouden we graag trakteren op een bakje aan boord’ 

De 37,50 meter lange kotter werd ooit in opdracht van een rederij uit Portsmouth bij Maaskant gebouwd. Ze voerde lange tijd te Lowestoft aan, maar sinds Jaczon de Miranda in bezit heeft, is het vaartuig vaste klant van de Scheveningse visafslag. Na elke reis pakken de mannen het busje van Jaczon om terug te rijden naar ‘de Bult’, de bijnaam van Urk die verwijst naar de keileem, waardoor het eiland is gevormd en qua grondsoort afwijkt van de omgeving. Ze zijn verknocht aan Urk en alles wat met Urk te maken heeft. ‘Niet dat we met tegenzin naar Scheveningen rijden, want we vissen graag, maar Urk blijft ons eiland’, zegt een van de jongste bemanningsleden, Wouter van Veen. Elke zondagnacht rijden ze door de Flevopolder en langs Amsterdam richting Scheveningen.

Intussen kunnen ze de route wel dromen. Op de heenweg hebben ze nooit last van files, maar wanneer ze vrijdag terugrijden, worden ze nog weleens verrast. ‘Als we voor twee uur ‘s middags naar Urk rijden, hebben we vrijwel nergens last van. Gaan we later dan zijn we langer onderweg. Maar ja, als ik achterin zit, dan doe ik gewoon een tukje en merk je nergens wat van’, zegt Jan Brands (32).

Vijftien ton

In het laatste kwartaal van 2010 hebben ze al een paar flinke stormweken voor hun kiezen gehad. Omdat ze vanaf 4 oktober zijn overgeschakeld op de boomkorvisserij, speelt het weer hen iets minder parten. De boomkor is namelijk wat minder weergevoelig. Vrijwel de hele zomer heeft de kotter getwinrigd. ‘Dat verliep naar volle tevredenheid met af en toe een overweekse reis tussendoor. Dan vertrekken we bijvoorbeeld op dinsdagavond en komen de week daarna in de loop van woensdagochtend binnen, zodat de vangst op donderdagochtend kan worden afgeslagen’, legt Simon Wezelman (37) uit. Simon is de oudere broer van machinist Teun Wezelman (33). Van de drie Wezelmannen aan boord is de jongste de schipper. Tiemen-Klaas is 31 en als schipper heeft hij intussen behoorlijk wat ervaring met twinriggen. Hij laat nadrukkelijk weten dat ze het graag doen.

Bemanningslid Jan Brands: ‘Met twinriggen doen we 14 tot 16 trekken, maar we hebben ook weekjes gehad van 10, omdat we toen bij de negende trek al bijna vol zaten met schol. We zijn een keer op maandagmiddag vertrokken en donderdagmiddag alweer binnengelopen met een schip vis. We mogen elke week ongeveer 15 ton schol aanvoeren.
‘De bijvangsten aan tongschar en tarbot moeten de besomming een beetje opkrikken, want de scholprijs is niet bijster hoog. Dat was pakweg vier jaar terug wel anders.’

Herenleven

Klaas Ruiten, met 41 jaar de oudste van het stel, is heel enthousiast over de twinrigvisserij. ‘We hebben met twinriggen wel een herenleven. Trekken van vier uur en meestal een lange stoom van dik 150 mijl heen en terug, zorgen ervoor dat je je rust pakt. Ik lees graag, maar ik ben niet in staat langer dan een half uur achter elkaar te lezen. Met bokken lees ik veel meer. Dan pak ik tussen de trekken door een kwartiertje en dat is voor mij net mooi om snel een boek uit te lezen. Ik lees vooral fictie en thrillers. Dat is een mooie afwisseling op de trekken die met het bokken meestal anderhalf tot twee uur duren.’

Klaas is 24 jaar visserman. Voor hij op de P-224 van Jaczon stapte, voer hij op de UK-197 Noorderlicht van De Boer. Daarvoor verdiende hij de kost als opstapper op verschillende kotters. Nu maakt hij deel uit van een ‘Urker enclave’ aan boord van een Britse kotter die eigendom is van een Scheveningse rederij. ‘We kunnen het goed vinden met elkaar. Dus we voelen ons wel thuis op deze kotter, ook al liggen we niet in onze eigen haven.’

Overigens volgen de mannen alles wat buiten de visserij gebeurt zo goed en zo kwaad als dat kan. Lectuur van verschillende pluimage zorgt voor de nodige informatie en ook op sportgebied blijven ze graag op de hoogte. Helemaal wanneer het hun dorp ook nog eens raakt. ‘Trainer Martin Jol is natuurlijk wel een Scheveninger, maar zijn moeder heet Mazereew en dat is een echte Urkse familienaam. De trainer van Ajax heeft dus wel wat van Urk meegekregen. We zouden hem en zijn broer Cock graag uitnodigen voor een bakje in de messroom en dan trakteren we de beide Jollen ook nog op een lekker zootje vis. Nou ja, wie weet?’, zegt machinist Teun Wezelman. Hij is op zijn 16e gaan varen en heeft onder meer op de UK-33, UK-43 en de UK-133 gevaren als machinist. Teun kan lezen en schrijven met de Deutz van de P-224. ‘Alles wat draait, dat draait. Het is, als je van een andere kotter komt, altijd even wennen, want de leidingen lopen dan bijvoorbeeld weer even anders. De kotters die bij Metz gebouwd zijn, zoals de UK-33 en de 133 hebben een andere leidingindeling dan de kotters van bijvoorbeeld Maaskant. Ik koester de hoofdmotor van onze kotter, maar ik kan in sommige gevallen altijd een beroep doen op mijn broer Simon en Jan Brands, die hebben ook de opleiding van SWK gedaan. En, drie weten meer dan één.’

Havengaatje

Over Scheveningen zijn de Urkers redelijk tevreden, maar het binnenlopen met een fikse bries is geen sinecure. In de tweede week van november liep de bokker tijdens een hevige storm vrij laat de haven binnen. ‘De kotter is pittig, maar zo’n gaatje als Scheveningen binnenlopen is onder slechte weersomstandigheden niet prettig. Het is niet echt een ruime ingang en er loopt soms behoorlijk wat tij’, aldus schipper Wezelman. In november noteerde de bokker overigens een paar goede weekreizen van rond de 40.000 tot zelfs 50.000 euro. In die stormweek van november, wist de Britse bokker de hoogste besomming te noteren.

Het bokken zal straks wellicht ook tot het verleden behoren omdat de rederij naar verluidt bezig is met het aanvragen van een vergunning om met de pulswing te kunnen vissen. Dat betekent een ommezwaai voor de Urker vissers, maar zoals ze zelf toegeven, ‘als je wilt overleven, moet je meegaan met de ontwikkelingen’. Eerder dit jaar heeft het Productschap Vis overigens een

film van de P-224 op YouTube gezet om een indruk te geven van het reilen en zeilen aan boord van de kotter.

Zes Urkers thuis op Britse bokker | Schuttevaer.nl

Zes Urkers thuis op Britse bokker

De bemanning van de P-224 Miranda gaat in 2011 het derde jaar in aan boord. Alleen de schipper niet. Hij vaart namelijk al zeven jaar op de Britse bokker en kent het schip door en door. Aanvankelijk was de in het Britse Portsmouth geregistreerde kotter eigendom van rederij Jaczon en Klaas van den Berg. Toen de kotter zeven jaar geleden volledig in handen kwam van Jaczon is Tiemen-Klaas Wezelman aan boord gebleven en zetschipper geworden.

Klaas Ruiten

Door

W.M. den Heijer

Klaas van den Berg besloot met een andere kotter, de GY-127, een nieuwe koers in te gaan. Tiemen-Klaas voelt zich, net als de rest van de opvarenden, thuis op de pittige bokker, die ’s zomers succes boekt met het twinriggen.

  • ‘Hoogste besomming in stormweek van november’
  • ‘De trainer van Ajax zouden we graag trakteren op een bakje aan boord’ 

De 37,50 meter lange kotter werd ooit in opdracht van een rederij uit Portsmouth bij Maaskant gebouwd. Ze voerde lange tijd te Lowestoft aan, maar sinds Jaczon de Miranda in bezit heeft, is het vaartuig vaste klant van de Scheveningse visafslag. Na elke reis pakken de mannen het busje van Jaczon om terug te rijden naar ‘de Bult’, de bijnaam van Urk die verwijst naar de keileem, waardoor het eiland is gevormd en qua grondsoort afwijkt van de omgeving. Ze zijn verknocht aan Urk en alles wat met Urk te maken heeft. ‘Niet dat we met tegenzin naar Scheveningen rijden, want we vissen graag, maar Urk blijft ons eiland’, zegt een van de jongste bemanningsleden, Wouter van Veen. Elke zondagnacht rijden ze door de Flevopolder en langs Amsterdam richting Scheveningen.

Intussen kunnen ze de route wel dromen. Op de heenweg hebben ze nooit last van files, maar wanneer ze vrijdag terugrijden, worden ze nog weleens verrast. ‘Als we voor twee uur ‘s middags naar Urk rijden, hebben we vrijwel nergens last van. Gaan we later dan zijn we langer onderweg. Maar ja, als ik achterin zit, dan doe ik gewoon een tukje en merk je nergens wat van’, zegt Jan Brands (32).

Vijftien ton

In het laatste kwartaal van 2010 hebben ze al een paar flinke stormweken voor hun kiezen gehad. Omdat ze vanaf 4 oktober zijn overgeschakeld op de boomkorvisserij, speelt het weer hen iets minder parten. De boomkor is namelijk wat minder weergevoelig. Vrijwel de hele zomer heeft de kotter getwinrigd. ‘Dat verliep naar volle tevredenheid met af en toe een overweekse reis tussendoor. Dan vertrekken we bijvoorbeeld op dinsdagavond en komen de week daarna in de loop van woensdagochtend binnen, zodat de vangst op donderdagochtend kan worden afgeslagen’, legt Simon Wezelman (37) uit. Simon is de oudere broer van machinist Teun Wezelman (33). Van de drie Wezelmannen aan boord is de jongste de schipper. Tiemen-Klaas is 31 en als schipper heeft hij intussen behoorlijk wat ervaring met twinriggen. Hij laat nadrukkelijk weten dat ze het graag doen.

Bemanningslid Jan Brands: ‘Met twinriggen doen we 14 tot 16 trekken, maar we hebben ook weekjes gehad van 10, omdat we toen bij de negende trek al bijna vol zaten met schol. We zijn een keer op maandagmiddag vertrokken en donderdagmiddag alweer binnengelopen met een schip vis. We mogen elke week ongeveer 15 ton schol aanvoeren.
‘De bijvangsten aan tongschar en tarbot moeten de besomming een beetje opkrikken, want de scholprijs is niet bijster hoog. Dat was pakweg vier jaar terug wel anders.’

Herenleven

Klaas Ruiten, met 41 jaar de oudste van het stel, is heel enthousiast over de twinrigvisserij. ‘We hebben met twinriggen wel een herenleven. Trekken van vier uur en meestal een lange stoom van dik 150 mijl heen en terug, zorgen ervoor dat je je rust pakt. Ik lees graag, maar ik ben niet in staat langer dan een half uur achter elkaar te lezen. Met bokken lees ik veel meer. Dan pak ik tussen de trekken door een kwartiertje en dat is voor mij net mooi om snel een boek uit te lezen. Ik lees vooral fictie en thrillers. Dat is een mooie afwisseling op de trekken die met het bokken meestal anderhalf tot twee uur duren.’

Klaas is 24 jaar visserman. Voor hij op de P-224 van Jaczon stapte, voer hij op de UK-197 Noorderlicht van De Boer. Daarvoor verdiende hij de kost als opstapper op verschillende kotters. Nu maakt hij deel uit van een ‘Urker enclave’ aan boord van een Britse kotter die eigendom is van een Scheveningse rederij. ‘We kunnen het goed vinden met elkaar. Dus we voelen ons wel thuis op deze kotter, ook al liggen we niet in onze eigen haven.’

Overigens volgen de mannen alles wat buiten de visserij gebeurt zo goed en zo kwaad als dat kan. Lectuur van verschillende pluimage zorgt voor de nodige informatie en ook op sportgebied blijven ze graag op de hoogte. Helemaal wanneer het hun dorp ook nog eens raakt. ‘Trainer Martin Jol is natuurlijk wel een Scheveninger, maar zijn moeder heet Mazereew en dat is een echte Urkse familienaam. De trainer van Ajax heeft dus wel wat van Urk meegekregen. We zouden hem en zijn broer Cock graag uitnodigen voor een bakje in de messroom en dan trakteren we de beide Jollen ook nog op een lekker zootje vis. Nou ja, wie weet?’, zegt machinist Teun Wezelman. Hij is op zijn 16e gaan varen en heeft onder meer op de UK-33, UK-43 en de UK-133 gevaren als machinist. Teun kan lezen en schrijven met de Deutz van de P-224. ‘Alles wat draait, dat draait. Het is, als je van een andere kotter komt, altijd even wennen, want de leidingen lopen dan bijvoorbeeld weer even anders. De kotters die bij Metz gebouwd zijn, zoals de UK-33 en de 133 hebben een andere leidingindeling dan de kotters van bijvoorbeeld Maaskant. Ik koester de hoofdmotor van onze kotter, maar ik kan in sommige gevallen altijd een beroep doen op mijn broer Simon en Jan Brands, die hebben ook de opleiding van SWK gedaan. En, drie weten meer dan één.’

Havengaatje

Over Scheveningen zijn de Urkers redelijk tevreden, maar het binnenlopen met een fikse bries is geen sinecure. In de tweede week van november liep de bokker tijdens een hevige storm vrij laat de haven binnen. ‘De kotter is pittig, maar zo’n gaatje als Scheveningen binnenlopen is onder slechte weersomstandigheden niet prettig. Het is niet echt een ruime ingang en er loopt soms behoorlijk wat tij’, aldus schipper Wezelman. In november noteerde de bokker overigens een paar goede weekreizen van rond de 40.000 tot zelfs 50.000 euro. In die stormweek van november, wist de Britse bokker de hoogste besomming te noteren.

Het bokken zal straks wellicht ook tot het verleden behoren omdat de rederij naar verluidt bezig is met het aanvragen van een vergunning om met de pulswing te kunnen vissen. Dat betekent een ommezwaai voor de Urker vissers, maar zoals ze zelf toegeven, ‘als je wilt overleven, moet je meegaan met de ontwikkelingen’. Eerder dit jaar heeft het Productschap Vis overigens een

film van de P-224 op YouTube gezet om een indruk te geven van het reilen en zeilen aan boord van de kotter.