Jongeren enthousiast over klein schip

Richard Worst en Angela Vlap varen met hun zoontje Milan op de 900-tonner Dita. Ze behoren tot de weinige jongeren die op een klein schip beginnen en kunnen het iedereen aanraden. Ze krijgen veel positieve reacties op hun keuze voor een klein schip en het levert soms vragen op.

Jongeren enthousiast over klein schip

Zo vroeg het personeel van het losbedrijf in Heyen of ze op het schip van hun ouders aflosten. De opmerking dat ze haar hadden gekocht, leverde verbaasde blikken op. Ze kozen voor een klein schip, omdat het overzichtelijker is en ze niet met personeel hoeven te varen. Richard voer namelijk al met personeel op de Rio Grande, waar hij als zetschipper werkte. Met personeel varen ligt hem niet, bekent hij. ‘Ik was er niet geschikt voor. Ik heb het even gedaan op de Rio Grande, maar ik schiet tekort op drie punten. Die punten zijn werving, aansturen en behouden. Dat zijn drie essentiële dingen die je in de vingers moet hebben om met personeel te varen. Ik heb mijn handen vol aan mezelf. Bovendien wilden we leuk heen en weer varen en ’s nachts slapen. Op deze tonnenmaat lig ik ’s nacht rustig in mijn bed.’

Dat jongeren regelmatig voor een groot schip kiezen verbaast het stel niet, want als je naar de bank belt is het eerste dat je hoort of je een 110-meter wil. ‘Als je daar gevoelig voor bent, dan ga je daarin mee. Voor een bank heeft een groot schip het voordeel dat ze er meer op verdienen.’

De voorkeur voor een groot schip lijkt ook vaak de voorkeur van de schippersvrouw te zijn, constateert Angela. ‘Ik denk dat vrouwen eerder voor een groot schip kiezen, omdat ze daar minder hoeven mee te helpen, omdat er toch personeel is. Ze zijn daar minder betrokken. In deze tonnenmaat ben je echt op elkaar aangewezen. Je kunt knallende ruzie hebben, maar je moet toch een team zijn, als het schip moet verhalen.’

Opmars familiebedrijf

Hun keuze voor een klein schip zette mensen in hun kennissenkring aan het denken. Maar ze zijn de eersten die de stap hebben gezet. Het lijkt ze in elk geval leuk als meer jongeren ervoor zouden kiezen. In hun enthousiasme staken ze alvast een kennis van ze aan. Die komt aan het eind van het jaar in de vaart. ‘Vooral voor mij is het gezellig. Ik vind het niet erg met ouderen te praten, die reageren erg leuk op onze keuze, maar iemand van mijn eigen leeftijd zou wel prettig zijn om ’s avonds eens gezellig mee te kletsen’, vindt Angela.

Het verhaal gaat nogal eens dat banken geen zin hebben kleine schepen te financieren, maar dat valt volgens beiden wel mee. ‘Je moet een bank hebben die in kleine schepen wil investeren. Wij zitten bij Raboshipping en die doet dat. Een maat van ons heeft ook daar zijn financiering geregeld, nadat wij hem hebben getipt. Het belangrijkste is dat de bank ziet dat je het echt wilt.’

Het familiebedrijf maakt een opmars, concluderen beiden. Hoe het komt weten ze niet. Ze kunnen er slechts naar raden. ‘Misschien zijn de mensen het zat om dag en nacht met personeel te varen en niet meer met elkaar te praten. We hopen in elk geval dat de gezelligheid terugkeert. Vroeger lag je meer met elkaar, maar dat komt weer terug, zien wij.’

‘Ik wilde niet’

In de tijd dat ze op de Rio Grande voeren kochten ze een huis in Dordrecht. Ze besloten daartoe, omdat ze als zetschippers niks van zichzelf hadden. Ze gebruiken het huis nu als gemeubileerd postadres en zijn er als ze een weekend overliggen en niet in de buurt zijn. Voordat Richard op de Rio Grande voer werkte hij op de Vigilia, daarvoor voer hij bij zijn ouders aan boord op de Remonsi. Tussen de LTS en de periode dat hij bij zijn ouders aan boord voer deed hij de opleiding scheepsbouwer/lasser, die hij afmaakte. ‘Het is een handige opleiding, want je weet nooit hoe je leven loopt.’

De ouders van Angela varen op de Berdi. Ze werkte bij keurslager Mellegers op De Meent in Rotterdam. ‘Ik wilde nooit gaan varen, maar net nadat ik was begonnen kwam ik Richard tegen. Ik heb nog twee jaar in de slagerij gewerkt, maar kon niet tegen de onzekerheid van elkaar wel of niet zien. Op de Rio Grande ben ik aan boord gegaan. Mensen vragen weleens of ik spijt heb van mijn beslissing, maar dat heb ik niet. Dit is beter, nog beter dan de Rio Grande.’ (HDJ)

Scheepsgegevens:

Scheepsnaam: Dita ex Waikiki.
Lengte: 70 meter.
Breedte: 7,20 meter.
Diepgang: 2,62 meter.
Tonnage: 892.
Europanummer: 03270687.
Motor: Deutz 390 pk.
Bouwjaar: 1964.
Thuishaven: Dordrecht.
Eigenaar: VOF Dita.

Jongeren enthousiast over klein schip | Schuttevaer.nl

Jongeren enthousiast over klein schip

Richard Worst en Angela Vlap varen met hun zoontje Milan op de 900-tonner Dita. Ze behoren tot de weinige jongeren die op een klein schip beginnen en kunnen het iedereen aanraden. Ze krijgen veel positieve reacties op hun keuze voor een klein schip en het levert soms vragen op.

Jongeren enthousiast over klein schip

Zo vroeg het personeel van het losbedrijf in Heyen of ze op het schip van hun ouders aflosten. De opmerking dat ze haar hadden gekocht, leverde verbaasde blikken op. Ze kozen voor een klein schip, omdat het overzichtelijker is en ze niet met personeel hoeven te varen. Richard voer namelijk al met personeel op de Rio Grande, waar hij als zetschipper werkte. Met personeel varen ligt hem niet, bekent hij. ‘Ik was er niet geschikt voor. Ik heb het even gedaan op de Rio Grande, maar ik schiet tekort op drie punten. Die punten zijn werving, aansturen en behouden. Dat zijn drie essentiële dingen die je in de vingers moet hebben om met personeel te varen. Ik heb mijn handen vol aan mezelf. Bovendien wilden we leuk heen en weer varen en ’s nachts slapen. Op deze tonnenmaat lig ik ’s nacht rustig in mijn bed.’

Dat jongeren regelmatig voor een groot schip kiezen verbaast het stel niet, want als je naar de bank belt is het eerste dat je hoort of je een 110-meter wil. ‘Als je daar gevoelig voor bent, dan ga je daarin mee. Voor een bank heeft een groot schip het voordeel dat ze er meer op verdienen.’

De voorkeur voor een groot schip lijkt ook vaak de voorkeur van de schippersvrouw te zijn, constateert Angela. ‘Ik denk dat vrouwen eerder voor een groot schip kiezen, omdat ze daar minder hoeven mee te helpen, omdat er toch personeel is. Ze zijn daar minder betrokken. In deze tonnenmaat ben je echt op elkaar aangewezen. Je kunt knallende ruzie hebben, maar je moet toch een team zijn, als het schip moet verhalen.’

Opmars familiebedrijf

Hun keuze voor een klein schip zette mensen in hun kennissenkring aan het denken. Maar ze zijn de eersten die de stap hebben gezet. Het lijkt ze in elk geval leuk als meer jongeren ervoor zouden kiezen. In hun enthousiasme staken ze alvast een kennis van ze aan. Die komt aan het eind van het jaar in de vaart. ‘Vooral voor mij is het gezellig. Ik vind het niet erg met ouderen te praten, die reageren erg leuk op onze keuze, maar iemand van mijn eigen leeftijd zou wel prettig zijn om ’s avonds eens gezellig mee te kletsen’, vindt Angela.

Het verhaal gaat nogal eens dat banken geen zin hebben kleine schepen te financieren, maar dat valt volgens beiden wel mee. ‘Je moet een bank hebben die in kleine schepen wil investeren. Wij zitten bij Raboshipping en die doet dat. Een maat van ons heeft ook daar zijn financiering geregeld, nadat wij hem hebben getipt. Het belangrijkste is dat de bank ziet dat je het echt wilt.’

Het familiebedrijf maakt een opmars, concluderen beiden. Hoe het komt weten ze niet. Ze kunnen er slechts naar raden. ‘Misschien zijn de mensen het zat om dag en nacht met personeel te varen en niet meer met elkaar te praten. We hopen in elk geval dat de gezelligheid terugkeert. Vroeger lag je meer met elkaar, maar dat komt weer terug, zien wij.’

‘Ik wilde niet’

In de tijd dat ze op de Rio Grande voeren kochten ze een huis in Dordrecht. Ze besloten daartoe, omdat ze als zetschippers niks van zichzelf hadden. Ze gebruiken het huis nu als gemeubileerd postadres en zijn er als ze een weekend overliggen en niet in de buurt zijn. Voordat Richard op de Rio Grande voer werkte hij op de Vigilia, daarvoor voer hij bij zijn ouders aan boord op de Remonsi. Tussen de LTS en de periode dat hij bij zijn ouders aan boord voer deed hij de opleiding scheepsbouwer/lasser, die hij afmaakte. ‘Het is een handige opleiding, want je weet nooit hoe je leven loopt.’

De ouders van Angela varen op de Berdi. Ze werkte bij keurslager Mellegers op De Meent in Rotterdam. ‘Ik wilde nooit gaan varen, maar net nadat ik was begonnen kwam ik Richard tegen. Ik heb nog twee jaar in de slagerij gewerkt, maar kon niet tegen de onzekerheid van elkaar wel of niet zien. Op de Rio Grande ben ik aan boord gegaan. Mensen vragen weleens of ik spijt heb van mijn beslissing, maar dat heb ik niet. Dit is beter, nog beter dan de Rio Grande.’ (HDJ)

Scheepsgegevens:

Scheepsnaam: Dita ex Waikiki.
Lengte: 70 meter.
Breedte: 7,20 meter.
Diepgang: 2,62 meter.
Tonnage: 892.
Europanummer: 03270687.
Motor: Deutz 390 pk.
Bouwjaar: 1964.
Thuishaven: Dordrecht.
Eigenaar: VOF Dita.