De zinkstukken komen op de 20 meter diepe havenbodem te liggen tegen de kademuren aan. Uitspoeling van de havenbodem door schroefwater van aan- en afmerende schepen wordt hiermee voorkomen. Deze manier van bodembescherming wordt al ruim een eeuw succesvol toegepast.
De zinkstukken zijn grote matten van gevlochten rijshout (hout van wilgen). Hiervan worden ‘wiepen’ gevlochten met lengtes van 200 tot 300 meter en een oppervlakte van circa 5.000m2 per mat. Als het vlechtwerk klaar is, wordt de mat met sleepboten naar de gewenste plek voor de kademuur gesleept. Daar wordt het zinkstuk gekoppeld aan een zinkbalk en verzwaard met stenen. Met behulp van lieren wordt het zinkstuk neergelaten, zodat het gelijkmatig aan de bodem komt en op zijn plaats blijft. Dit moet precies gebeuren tussen eb en vloed, wanneer er geen getijdestroming is.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Wilt u onbeperkt lezen? Word abonnee en krijg toegang tot unieke maritieme vakinformatie waarmee u altijd up-to-date bent.
Bent u al abonnee?