Boeken van stapel

Eigenhandel-schipper Beijert van meerdere markten thuis

‘Wij zijn hier gisteravond aangekomen, de reis ging goed, we konden afgeladen varen daar het water vrij hoog was. In de Kiel lag zooi, groen, daar konden we haast niet doorstomen en van Groningen hebben we nog een schip meegenomen. Ik heb zoopas nog 15.000 baggels aan Zoovele verkocht.’ Dit is een fragment uit brief van 10 augustus 1939 en een van de vele die Gerben en Berendtje Beijert aan hun oudste zoon Taeke schreven.

Berendtje Beijert-Boom met haar dochter Tryntje op het helmhout van de Nova Cura in de Drachtster Compagnonsvaart. Foto’s collectie Arjen Bosgraaf

Taeke volgde destijds een opleiding aan de schippersschool Huize IJsselstein bij Hattem. De problematiek van de waterstand wordt erin aangehaald. Een volle lading was niet altijd vanzelfsprekend. De waterstand was immers een belangenstrijd van verschillende partijen. Nog afgezien van de slecht beheersbare trajecten in de veenkoloniën, vooral ook op de Drachtster Compagnonsvaart. Met name wordt ook de situatie op het kanaal Kiel-Windeweer geschetst. Het vele groen in het water aldaar deed de Deutz in de opdrukker geen goed.

Angstwekkende passage

Deze route bracht het schippersechtpaar via het Winschoterdiep naar de stad Groningen. Voordat ze daar arriveerden moesten ze nog de hobbel van ‘Klein Poortje’ nemen, een ‘angstwekkende’ passage in de binnenstad door de forse stroming die daar staat. Schippers moesten soms de vaart uit hun vaartuig halen door bijvoorbeeld het hekanker uit te gooien. Ook werd met de boom voorop de deklast geprobeerd bij te sturen.

Gerben Beijert en zijn oudste zoon Taeke achter de turfkar tijdens de oorlogsjaren.

Pleziertochten

Het hierboven aangehaalde brieffragment is opgenomen in het boek ‘Het reilen en zeilen van een Drachtster schippersgezin. Geschiedenis van een varende onderneming 1919-1963’. Oud-docent geschiedenis Arjen Bosgraaf uit Oudega beschrijft in dit boek de privégeschiedenis van Gerben en Berendtje Beijert-Boom, zijn grootouders, met als domicilie Drachten. Zij voeren als eigenhandel-schippers met hun skûtsje, daarna met de 60-tons tjalk Nova Cura in de drie noordelijke provincies. Hun lading bestond meestal uit stratendrek, compost, bieten, turf of steenkool.

Het boek beschrijft minutieus hoe de organisatie rond dit soort ladingen gestalte kreeg. Als ondernemers had de familie Beijert een uitgekiend jaarprogramma. Vanaf februari stonden turf, compost en steenkool centraal. Vanaf september, naast turf, vooral bieten en vezels en in de ‘slappe tijd’ pleziertochten met gasten.

Wereldpolitiek

De varende onderneming was natuurlijk onderhevig aan maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Varen van 1919 tot 1963 betekende dat je door de crisis van de jaren ’30, de Tweede Wereldoorlog en de sanering van na de oorlog heen moest. Je redde het als schipper dan ook alleen maar door mee te gaan in de schaalvergroting en andere manieren van voortstuwing te kiezen. En natuurlijk een zuinige echtgenoot. En soms moest je je zelfstandigheid opgeven en een vracht bemachtigen via de beurs.

Luide stem

Ja en dan die opdrukker. Die noviteit veranderde het leven van de familie ingrijpend. De omloopsnelheid ging er fors door omhoog, zeker in de drie noordelijke provincies met veel kanalen. En als de tjalk op haar vaste ligplaats afmeerde in Drachten met een lading turf om uit te venten, ging al snel rond dat Beijert weer was gearriveerd. Zijn stem was luid, om de motor te overstemmen. Toen de Beijerts in 1963 aan de wal gingen zeiden de buren: ‘Beijert, niet zo luid spreken, je bent niet meer op het schip.’

Slappe tijd

Met name de handel in turf wordt in het boek nauwgezet uitgelegd. De handel met tal van tussenhandelaren in Drachten en omstreken wordt toegelicht. En zomers, als de vraag naar turf afnam en de slappe tijd aanbrak, voer de familie Beijert met vakantiegasten. Die charterden de tjalk voor een week en Beijert bracht ze waar ze naartoe wilden. Ze verdienden er goed aan. Het is niet duidelijk of meer schipper hier destijds hun inkomen mee aanvulden.

Naast de economische ontwikkelingen gaat het verhaal over het gezin, de rol van de vrouw, het onderwijs voor de kinderen, dat in de beginjaren nog niet verplicht was. Voor welke keuzes stond je dan, ligplaatsonderwijs of in de kost aan wal of op een internaat?

En dan was er nog het godsdienstige leven van dit schippersechtpaar en de soms moeilijke verstandhouding tussen kerkgenootschappen en hun varend publiek, dat altijd weer achter de horizon verdween.

Eerbetoon

Uit bewaard gebleven brieven wordt het schippersleven duidelijk. Ook is veel van de geschiedenis goed gedocumenteerd in het boek en gelardeerd met tal van voorbeelden. Ook andere bronnen in de bijlagen geven ons een kijkje in het reilen en zeilen van het schippersleven in de noordelijke provincies. Bosgraaf geeft met dit boek een eerbetoon aan dit schippersgezin en aan alle schippers die met vallen en opstaan hun bestaan opbouwden. Het boek is in 2021 in eigen beheer uitgegeven.

Lees ook:

Over de levens van schepen en mensen

Portret van een varend gezin in Binnenvaartmuseum Nijmegen

Eigenhandel-schipper Beijert van meerdere markten thuis | Schuttevaer.nl
Boeken van stapel

Eigenhandel-schipper Beijert van meerdere markten thuis

‘Wij zijn hier gisteravond aangekomen, de reis ging goed, we konden afgeladen varen daar het water vrij hoog was. In de Kiel lag zooi, groen, daar konden we haast niet doorstomen en van Groningen hebben we nog een schip meegenomen. Ik heb zoopas nog 15.000 baggels aan Zoovele verkocht.’ Dit is een fragment uit brief van 10 augustus 1939 en een van de vele die Gerben en Berendtje Beijert aan hun oudste zoon Taeke schreven.

Berendtje Beijert-Boom met haar dochter Tryntje op het helmhout van de Nova Cura in de Drachtster Compagnonsvaart. Foto’s collectie Arjen Bosgraaf

Taeke volgde destijds een opleiding aan de schippersschool Huize IJsselstein bij Hattem. De problematiek van de waterstand wordt erin aangehaald. Een volle lading was niet altijd vanzelfsprekend. De waterstand was immers een belangenstrijd van verschillende partijen. Nog afgezien van de slecht beheersbare trajecten in de veenkoloniën, vooral ook op de Drachtster Compagnonsvaart. Met name wordt ook de situatie op het kanaal Kiel-Windeweer geschetst. Het vele groen in het water aldaar deed de Deutz in de opdrukker geen goed.

Angstwekkende passage

Deze route bracht het schippersechtpaar via het Winschoterdiep naar de stad Groningen. Voordat ze daar arriveerden moesten ze nog de hobbel van ‘Klein Poortje’ nemen, een ‘angstwekkende’ passage in de binnenstad door de forse stroming die daar staat. Schippers moesten soms de vaart uit hun vaartuig halen door bijvoorbeeld het hekanker uit te gooien. Ook werd met de boom voorop de deklast geprobeerd bij te sturen.

Gerben Beijert en zijn oudste zoon Taeke achter de turfkar tijdens de oorlogsjaren.

Pleziertochten

Het hierboven aangehaalde brieffragment is opgenomen in het boek ‘Het reilen en zeilen van een Drachtster schippersgezin. Geschiedenis van een varende onderneming 1919-1963’. Oud-docent geschiedenis Arjen Bosgraaf uit Oudega beschrijft in dit boek de privégeschiedenis van Gerben en Berendtje Beijert-Boom, zijn grootouders, met als domicilie Drachten. Zij voeren als eigenhandel-schippers met hun skûtsje, daarna met de 60-tons tjalk Nova Cura in de drie noordelijke provincies. Hun lading bestond meestal uit stratendrek, compost, bieten, turf of steenkool.

Het boek beschrijft minutieus hoe de organisatie rond dit soort ladingen gestalte kreeg. Als ondernemers had de familie Beijert een uitgekiend jaarprogramma. Vanaf februari stonden turf, compost en steenkool centraal. Vanaf september, naast turf, vooral bieten en vezels en in de ‘slappe tijd’ pleziertochten met gasten.

Wereldpolitiek

De varende onderneming was natuurlijk onderhevig aan maatschappelijke en economische ontwikkelingen. Varen van 1919 tot 1963 betekende dat je door de crisis van de jaren ’30, de Tweede Wereldoorlog en de sanering van na de oorlog heen moest. Je redde het als schipper dan ook alleen maar door mee te gaan in de schaalvergroting en andere manieren van voortstuwing te kiezen. En natuurlijk een zuinige echtgenoot. En soms moest je je zelfstandigheid opgeven en een vracht bemachtigen via de beurs.

Luide stem

Ja en dan die opdrukker. Die noviteit veranderde het leven van de familie ingrijpend. De omloopsnelheid ging er fors door omhoog, zeker in de drie noordelijke provincies met veel kanalen. En als de tjalk op haar vaste ligplaats afmeerde in Drachten met een lading turf om uit te venten, ging al snel rond dat Beijert weer was gearriveerd. Zijn stem was luid, om de motor te overstemmen. Toen de Beijerts in 1963 aan de wal gingen zeiden de buren: ‘Beijert, niet zo luid spreken, je bent niet meer op het schip.’

Slappe tijd

Met name de handel in turf wordt in het boek nauwgezet uitgelegd. De handel met tal van tussenhandelaren in Drachten en omstreken wordt toegelicht. En zomers, als de vraag naar turf afnam en de slappe tijd aanbrak, voer de familie Beijert met vakantiegasten. Die charterden de tjalk voor een week en Beijert bracht ze waar ze naartoe wilden. Ze verdienden er goed aan. Het is niet duidelijk of meer schipper hier destijds hun inkomen mee aanvulden.

Naast de economische ontwikkelingen gaat het verhaal over het gezin, de rol van de vrouw, het onderwijs voor de kinderen, dat in de beginjaren nog niet verplicht was. Voor welke keuzes stond je dan, ligplaatsonderwijs of in de kost aan wal of op een internaat?

En dan was er nog het godsdienstige leven van dit schippersechtpaar en de soms moeilijke verstandhouding tussen kerkgenootschappen en hun varend publiek, dat altijd weer achter de horizon verdween.

Eerbetoon

Uit bewaard gebleven brieven wordt het schippersleven duidelijk. Ook is veel van de geschiedenis goed gedocumenteerd in het boek en gelardeerd met tal van voorbeelden. Ook andere bronnen in de bijlagen geven ons een kijkje in het reilen en zeilen van het schippersleven in de noordelijke provincies. Bosgraaf geeft met dit boek een eerbetoon aan dit schippersgezin en aan alle schippers die met vallen en opstaan hun bestaan opbouwden. Het boek is in 2021 in eigen beheer uitgegeven.

Lees ook:

Over de levens van schepen en mensen

Portret van een varend gezin in Binnenvaartmuseum Nijmegen